Ben je een occasioneel motorrijder, dan gun je je motorfiets wellicht een jaarlijkse winterslaap. Wil je je stalen ros met liefde weer tot leven wekken, dan volg je best enkele weloverwogen stappen. Doe jij mee?
Samen met het aantal zonnestralen groeit ook het aantal motards dat in het voorjaar weer op onze wegen verschijnt. In tegenstelling tot de zogeheten doorrijders die de motorfiets ook tijdens de wintermaanden gebruiken, nemen zomerrijders best enkele voorzorgsmaatregelen vooraleer ze de tweewieler weer starten. We overlopen de belangrijkste zaken.
Wek je batterij tot leven
Voor alle duidelijkheid: wie zijn motorfiets voor lange tijd niet gebruikt, koppelt de batterij best los voor de winterslaap. Idealiter hang je de accu aan een druppellader op een niet al te koude en goed geventileerde plaats. Heb je dat de afgelopen winter gedaan, dan kan je de motorfiets wellicht zonder problemen weer starten.
Heb je die moeite niet gedaan, dan is de kans groot dat je batterij te ver ontladen is om een vlotte start te garanderen. Een batterij moet immers in topconditie zijn om een motor zonder problemen op gang te krijgen. En die conditie kan je weer verkrijgen als je de batterij voor je eerste rit weer helemaal oplaadt. Dat duurt welgeteld één nacht en een lader kost je amper enkele tientallen euro’s. Let wel: als je batterij volledig is ontladen of bevroren, dan kan je ze niet meer opladen en is ze dus aan vervanging toe. Trek er in dat geval zeker je les uit: voor de winter ontkoppelen en met zorg wegzetten aan de druppellader.
Advertentie – lees hieronder verder
Oliepeil controleren
Het klinkt misschien gek, maar de beste tijd voor een onderhoudsbeurt voor je motor is net voor de winterstalling. Dan wordt je stalen ros immers weggezet met nieuwe olie en is de kans op aantasting van interne motoronderdelen nihil. Maar goed: als je dat niet hebt gedaan, dan is er nog niet noodzakelijk een vuiltje aan de lucht, of in de olie. Wat je alleszins voor de eerste start moet doen, is je oliepeil controleren. Meestal kan dat met een doorkijkglas (raadpleeg je handleiding om dit te lokaliseren).
Als het oliepeil te ver is gezakt, dan bel je best de dealer even op om na te gaan welke olie er gebruikt is, zodat je die kan aanvullen voor je op pad gaat. Een te laag oliepeil kan zware motorschade tot gevolg hebben. Absoluut te mijden dus.
Schudden met de tank
Wie slim is, gooit de tank best helemaal vol vooraleer de motor te stallen. Op die manier verdampen er minder gassen uit de benzine en treedt er minder condensatie op. Dat laatste zorgt immers voor watervorming. Omdat water zwaarder is dan benzine, zakt dat tot onderin de tank. Gevolg: bij een eerste start gaat er geen benzine maar water naar de carburatoren of injectie en dat is geen goed recept voor een goede verbranding.
Heb je je benzinetank niet goed gevuld voor de winter, dan neem je best enkele voorzorgsmaatregelen: vul om te beginnen eerst je tank af met verse benzine. Beweeg vervolgens je motor van links naar rechts om de nieuwe en oude benzine (en het aanwezige water) goed door elkaar te mengen. Dat zou moeten volstaan om een goede eerste start te garanderen.
Heb je een motorfiets met carburatoren en ben je een beetje handig, dan zou je ook eerst de ‘oude’ benzine uit die carburatoren kunnen laten weglopen. Raadpleeg je handleiding om na te gaan welk schroefje je daarvoor moet losdraaien.
Ketting smeren
Motorfietsen met ketting hebben sowieso een regelmatige smeerbeurt nodig. Dat geldt zeker na een stilstand van enkele maanden. Het kettingvet droogt immers uit en trekt stof aan. Even met de spuitbus langs de ketting sprayen is dus geen overbodige luxe. Plaats je motorfiets op de middenbok en draai het achterwiel rond terwijl je met de kettingspray op de ketting mikt.
Bandendruk niet vergeten
Tot slot zet je ook de banden weer op druk. ‘Platte’ banden hebben immers een erg nadelige invloed op het rijgedrag van je motorfiets. Om nog maar te zwijgen van de extra slijtage en het hoger verbruik.
In je handleiding vind je doorgaans de voorgeschreven bandendruk die zal schommelen rond 2.2 bar vooraan en 2.7 bar achteraan. Heb je thuis geen compressor, dan rijd je best meteen naar het dichtstbijzijnde benzinestation. Daar kan je lucht bijvullen voor 0,5 euro (of gratis). Doorgaans moet je eerst de gewenste bandendruk instellen op een display. Daarna sluit je de slang aan op het ventiel van de band. Een geluidssignaal geeft aan wanneer de gewenste bandendruk wordt bereikt. Vervolgens ga je op dezelfde manier te werk voor de andere band.
De eerste kilometers
Is je motorfiets tot leven gewekt en ben je klaar voor de eerste rit? Probeer dan tijdens de eerste kilometers nog een keer de remmen. Het is ook geen slecht idee om tijdens een eerste stop ook de voorvork en achterschokdemper te controleren op lekken. Er mag geen spoor van olie te bespeuren zijn.
En dan is er natuurlijk de rijder zelf. Ook die moet weer even wennen aan de nieuwe lente. Plan dus niet meteen een rit in van honderden kilometers, maar geef jezelf de tijd om je motorfiets weer te leren kennen, de juiste reflexen aan te kweken en vooral te genieten van de hernieuwde ervaring. Fijne rit!
Lees ook :
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
