Lijst van artikels

Laatste MINI Countryman nieuws

Advertentie – lees hieronder verder

Autotests
Autotests

TEST Mini Countryman Cooper SD: de ideale metgezel?

Joris Bosseloo | 05-01-2018

De Mini Countryman is een typisch voorbeeld van you love it or you hate it. Maar wat de meeste haters misschien niet weten, is dat je die stoere telg uit het gamma niet mag onderschatten op gebied van rijvaardigheid, ook als je niet voor de ALL4-vierwielaandrijving kiest… Anno 2018 oogt de Countryman virieler dan ooit en aangezien hij 20 cm groeide ten opzichte van zijn voorganger, hebben we hier ook met de langste Mini ooit te maken. Of met de langste en krachtigste als je voor een John Cooper Works kiest. De extra lengte betekent alvast goed nieuws voor de passagiers. Die beschikken over een verschuifbare achterbank en zetelen meer dan gewoon prima in de aangename cockpit die minder 'prettig gestoord' is dan voorheen. Zo werd bijvoorbeeld de immense snelheidsmeter uit de middenconsole verbannen – het oogt nu allemaal wat volwassener – en ging de algemene ergonomie erop vooruit. Groter staat hier trouwens ook synoniem voor extra kofferruimte. Het beschikbare laadvolume ging met 100 liter in de plus, tot 450 liter, en met de achterbank neergeklapt komt 1.390 liter vrij. De technologische uitrusting van de Countryman is helemaal up-to-date. We spotten automatische noodremhulp, een adaptieve snelheidsregelaar, ledverlichting, een head-up display en zelfs een gestuurde demping. De optielijst heeft een uitnodigend effect, maar weet ook wat dat betekent… Hoeveel? De Countryman Cooper SD, voorzien van een 2-liter turbodiesel uit de BMW-fabriek, levert 190 pk of 40 paarden meer dan de Cooper D met dezelfde motor. Daar tegenover staat een prijskaartje dat 6.410 euro hoger ligt dan dat van die Cooper D. De basisprijs van een Cooper SD komt op 34.650 euro, een bedrag dat uiteraard ook weer oploopt als je zaken als navigatie, lederen bekleding, een leuk kleurtje of een Mini-logoprojectie naast de bestuurdersdeur wil bij het instappen… Hoe rijdt dat, zo'n Countryman Cooper SD? Goed! Zoals de titel van dit testverslag aangeeft, kunnen we deze Mini met de afmetingen van een middenklasseberline wel smaken. Bij het instappen is er van klimmen of dalen geen sprake en onderweg boezemt onze testwagen met voorwielaandrijving onmiddellijk vertrouwen in. Vierwielaandrijving kost voor de volledigheid 2.030 euro extra maar is dus geen must. Rigide onderstel Het chassis van de Countryman is veel stijver dan je zou verwachten, of toch als je zijn nog steeds wat geknutselde design bekijkt. Dat wil trouwens niet zeggen dat het met deze Duitse Brit niet comfortabel rijden is. Mini heeft hier een mooi compromis gevonden, zoveel is duidelijk. Verder zit het met de besturing goed, levert de automaat puik werk en heb je dankzij de hoge zitpositie een mooi overzicht van het verkeer. Aan boord van deze Mini lijkt het alsof je alles aankan, vreemd genoeg. Beer van een motor De 2-liter turbodieselmotor uit de Mini Countryman Cooper SD is de geknipte keuze voor wie soepel wil rijden en koppel op overschot wil, zonder zich blauw te betalen aan diesel. Je kan er zowel aangenaam rustig als buitengewoon vlot mee rijden (voor de liefhebbers, 0-100 km/u lukt in 7,7 seconden) en geluidsmatig vormt het blok zelfs een fantastisch huwelijk met de Countryman. Wie het allemaal wat te luid vindt, kan trouwens gewoon de Green-modus inschakelen. Dan wordt er, zoals de naam doet vermoeden, ook minder brandstof verspild. Conclusie De Mini Countryman Cooper SD de ideale metgezel? Daar hoeft eigenlijk zelfs geen vraagteken achter. Deze Mini is praktisch, groot maar niet té (als je het relatief bekijkt) en bovendien rijdt hij leuk en beheerst. Wie van zijn design houdt en er de centen voor wil neertellen, zal na een testrit zeker verkocht zijn.  Klik hier voor de technische fiche van dit model
Autotests
Autotests

