Wat was er gebeurd?
Een automobilist raakte betrokken bij een verkeersongeval. Zijn wagen raakte zwaar beschadigd. De verzekeraar van de aansprakelijke meende dat het voertuig perte totale was. De herstellingskosten van de wagen gingen namelijk volgens de verzekeraar de vervangwaarde te boven. Het slachtoffer van het ongeval was het daar niet mee eens. Volgens hem was er nu eenmaal geen soortgelijke wagen te vinden op de tweedehandsmarkt. Hij wees daarbij op de perfecte toestand van de wagen en de lage kilometerstand.
Advertentie – lees hieronder verder
Wat besliste de rechtbank?
De rechter volgde de principiële redenering van het slachtoffer maar gaf die uiteindelijk toch ongelijk. Volgens de rechtbank kan de verzekeraar de herstelkosten moeten betalen (zelfs als die de vervangingswaarde van het voertuig overstijgen) als er op de tweedehandsmarkt geen voertuig kan gevonden dat vergelijkbaar is met het beschadigde voertuig. In dit geval waren er evenwel, alsnog de rechter, wel degelijk vergelijkbare voertuigen te verkrijgen.
Wat te onthouden?
Als de herstelkost van je wagen hoger ligt dan de vervangingswaarde, wordt deze allicht perte totale verklaard. Laat je in dat geval je wagen toch herstellen, dan kan je lang niet altijd vragen dat de verzekeraar van de aansprakelijke de kosten van de herstelling volledig betaalt. De verzekeraar kan zich meestal beperken tot het betalen van de vervangingswaarde. Op die regel bestaat een uitzondering als er op de tweedehandsmarkt geen voertuig kan gevonden worden dat vergelijkbaar is met het beschadigde voertuig.
Politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, 2 maart 2016, VAV, 2016, 60
