We gaan nu niet opnieuw stilstaan bij alles wat de oude Defender vertegenwoordigde, maar feit is dat die 4×4 een onuitwisbaar spoor heeft achtergelaten in ons collectieve onbewuste, en nog meer in de hoofden van zijn onvoorwaardelijke volgelingen. Zijn eeuwige meegaand ontwerp, zijn vertederende rustiek, zijn ouderwetse rijsensaties, zijn onverwoestbare kant (niet dat hij betrouwbaar was, maar alles viel relatief gemakkelijk te repareren), en natuurlijk zijn status als icoon. Eentje voor de Hall of Fame, zeg maar… Dus: hoe kunnen we dat allemaal doen vergeten? Hoe neem je de fakkel over van zo’n held? Hoe kan je “papa” vermoorden zonder dat iemand je dat kwalijk neemt?
Advertentie – lees hieronder verder
Verdomde covid!
Eerst kwam de teleurstelling. Om voor de hand liggende redenen werd de Defender, of liever gezegd WIJ, niet getrakteerd op de gebruikelijke perspresentatie waarop Land Rover in de regel maar al te graag laat zien wat de capaciteiten van het voertuig zijn. In plaats van een etalering van zijn off-roadvermogen kregen we niks, nada, noppes te zien. Nog niet. We kunnen alleen maar hopen dat het merk er een erezaak van zal maken om te verhullen uit welk hout de nieuwe Defender gesneden is. Ik raak alvast hout aan en concentreer me in tussentijd op het indrukwekkende specificatieblad. Daarop staan recordbrekende specifieke hoeken vermeld, differentieelblokkering voor- en achteraan, optionele luchtveringen die de bodemvrijheid kunnen verhogen tot meer dan 29cm, 90mm om door te waden, uitgebreide Terrain Response-functies… Volgens off-roadspecialisten die het kunnen weten, bestaat er geen twijfel over dat de nieuwe Defender oneindig veel beter is dan de oude (die was verouderd, dat mag gezegd) en dat hij momenteel maar één echte concurrent telt: de Jeep Wrangler Rubicon.
Statuut
Laten we beginnen met een onderwerp dat vanaf de eerste foto’s controversieel was: het design. Ondanks enkele matig voor de hand liggende verwijzingen, zoals de kleine dakrandramen en het ontwerp van de koplampunits, of meer voor de hand liggende zoals het hoekige silhouet, heeft de nieuwe Defender weinig te maken met zijn voorganger. Dat was de eerste kritiek komende van nostalgici, een groep waarvan we bekennen deel uit te maken. Het is nu eenmaal onmogelijk om de vergelijking met andere off-roadlegendes te vermijden. De Jeep Wrangler en Mercedes G-Klasse zijn zowel technisch als esthetisch geëvolueerd, maar wel 100% trouw gebleven aan hun iconografie. En we kunnen de Suzuki Jimny aan de lijst toevoegen, die ook een kleine legende is. Land Rover heeft een andere keuze gemaakt, die zal moeten worden geëvalueerd, al is het natuurlijk heel normaal om achteraf spijt te hebben. Dat gezegd hebbende, als je de Defender voor het eerst op straat ziet staan of rijden, zal je je realiseren dat hij over een karrenvracht charisma beschikt. Akkoord, minder dan zijn ouder, maar toch… En met een lengte van 5 meter voor de 110-versie (4,58 voor de 90), 2 meter breedte, evenveel meter hoogte… Geen halve portie!
En het is niet alleen een kwestie van afmetingen. De Defender heeft status, een houding, en dwingt meer respect af dan bijvoorbeeld een Range Rover. Je ziet hem en je denkt: “Deze is niet gemaakt om proper te blijven”. Wat dat betreft, zitten we meer in de 4×4-wereld dan in de “vulgaire SUV-wereld”.
Verandering van omgeving
Aan boord wordt dezelfde indruk bevestigd. Nogmaals, van de rustieke charme van zijn voorganger is niets meer overgebleven. Maar was het dan zo leuk om constant met je schouder tegen de deur te te zitten? Symbolische airconditioning? Geen plaats om je linkervoet te zetten als de koppeling niet werkt? Niets van dit alles in de nieuwe Defender, waarin je honderden kilometers kunt afleggen zonder moe te worden. Ruimer, comfortabeler, meer geluiddicht (zeg maar van niets naar alles, want de oude Defender was nauwelijks geïsoleerd)… Toch biedt de nieuwe Defender nog steeds een echt 4×4-gevoel, zoals de Jeep, met een bepaald interieurontwerp en kunststoffen die een ruwe kant behouden, een zeer hoge en relatief rechtopstaande rijpositie, een vrij typische perifere zichtbaarheid enzovoort. Geen bedenkingen? Toch wel! Het prachtige display in het midden van het dashboard, de elektronische versnellingsbakbediening en de digitalisering van de 4×4-functies zijn een beetje een breuk met de “avontuur in de Amazone” fantasie. Bovendien wordt gezegd dat de lange levensduur van zulke apparatuur verre van gegarandeerd is in woestijnen, tropische bossen en de savanne, allemaal plekken waar de oude Defender zijn legende creëerde en waar zijn eenvoud wonderen verrichtte.