TEST Mini John Cooper Works Countryman: de krachtigste maar niet de leukste

Joris Bosseloo | 04-08-2017

De Mini Countryman is een auto die ofwel helemaal je ding is ofwel helemaal niet. De meesten kopen hem alvast voor een groot deel omwille van zijn niet zo alledaagse design. Maar de John Cooper Works-versie ervan, die koop je met nog een ander idee in gedachten. Eén dat pretoogjes moet opleveren… Laat ons met de naakte cijfers beginnen. In de Mini John Cooper Works Countryman (zijn officiële benaming) huist een 2.0 turbobenzine die 231 pk en 350 Nm koppel produceert. Daarmee mag dit model zichzelf de krachtigste Mini ooit noemen, al is hij natuurlijk wel een pak groter en vooral ook zwaarder dan de 218 pk sterke GP van een aantal jaren geleden. Kwestie van al dat cijfermateriaal een beetje in context te plaatsen. De tweeliter, die je ook in verschillende BMW's aantreft, overtuigt deze SUV-achtige om plankgas 100 km/u te halen binnen 6,5 seconden. Da's zeven tienden van een seconde sneller dan de Countryman Cooper S, de tot kort snelste variant van deze redelijk hoogpotige Mini. De chrono’s met de manuele versnellingsbak en met de achttrapsautomaat (ook te bedienen via kleine klepjes achter het stuur) zijn op papier trouwens gelijk. Veel geblaat, minder wol Dat de JCW Countryman er nogal opvallend uitziet – compleet met rode biezen, rode strepen en een knalrood dak – was blijkbaar nog niet voldoende om aandacht te trekken. Zijn uitlaatsysteem is er daarom één die door geluidstechnici onder handen werd genomen en dat merk je. Van de motor hoor je zo goed als niets, het is achteraan waar de decibelmeter tiltslaat. En uiteraard zijn het hier de 'scheetgeluiden' die het 'm doen. Maar… Van zo'n hoge spektakelwaarde op auditief vlak verwacht je dat de 'beleving' ook volgt. En het probleem ligt 'm alvast niet bij de weglegging. Die is namelijk top, met dank aan de stugge doch correcte afstelling van de ophanging en de standaard aangevoerde ALL4-vierwielaandrijving. Dat systeem kan de beschikbare trekkracht zowel naar de voor- als naar de achterwielen sturen (dankzij zijn elektromagnetische differentieel met lamellenkoppeling op de achteras) en zorgt zelfs bij een zeer sportief rijgedrag voor een hoog veiligheidsgevoel. Waar mijn kritiek dan op slaat? Deze Mini mist het scherpe kantje dat ik met zijn naam associeer. Hij trekt snel op, dat wel, maar de manier waarop is niet bepaald sensationeel. Het verloopt allemaal iets te sereen, waardoor ik door verschillende bijzitters de opmerking kreeg dat ze enkel aan het geluid konden opmaken dat we volgas aan het geven waren… Prijzig Wat nog in zijn nadeel speelt: dit is niet de meest comfortabele Countryman en al zeker niet de meest betaalbare. Voor mijn – weliswaar redelijk goed uitgedoste – testexemplaar vraagt Mini bijna 53.000 euro, geen klein bedrag dus. Opties kosten ook hier geld, zo leren we hieruit want een Countryman JCW in standaardtrim kost 'maar' € 38.700. Rest dus de vraag of je voor de prijs van een mooie BMW 3-reeks een snelle Mini wil die er – eerlijk is eerlijk – nogal lomp en overdreven uitziet. Da's een keuze waarvoor ik veel mensen zie passen…