Net zoals bij de koetswerkvarianten die we al kennen, blijven de esthetische veranderingen beperkt. Nieuwe velgen, aangepaste kleuren en enkele bijkomende optische details moeten volstaan om de coupé en de cabriolet een tweede jeugd te geven.
Advertentie – lees hieronder verder
Vooral de uitrusting gaat erop vooruit, zowel op vlak van comfort als qua veiligheid. Zo krijgt de C-klasse voortaan het semi-autonome rijsysteem dat eerder op de S-klasse werd voorzien, adaptieve full-LED koplampen en een nieuw dashboard waarin het multimediasysteem een prominentere plaats krijgt omwille van de grotere schermen.
Onder de motorkap zien we belangrijke veranderingen, want de C200 krijgt een nieuwe 1.5 liter grote viercilinder benzinemotor die wordt bijgestaan door een 48 V EQ-Boost systeem. Dit assisteert tijdens de hernemingen en compenseert de reactietijd van de turbo.
De C43 AMG-versie blijft trouw aan de 3.0 V6-motor, maar het vermogen wordt opgetrokken tot 290 pk (+23 pk). Hij levert niet alleen meer vermogen, want het maximale koppel (520 Nm) wordt ook over een breder toerentalgebied (2.500 tot 5.000 opm) gespreid. Voor de sprintoefening van 0 tot 100 km/u heeft de coupé 4,7 seconden nodig en de cabrio klaart de klus in 4,8 tellen.
De 220d krijgt de nieuwe tweeliter dieselmotor. Ondanks de kleinere cilinderinhoud – vergeleken met zijn voorganger – stijgt het vermogen met 24 pk tot 194 pk . De constructeur belooft ook een lager verbruik, vooral omwille van de beperkte (-25 %) interne wrijving.
