Het Electronic Stability Program of simpelweg ESP is sinds 1 november 2014 verplicht in alle nieuwe auto’s in Europa. Het is een veiligheidssysteem dat automatisch ingrijpt zodra het een stabiliteitsprobleem vaststelt.
Wanneer het geactiveerd is, knippert op het dashboard een waarschuwingslampje dat een slippende auto voorstelt. ESP werd in de jaren negentig ontwikkeld door Bosch en werkt op basis van sensoren aan elk wiel en aan de stuurkolom die continu de situatie beoordelen wanneer de auto aan het rijden is.
Terug op het juiste spoor
Wanneer de sensoren van het ESP (dat bij sommige constructeurs zoals BMW ook ESC heet) gripverlies opmerken, grijpt de elektronische regeleenheid selectief in op de remmen van een of meerdere wielen om de nodige impulsen te creëren die de auto weer op het juiste spoor brengen.
In het geval van onderstuur bijvoorbeeld (wanneer de auto de neiging heeft rechtdoor te gaan en het onmogelijk is om te draaien), wordt het achterwiel aan de binnenkant van de bocht afgeremd. In het omgekeerde geval van overstuur (wanneer de achterkant uitbreekt), wordt het buitenste voorwiel vertraagd.
Advertentie – lees hieronder verder
De ingrepen van het ESP beperken zich niet tot het activeren van de remmen. Dit systeem kan namelijk ook het overtollige vermogen verminderen dat naar de aangedreven wielen gaat, ofwel via de antislipregeling ofwel door simpelweg het gas af te snijden. Afhankelijk van de situatie is de ingreep harder of zachter, maar de auto komt in ieder geval terug in het ideale of gewenste traject.
Limieten
Het ESP mag dan zeer doeltreffend zijn, het kent ook zijn limieten. Je moet altijd rijden als een goede huisvader en mag niet te veel vertrouwen op dit systeem, want het is niet onfeilbaar. Het gaat namelijk om een veiligheidssysteem dat zich baseert op elektronische componenten. Door het grote aantal verschillende componenten waaruit het bestaat (snelheidssensoren, stuurhoeksensor, wielsensoren enzovoort), valt een storing niet uit te sluiten.
Goed om te weten: bij de meeste modellen zijn het ook de ESP-sensoren die het drukverlies van de banden meten. Vergeet ook niet dat – net als bij het ABS – de remschijven schade kunnen oplopen door veelvuldige interventies van het ESP.
Het verschil tussen ESP en tractiecontrole
ESP en tractiecontrole worden vaak door elkaar gehaald. De tractiecontrole of antislipregeling dient alleen om te voorkomen dat een wiel doordraait. Wanneer het ene wiel in de modder staat en het andere op het asfalt, dan kan de auto immobiel blijven. De tractiecontrole kan dan kunstmatig weer tractie creëren om uit de slip te geraken.
Zoals de naam al aangeeft, dient de antislipregeling om te vermijden dat de aangedreven wielen doorslippen. Het systeem moet dus een optimale grip verzekeren. Wielspin veroorzaakt immers energieverlies, verslijt de banden en maakt de auto (bij hogere snelheden) onstabiel. De tractiecontrole moet eventuele ongevallen voorkomen en grijpt preventief in zodra een aangedreven wiel grip verliest, vooral bij moeilijke weersomstandigheden. Uiteraard werkt de tractiecontrole samen met het ESP.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be