Begin deze week gonst het van de bedrijvigheid in paleis 11 op de Heizel, waar alle standen van de D’Ieteren-groep zijn ondergebracht. Sinds 3 januari zijn zeventig mensen dag en nacht in de weer om een totale oppervlakte van 7.000 m2 in te richten. Paleis 11 is gewijd aan de merken die dit Belgische bedrijf importeert (Volkswagen, Audi, Porsche, Seat, Skoda, Cupra enzovoort), maar ook aan zijn verschillende activiteiten in de mobiliteitssector (fietsen van Lucien, energieoplossingen van EDI enzovoort). De opbouw wordt gecoördineerd door Marianne Bruggeman, Head of Events bij D’Ieteren. Met dertien beurzen op haar naam is ze zeker niet aan haar proefstuk toe. Het is haar taak om aan alles te denken, zodat het evenement zo vlot mogelijk verloopt. De opdracht startte aan het begin van de zomer en eindigt wanneer de stand volledig gedemonteerd is. Die klus gaat veel sneller dan het opzetten en duurt slechts drie dagen.
Volledig paleis 11
“Voor we onze standruimtes op de Heizel reserveren, overleggen we eerst met onze merkverantwoordelijken welke modellen ze willen presenteren”, legt Marianne Bruggeman uit. Er wordt rekening gehouden met verschillende parameters (nieuws, beschikbaarheid van auto’s uit de fabrieken enzovoort). Maar het zijn vooral budgettaire overwegingen die de doorslag geven: “Dit jaar is de prijs per vierkante meter op de Heizel meer dan verdubbeld. We hebben dus keuzes moeten maken.” Het is moeilijk om te weten hoeveel geld er wordt uitgegeven aan deze enorme stand, die het volledige paleis 11 in beslag neemt. Eén ding is zeker: het budget is fors. Maar toch zijn de investeringen de moeite voor de merken van de D’Ieteren-groep en het dealernet.
Advertentie – lees hieronder verder
Veel personeel
Volgens Marianne Bruggeman is een goede samenwerking de sleutel voor een mooie stand en is een gespecialiseerde standenbouwer cruciaal voor een geslaagde tentoonstellingsruimte. D’Ieteren werkt al lang samen met hetzelfde bedrijf. “Het is essentieel om het DNA van elk merk te respecteren”, zegt Marianne Bruggeman. “De architect van onze partner maakt voorstellen die worden voorgelegd aan onze interne managers. Naast het aantal wagens moet de inrichting van elke stand rekening houden met het aantal mensen dat er werkt. Voor het Autosalon van Brussel in 2025 nemen we ongeveer 140 informanten aan, mensen van buiten D’Ieteren, voornamelijk studenten.” Ze moeten een selectieprocedure doorlopen en volgen daarna vijf dagen opleiding. Ze krijgen een uniform en er wordt een laatste briefing georganiseerd voor ze aan de slag gaan.
Geen verkoop ter plaatse
Ooit was het Salon de hoogmis van de autoverkoop. Vandaag kun je er niet kopen maar wel de gamma’s van de constructeurs ontdekken. Bij D’Ieteren dragen de informanten tablets en worden de gegevens van bezoekers die interesse tonen in een of meer producten doorgestuurd naar de plaatselijke dealer, die daarna contact opneemt met hen. Hetzelfde geldt voor proefritten, die rond de Heizel niet meer mogelijk zijn omdat het er te druk is. Een team van IT-specialisten houdt het computersysteem nauwlettend in de gaten en staat klaar om eventuele technische problemen op te lossen.
Voortdurend onderhoud
Om de stand draaiend te houden, zijn er ook verschillende vaardigheden nodig. “We hebben teams die instaan voor de netheid van de stand en mensen die ervoor zorgen dat de auto’s altijd schoon zijn. We hebben ook twee technische medewerkers stand-by die eventuele problemen met de tentoongestelde auto’s oplossen. Zij verwijderen bijvoorbeeld krassen op het koetswerk of vervangen accessoires die door bezoekers zonder scrupules zijn meegenomen.” Met 300.000 mensen die het Autosalon naar verwachting gedurende negen dagen zullen bezoeken, is er geen tekort aan anekdotes over problemen van allerlei aard. “Vorig jaar moesten we de hulpdiensten inschakelen omdat een bezoeker niet zag dat een elektrische achterklep dichtging en een hoofdwonde opliep. Dat is slechts een van de vele onvoorziene gebeurtenissen waarmee je te maken krijgt op een Salonstand.”
Duizenden monden te voeden
Met bijna 5.000 gasten (fleetklanten, dealers, genodigden voor nocturnes enzovoort) tijdens de Salonperiode moet de catering kunnen volgen. “We hebben besloten om een speciale cateringruimte te creëren voor al onze standen. Gedurende het hele Salon is er een cateraar aanwezig om maaltijden te serveren en de bar te runnen, die alleen op uitnodiging toegankelijk is.” Tot slot zullen verzamelaars van documentatie of promotieartikelen waarschijnlijk teleurgesteld zijn. “Het milieuaspect van een evenement zoals het Autosalon van Brussel is cruciaal geworden. Daarom hanteren we een ‘papiervrij’ beleid. We verdelen niet langer catalogi en tassen zoals we in het verleden deden. Het is wel mogelijk om toegang te krijgen tot een schat aan informatie via QR-codes op onze standen.”
.jpg?width=840)
Voor alle doelgroepen
De talrijke teams van de Belgische importeur zijn klaar voor het Salon en worden gedreven door een uitzonderlijk groepsgevoel, vooral omdat alle merken in hetzelfde paleis staan. “Het centrale onthaal en de kantoren op de stand worden nu gedeeld door alle afdelingen van D’Ieteren, wat bijzonder motiverend is voor iedereen. Het Salon is erg belangrijk voor ons en de voorlopige cijfers die door FEBIAC (de organisator van het Salon, n.v.d.r.) werden meegedeeld, zijn bijzonder bemoedigend. Bij ons vind je auto’s in alle prijsklassen, of ze nu elektrisch zijn of aangedreven worden door een verbrandingsmotor. Zowel particuliere als professionele bezoekers zullen zonder problemen vinden wat ze zoeken.”
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
