TEST Jaguar E-Pace: vinnige kat!

Net zoals bijna alle constructeurs heeft ook Jaguar begrepen dat de lancering van een SUV noodzakelijk is voor zijn verdere ontwikkeling. En na een eerste succesvolle poging in dit segment met de F-Pace, zet het merk zijn offensief verder naar onder toe met de kleine broer, de E-Pace. De vaste waarden op deze markt – Audi, BMW en Mercedes – zijn bij deze gewaarschuwd.

Niet fotogeniek

Om eerlijk te zijn liepen we niet meteen wild van de E-Pace toen we de eerste beelden onder ogen kregen. We kunnen niet onmiddellijk aanduiden wat er volgens ons aan schort: misschien een gebrek aan harmonie in het lijnenspel, iets met de proporties of iets anders… Kortom, we vonden hem helemaal niet zo aantrekkelijk als de F-Pace, die nog steeds heel katachtig blijft ondanks zijn afmetingen. Het lijkt erop dat de E-Pace niet echt fotogeniek is, want als je hem in levende lijve ziet, verdwijnen die aanvankelijke twijfels als sneeuw voor de zon. Huisdesigner Ian Callum leverde eens te meer prachtig werk!

Lees ook : TEST Mercedes EQC: Vol spanning…

In de realiteit straalt namelijk ook de E-Pace dat katachtige uit. Dan vallen zijn mooie gespierde lijn en de dynamiek van zijn profiel op, naast zijn voorpartij die tegelijk is ondeugend en prettig overkomt. Net het kopje van een baby-jaguar. Met onze excuses voor dit voor de hand liggend cliché! En om het discours over het design af te ronden, voelen we aan dat er bij Jaguar, tussen dit model en de elektrische crossover i-Pace die er tegen 2018 aankomt, nog een serieus esthetisch potentieel schuilt voor een compacte wagen, die de A Klasse, de A3 en andere 1 Reeksen aardig voor de wielen zou kunnen rijden. Maar ook al krijgt een SUV de prioriteit omdat dit wagentype nu veel lucratiever is, toch zien we in de nabije toekomst nog een Jag in het C-segment opduiken.

E = F

Advertentie – lees hieronder verder

Het interieur is typisch Jaguar, zoals steeds erg sober en met een bovengemiddelde afwerking. Wel mocht het iets meer karakter en sfeer uitstralen. Met zijn geringere afmetingen is het interieur uiteraard iets krapper dan dat van de F-Pace, maar het is nog steeds riant voor vier volwassenen. Ondanks de aflopende daklijn is er zelfs genoeg hoofdruimte, al werd die grotendeels bekomen door een lagere zitpositie achterin, wat dan weer het zicht van kleine kinderen een beetje beperkt. Dat wordt gecompenseerd door een zeer grote koffer met een inhoud van 577 liter, één van de ruimste van het segment.

Op technologisch vlak staat de E-Pace daarentegen op gelijke voet met de F-Pace. Hij heeft eerst en vooral recht op hetzelfde Touch Pro multimediasysteem, met zijn 10” scherm en zijn lange lijst functies en diensten, een 4G-ontvangst die aan boord door 8 mobiele toestellen kan gebruikt worden, actieve rijstrookbewaking, een intelligente cruise control met Stop&Go functie, verkeersbordherkenning, 360° camera’s, een cluster van digitale en configureerbare instrumenten, een head-up display en nog veel meer. De E-Pace beschikt ook standaard over een instelmogelijkheid van de rijprogramma’s die ingrijpt op het gas, de stuurinrichting, en indien nodig ook op de sturing van de automaat en de optionele adaptieve ophanging. Op het eerste zicht lijkt zijn grotere broer niets meer te hebben. Hij moet het zelfs met wat minder doen, maar dat is niet noodzakelijk goed nieuws voor de E-Pace…

Evoque

Bij het bekijken van de technische fiche bemerken we een stevige afknapper: het gewicht. Want in tegenstelling tot de F-Pace, die rust op een platform van Jaguar dat intens gebruik maakt van aluminium, leende de E-Pace de basis van de Range Rover Evoque die heel wat minder aluminium in zijn geraamte heeft zitten. Met een gewicht van 1.775 kg is de lichtste versie van de E-Pace dus reeds 15 kg zwaarder dan de lichtste F-Pace. Het goede nieuws hierbij is dat dit platform uiterst stijf is, zodat het borg kan staan voor een dynamisch rijgedrag. Afwachten maar wat dat geeft…

