Dat BMW de M5 heeft vernieuwd, weten de adepten van het merk al een tijdje. Het ontwerp van die supersnelle berline werd lichtjes gewijzigd en binnenin veranderde er ook wat. Denk aan de Live Cockpit-setup met iDrive 7 en enkele nieuwe actieve veiligheidsfuncties, zoals de automatische noodrem met voetgangerdetectie, een automatische grootlichtassistent enzovoort. Motorisch gezien veranderde er niets. Zo heeft de M5 nog steeds 600 pk ter beschikking en knijpt de M5 Competition – ook nog steeds – 25 pk extra uit de dubbel geblazen 4,4-liter V8.
Advertentie – lees hieronder verder
Veel nieuwer is de 4 Reeks Coupé, die uitpakt met een volledig nieuwe lijn en een radiatorrooster waarover het laatste woord nog niet geschreven werd. Niet iedereen is fan van zijn gigantische ‘nieren’, laat dat duidelijk zijn, al zal het grote publiek er uiteindelijk wel gewoon aan geraken.
Een M4 staat natuurlijk op het programma, maar tot dan geldt de M440i xDrive als de topper van de 4 Reeks, met vierwielaandrijving en 374 pk en 500 Nm koppel in de aanslag. Voor wie het zo krachtig hoeft: de instapversies op benzine en diesel produceren respectievelijk 184 en 190 pk. Op de benzinedrinkende 420i en 430i na, worden alle motoren trouwens van mildhybride 48-volttechnologie voorzien.
BMW Mmmmmm…
Leuke presentatie, daar niet van, maar deze jongen keek vooral uit naar de circuittest die erna op de planning stond. Zo kreeg ik de kans om twee keer een kwartier rondjes op het fabelachtige circuit van Spa-Francorchamps te rijden. Een primeur, voor mij althans…
De bedoeling was niet om auditie te doen (daar ontbreekt het talent voor), wel om na te gaan hoe zowel de M2 CS als de M8 Competition zich tijdens het betere bochtenwerk gedragen. Inhalen, was dus niet de boodschap.
In het spoor van een BMW-instructeur aan boord van een M5 van voor de recente facelift, mocht het gaspedaal gelukkig toch stevig worden ingedrukt. Eerst met het stuur van de kleine M2 CS in handen, vervolgens door de nieuwe M8 Competition op het asfalt te houden. Laat duidelijk wezen dat we het hier over twee compleet verschillende auto’s hebben. De eerste, een compacte achterwielaandrijver, laat zich voortstuwen door de 3-liter zescilindermotor die in de huidige M3 en M4 past en ontwikkelt 450 pk en 550 Nm koppel. Het sprintje tot 100 km/u lukt met dit hete scheurijzer in een ronde 4 seconden en de kostprijs bedraagt net geen 96.555 euro zonder extra’s.
Nummer twee is een pak uitgestrekter en zwaarder (1,9 ton tegenover 1,625 ton), laat zich in alle hoeken bedienen door de V8 van de M5 en levert net als de Competition-versie van laatstgenoemde 625 pk en 750 Nm. 0 tot 100 km/u? Amper 3,2 tellen, al is hij natuurlijk ook weer een pak duurder dan de M2 van hierboven. Reken op 171.450 euro…
David of Goliath?
Doe ons maar David. Niet per sé vanwege de prijs, wel omdat de M2 (CS) de leukste BMW is die je vandaag de dag kan kopen. Akkoord, door zijn korte wielbasis en de achterwielaandrijving moet je meer bij de pinken blijven, maar da’s net wat deze auto zo sensationeel maakt. Ook klinkt de zescilinder heerlijk in de oren. Het verschil met de M8 (Competition) is dat laatstgenoemde meer een GT is, een cruiser als het ware, die je op een typisch – en dus ook zeer goed klinkend – V8-gegrom trakteert maar vooral statischer (en veiliger aanvoelt) en daardoor minder harenrijzend werkt. Bovendien passen er evenveel passagiers in én zal je met een M2 minder parkeerproblemen ondervinden. Niet dat dit laatste gegeven uitmaakt op circuit, maar in het dagelijkse leven natuurlijk wel. Een duidelijke winnaar, als je het mij vraagt…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
