TEST Citroën ë-C4: Belofte ingelost

Wanneer verschillende merken dezelfde technische architectuur binnen een groep delen, zeker voor een elektrische aandrijving, zou je verwachten dat elk model een zeer vergelijkbaar rijgedrag vertoont. Fout!

Gepubliceerd op 12 november 2021

Leestijd : 3 min

Deel

De ë-C4 is zonder twijfel de eerste “mainstream” elektrische Citroën. Diegene waarop de fans van het merk, die voor een redelijke aankoopprijs (vanaf 32.279 € BTWi) emissievrij willen rijden, allemaal zaten te wachten.

Dit is absoluut het geval, en de eerste verkoopcijfers bewijzen het ook: deze echte vijfzitter vertegenwoordigt al 15% van het totaal aantal C4-inschrijvingen in Europa. Nog straffer, in Nederland klimmen de inschrijvingen van de elektrische C4 zelfs naar 38%… ook ditmaal dankzij de fiscale prikkels.

Ontspannen op elk niveau

Sorry als we in clichés vervallen, maar wat Citroën-fans verwachten, is comfort. Dit was altijd het DNA van het merk en dat blijft zo. En wat gebeurt er nu met DS? Het werd een luxueuzer en premium merk, waarvan het comfort niet meer op het voorplan staat.

Advertentie – lees hieronder verder

Kortom, na drie dagen testen van deze ë-C4 blijft het eerste woord dat in je opkomt: comfort! Ja, comfort op alle niveaus: stoelen, demping, interieurindeling en opbergruimtes (met een innovatie: de tablethouder “Smart Pad Support”)…

Dus op dit vlak slaagt Citroën opnieuw met glans in zijn opzet. Natuurlijk, als je de comfortkaart grondig speelt, zijn er enkele details die gênant kunnen zijn, maar niet noodzakelijk voor iedereen. Een voorbeeld: de besturing is zo bekrachtigd dat je met een pink kan manoeuvreren. Verder kan ook het koetswerk nogal heftig voorover duiken, zeker bij het remmen. En ten slotte is het gevoel van het rempedaal zeer veranderlijk naargelang de ingeschakelde rijmodus en vereist het dus telkens een kleine aanpassing.

Autonomie in de praktijk

Hier drijft de elektromotor de voorwielen aan met maximaal 136 pk (100 kW) in de Sport-stand. Als je alleen aan boord bent, volstaat het vermogen in de Eco (60 kW) en de Normal-stand (80 kW) om het 1.541 kg zware voertuig in beweging te brengen. Dit moet nog gecontroleerd worden met passagiers erbij, althans op de snelweg, omdat de ë-C4 zich vooral in zijn sas voelt in en rond de stad, waar hij dichter bij zijn aangekondigde autonomie van 350 km geraakt. Wij kwamen, met veel snelwegritten en ten koste van wat “compromissen” (een beetje Eco-modus, veel regeneratie bij het remmen en weinig airco) eerder rond de 250 km uit.

Maar nogmaals, laten we niet vergeten dat de meerderheid van de Belgen minder dan 40 km per dag rijdt en dat elke koper van een elektrisch voertuig exact weet hoe ver hij dagelijks reist. We zijn er dan ook zeker van dat deze ë-C4 zijn (breed) publiek zal weten te vinden en dat die gebruikers niet teleurgesteld zullen zijn!

Conclusie

Wat Citroën-fans verwachten is comfort. Dit was steeds het DNA van het merk.Hij is vooral comfortabel in en rond de stad, waar hij dichter bij zijn aangekondigde autonomie van 350 km zal komen.