Die leenbeurt bij de Evoque verklaart ook meteen waarom de automaat in de kleine Jag 9 verhoudingen telt, en geen 8 zoals in alle andere Jaguars. Het motorenaanbod van de E-Pace omvat – op zijn minst aanvankelijk – enkel de Ingenium viercilindermotoren van de groep: de diesels met 150, 180 of 240 pk, en de benzineversies met 250 of 300 pk. En nu even opletten: enkel de diesel 150 is met tweewielaandrijving verkrijgbaar, alleen bij de diesels 150 en 180 is er keuze tussen manueel of automatisch schakelen, terwijl de andere motoren slechts leverbaar zijn met een automaat en vierwielaandrijving.

De eerste indrukken

Zoals we in de intro al zegden, zal de Jaguar E-Pace pas begin 2018 officieel gelanceerd worden en zijn de eerste “echte” perstesten pas in januari gepland. Onze voorafgaande ontmoeting was dus maar een eerste contact om al een idee te vormen. Volgens de mensen van Jaguar was ons ritje door het Engelse platteland dan ook niet bedoeld om ons alle kwaliteiten van het voertuig te tonen. U zal dus niet meteen te weten komen of de E-Pace de titel van referentie op vlak van rijdynamiek in zijn klasse waard is. Maar toch kunnen we al iets verklappen.

Eerst en vooral vertoont hij, ondanks zijn vierwielaandrijving, een dynamisch rijgedrag dat eerder aan een achterwielaandrijver doet denken, met weinig onderstuur, een stevige inzet van de bochten en een exit die ook enthousiast genoemd mag worden. Dat is te danken aan de configuratie van deze transmissie die de nadruk legt op de achteras, maar ook aan het concept op zich met een achterbrug voorzien van een gestuurde kleine koppeling … per wiel. Net zoals op een Ford Focus RS, die een mooie sportieve referentie vormt! Hiermee slaagt de E-Pace erin het koppel zeer nauwkeurig te verdelen tussen de achterwielen, met een sportief rijgedrag tot gevolg. Maar er is meer, want door het platform van zijn neef Evoque in te pikken, geniet de E-Pace ook van diens offroad-capaciteiten. Verwacht natuurlijk geen echte terreinwagen, maar hij zit wel bij de top van de allroaders.

Een andere vaststelling: de motoren leveren goed werk om de E-Pace op Jaguar-ritme te brengen, maar er zijn twee maars. Primo, je voelt goed dat dit voertuig geen pluimgewicht is en uiteindelijk presteert hij minder goed dan zijn compacte afmetingen laten vermoeden. Secundo, de 9-trapsautomaat is nu goed afgeregeld en vertoont niet meer de aanhoudende aarzelingen tussen twee versnellingen zoals bij de eerste Evoques (en ook de Fiat/Jeep), maar toch heb je het gevoel dat er tussen de transmissie en de krachtbron – zeker de benzine – geen volkomen harmonie heerst. Die indruk hadden we althans op de enkele stroken op ons parcours waar we het tempo wat konden opvoeren. Hier komen we later zeker nog op terug. In de stad en bij een normale rijstijl was er daarentegen niets op aan te merken.

Het laatste wat opviel is dat de E-Pace een goed compromis biedt tussen basiscomfort en sportiviteit. Zelfs met de actieve ophanging, ongeacht de gekozen stand, zijn beide aanwezig, met uiteraard een dosering die wat naar de ene of de andere kant neigt. Maar onthoud vooral dat je op elk moment het gevoel hebt … een Jaguar te besturen.

Besluit

Er valt nog heel wat te ontdekken, maar nu al voelen we een uitstekend potentieel in de E-Pace. Als u weet dat de F-Pace voor 90% nieuwe klanten aantrok, kunnen we stellen dat met de E-Pace die veroveringstocht alleen maar verder kan gaan!

Nog mooier in het echt dan op de foto

Ruim interieur, grote koffer

Dynamisch rijgedrag, type achterwielaandrijving

–

Hoog gewicht

Te braaf interieur

Motor dichtgeknepen door automaat?

Jaguar E-Pace D150 AWD Auto technische fiche

Motor : 4-cilinder turbodiesel, 1.999cc ; 150pk bij 3.500tr/min ; 380Nm bij 1.750tr/min

Aandrijving : vierwielaandrijving

Versnellingsbak : 9-trapsautomaat

L/b/h (mm) : 4.392/1.984/1.649