1. Lewis Hamilton
Vijfvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton haalde de hoogste score op onze redactie. De jonge Brit werd ontdekt door een zekere Ron Dennis die hem het team van McLaren binnenloodste. Na zijn eerste seizoen werd hij vice-kampioen gekroond (in 2008), om het seizoen erop helemaal bovenaan te eindigen. Vervolgens haalde hij met Mercedes de titel binnen in 2014, 2015, 2017 en… binnenkort. Nog indrukwekkender is dat hij even de jongste F1-kampioen ooit is geweest, een titel die hem weliswaar werd afgenomen door Sebastian Vettel, maar ook de enige piloot die in elk van zijn seizoen won. Met 71 overwinningen in de Formule 1 is hij er nog “maar” 20 verwijderd van het aantal dat Michael Schumacher heeft laten optekenen.
2. Ayrton Senna
Senna werd drie keer wereldkampioen, in 1988, 1990 en 1991. Dat hij zo’n mythisch figuur geworden is, heeft dus niet alleen met zijn dood in 1994 te maken (Senna crashte op het circuit van Imola). Op zijn naam staan 65 polepositions en 41 overwinningen op 10 jaar tijd. We denken ook terug aan de vetes met Alain Prost. Na de dood van Senna stond er een nieuwe topper klaar: Michael Schumacher.
Advertentie – lees hieronder verder
3. Michael Schumacher
Schumacher, Schumi voor de fans, is dé grote recordhouder uit deze lijst. We tellen niet minder dan 91 GP-overwinningen, 155 podiumplaatsen en 7 (!) wereldtitels. Schumacher haalde zijn eerste twee titels met Benetton in 1994 en 1995, om vervolgens naar Ferrari te verkassen. Met succes, zoals iedereen weet. Daarnaast was Schumi ook bekend voor zijn niet onbesproken gedrag op de piste. Hij kreeg het vaak aan de stok met andere coureurs, zoals met Damon Hill in 1994 (GP van Australië), Jacques Villeneuve in 1997 (Jerez) en Fernando Alonso in 2006 (Monaco). Na zijn pensioen reed hij weer even voor Mercedes, ditmaal zonder succes, om vijf jaar geleden zwaargewond te geraken bij een ski-ongeval. Vandaag weten slechts enkelingen hoe het écht met hem gaat.
4. Juan Manuel Fangio
Juan Manuel Fangio blijft een zeer grote naam in het wereldje. Hij eindigde helemaal bovenaan na het tweede F1-seizoen, met een Alfa Romeo, en tijdens de 6 volgende jaren rijfde de Argentijn nog eens 4 titels binnen. Eerst met Mercedes, daarna met Ferrari en Maserati. In 1958 hield hij de sport voor bekeken, in 1995 overleed hij in Buenos Aires.
5. Kimi Räikkönen en Fernando Alonso
Deze vijfde plaats wordt gedeeld door een vurige Spanjaard en een berekende Fin, zo berekend dat hij “Iceman” wordt genoemd. Alonso (rechts) was de eerste van het duo die een wereldtitel in de wacht kon slepen. Dat gebeurde in 2005 met Renault, terwijl hij in een woelige strijd met een zekere Michael Schumacher verkeerde. Het jaar erop zou die vete alleen maar toenemen. Räikkönen van zijn kant ging voor het eerst met goud lopen in 2007 met slechts een schamel puntje voorsprong op Lewis Hamilton. Kimi, die er niet in slaagde om zijn titel te verdedigen, vertrok op een WRC-avontuur om drie jaar later via Lotus F1 terug te keren naar de Ferrari-stal.
Na een turbulent seizoen 2007 bij McLaren in 2007, toen de samenwerking met Hamilton niet echt “hartelijk” was, keerde Alonso terug naar Renault, waar hij helaas terrein verloor. Na twee seizoenen hoopte hij er weer bovenop te komen bij Ferrari, die niets tegen Mercedes en Red Bull, konden beginnen, om in 2015 bij McLaren te tekenen met hoop op betere dagen… die nooit zouden komen. Al heeft de man wel andere raceplannen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be