De Renault Sport Clio V6 was een zogenaamd verjaardagsmodel. Niet om zomaar eender welke verjaardag te vieren, wel die van het honderdjarige bestaan van Renault. Men noemt dit bommetje wel eens een knipoog naar de 5 Maxi Turbo die in de beruchte Groep B rally snelle bochten afhaspelde, al herinneren wij hem ons vooral als de natte droom van een lange lijst jonge twintigers en dertigers.
Brute kracht
Anno 2022 zou het bijna ondenkbaar zijn, maar rond de eeuwwissel was het nog geen zonde om een auto zonder elektronische rijhulpmiddelen op de markt te brengen. Het gebrek daaraan maakte van de Clio V6 een katje dat je niet zonder handschoenen mocht aanpakken.
De aandrijving gebeurde achteraan en zijn zescilindermotor – een atmosferische, 230 tot uiteindelijk 255 pk sterke 3-liter 24-klepper – woonde vlak achter de twee stoelen en nam zowel de plaats van de achterbank als de volledige kofferruimte in.
Advertentie – lees hieronder verder
De Clio V6, waarvan de productie op ongeveer 3.000 exemplaren is blijven steken, werd een instant-klassieker en groeide uit tot een regelrecht collector’s item.
Het moest nog gekker worden
In een nieuwe documentaire (zie de YouTube-video onder dit artikel) wordt uit de doeken gedaan dat het aanvankelijke plan nog een pak wilder was. In feite begon het allemaal met een persoonlijk project met in de hoofdrollen het chassis en de krachtbron van een Ferrari, alsook het koetswerk van een Twingo.
Excuseer?
Aan Crown Unfiltered verklapte Axel Braun, senior design director bij Renault, dat hij in de jaren ’90 dol was op het design van de toenmalige Twingo, maar ook dat hij het jammer vond dat dat guitig modelletje steevast met een petieterig motortje werd verkocht. Het eerste idee was om er de driecilinder turbo (een 12-klepper) van de Daihatsu Charade GTti in te lepelen, goed voor 101 pk, maar dat dossier werd snel verticaal geklasseerd na problemen met de elektronica. Braun wilde ook gewoon meer. Véél meer.
Hij ging daarop op zoek naar een exotische auto waarvan de wielbasis min of meer overeenkwam met die van de Twingo. Hij vond die in de vorm van een Ferrari 308, ook bekend als de ‘dienstwagen’ van het tv-personage Magnum P.I., de privédetective die door Tom Selleck werd vereeuwigd. In theorie was de klus al geklaard, maar de praktijk moest natuurlijk nog volgen.
Braun was er wonderwel in geslaagd om Renault te overtuigen. Het merk zou hem een ongebruikte Twingo bezorgen, waarmee hij vervolgens zijn ding kon doen. En hoewel hij meermaals dicht bij de aankoop van een (verongelukte) 308 was gekomen, kreeg de man de nodige fondsen niet bij elkaar geschraapt om zijn droom werkelijkheid te doen worden.
Einde verhaal?
Niet helemaal. Braun had met zijn wilde plannen het hoofd van enkele invloedrijke toplui op hol gebracht. Eén daarvan was Patrick Le Quément, hoofd van design van Renault. Dankzij laatstgenoemde kreeg het project pas echt draagkracht en ging het veel verder dan een persoonlijk folietje.
Akkoord, van een Ferrari-aandrijving was geen sprake meer, maar de V6 die de Clio uiteindelijk zou uitrusten, geleend van de krachtigste Laguna, moest niet onderdoen op vlak van vermogen. De V8 van de Italianen, met ongeveer dezelfde cilinderinhoud, produceerde immers ‘maar’ 240 pk.
De rest, zoals ze zeggen, is geschiedenis.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be