Of de nieuwe Defender dus effectief de fakkel van “beschermer van de mensheid” zal kunnen overnemen bij organisaties als het Rode Kruis of Artsen zonder Grenzen, valt dus nog te bezien. We kunnen ons al de mankementen voorstellen die geen enkel mechanisch genie in de diepten van Mauritanië zal kunnen repareren.
Anders
Een van de leukste eigenschappen van de oude Defender was dat je echt betrokken moest zijn tijdens het rijden. De hoge overbrengingsverhouding bedienen, de timing van het schakelen als alles soepel en niet te luidruchtig is, de afmetingen inschatten… In de nieuwe generatie hoeft dat allemaal niet meer. Dit is dan ook een 21ste eeuws voertuig dat uiterst gemakkelijk te besturen valt. Gelukkig blijft het gevoel onderweg nog steeds… bijzonder. De besturing is nog altijd iets stroever dan in een SUV, het onderstel stuitert een fractie van een seconde over hobbels, al die kleine dingen die je het gevoel geven dat je niet in een cross-over van de politie zit. Wel in een 4×4 met 2020 als bouwjaar. Dus zonder een hoge instabiliteit op de autosnelweg of een delicaat rijgedrag op natte wegen, en met de allerlaatste rijhulpmiddelen om je bij te staan. Kortom, wie op zoek is naar iets anders, zal iets anders in de plaats krijgen, zoals wie voor de bovenvernoemde Jeep of Mercedes kiest.
Een kort woordje over de mechanica: van de 6-cilinder diesel hebben we al kunnen proeven. Dit blok telt 3 liter cilinderinhoud en is 400 pk sterk. Aangenaam voor het oor, absoluut voldoende krachtig om 2,2 ton vlot te verplaatsen, in perfecte harmonie met zijn uitstekende 8-trapsautomaat, een gemiddelde van 12 tot 13 l/100 km (heel redelijk gezien de aërodynamische “prestaties” van de Defender)…
Maar is 400 pk in deze 4×4 nodig? Echt? Als je regelmatig 3,5 ton moet trekken misschien (het max. trekvermogen is gelijk voor alle motoren), of zijn laadvermogen van 900 kg vaak nodig hebt (waarvan 300 op het dak), maar anders… Geloof ondergetekende maar: 240 pk is ruimschoots voldoende is voor een échte 4×4!
Tegenover wie?
Aangezien Jeep en Mercedes voortdurend worden geciteerd, mogen ze daarom als echte concurrenten worden gezien? Van de Defender bestaat een korte 5- of 6-zits versie en een lange 5-, 6- of 7-zits versie. Hij is in eerste instantie verkrijgbaar met een 2.0 diesel van 200 of 240 pk, een 6-cilinder 3.0 diesel van 400 pk of met een 2.0 benzine van 300 pk, altijd in combinatie met een 8-trapsautomaat en uiteraard vierwielaandrijving. Op basis van wat we weten over de Defender, gaan we ervan uit dat het vooral een concurrent van de Wrangler betreft en minder van de Mercedes G-Klasse, die zich hoger op de hiërarchische ladder bevindt. We halen er de prijslijst even bij… Een Defender 90 begint bij 50.800 euro, de 110 bij 56.800 euro… zonder opties. En zonder opties is hier echt zonder opties: zelfs het uitstekende 4×4 Terrain Response-systeem van Land Rover kost 3.200 euro in het Offroad Pack. Laat je je even gaan op de configurator, dan komt er een Defender van (tromgeroffel)… 120.000 euro uitgerold!
Kortom, de Defender maakt zélf het grote verschil: hij concurreert met het topmodel van de Jeep Wrangler en tegelijkertijd met de instapversie van de Mercedes G, en neemt in zijn eentje alle beschikbare ruimte tussen beide in. Wie weet gaat hij zelfs klanten van familieleden afsnoepen, van de Land Rover Discovery bijvoorbeeld.
Conclusie
De Defender is dood, lang leve de Defender! De nieuwe generatie is technisch zeer geavanceerd en strategisch effectief. Maar zal hij ook in staat zijn om evenveel harten te veroveren… net als de meest afgelegen gebieden van onze planeet?
De Defender 110 D400 in cijfers
Motor: 6-cilinder diesel, turbo, 2.996cc; 400pk bij 5.500rpm; 550Nm van 2.000 tot 5.000rpm.
Aandrijving: 4-wielaandrijving.
Versnellingsbak: 8-trapsautomaat.
L/b/h (mm): 5,018/2,008/1,167
Gewicht (kg): 2.361
Koffervolume (l): 1.075 – 2.380
Tankinhoud (l) : 90
0-100 km/u (sec.): 6,1
Prijs: € 70.400 BTWi
Vermogen: 400 pk
Topsnelheid: 191 km/u
Opg. gem. brandstofverbruik: 11,2 l/100 km
CO2: 255 g/km
Andere motoren
D200: 200pk; 9,6l/100km; 175km/u; € 56.800 BTWi.
D240: 240 pk; 9,5l/100 km; 188 km/u; € 61.100 BTWi.
P300: 300pk; 12,4l/100km; 191km/u; € 61.100 BTWi.
Versie 90: altijd € 6.000 minder
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
