Bij Ford rept men er met geen woord over, maar de jongens van de financiële dienst balen zeker. Je zou voor minder: een exclusieve wagen lanceren en vaststellen dat alle exemplaren reeds verkocht zijn! Ofwel had de Blue Oval meer wagens moeten produceren dan de vooropgestelde 1.000 stuks, ofwel had men de prijs veel hoger moeten stellen. Waarschijnlijk heeft men getwijfeld op het moment van de prijszetting, in de stijl van: “Wat als we boven de psychologische grens van een half miljoen euro uitstijgen en we met die prijs niet de hele productie kunnen afzetten !? ». Kortom, Ford had de GT makkelijk 100.000 euro duurder kunnen prijzen en waarschijnlijk nog het hele lot verkocht …. en 100 miljoen meer verdiend! De gelukkige kopers van deze supercar kunnen er alleen maar wel bij varen, ook de zeven Belgen die de dikke cheque mochten tekenen…
Ontwikkeld voor Le Mans
Ik begon met deze financiële analyse om u duidelijk te maken dat we ondanks het blauwe ovalen logo op het koetswerk hier wel degelijk te maken hebben met een echte supercar die het dubbele kost van een Ferrari 488. Dus mag je wel erg veeleisend zijn, want op papier is de Ford GT dat zeker niet waard, met een V6-motor met 647 pk (zelfs SAE!) en een leeggewicht van 1.385 kg (of 15 kg meer dan de “bescheiden” Italiaan)… Hierdoor is de stormloop voor de bestellingen zeker niet ontstaan! Maar hoe dan wel?
In de eerste plaats door de exclusiviteit. Het is zeker dat met slechts 40 exemplaren voor Europa, je hier minder Ford GT’s zal tegenkomen dan Ferrari’s. Dat telt! Dan is er natuurlijk de stamboom, want net als zijn voorvader uit de jaren ’60, is ook deze wagen geconcipieerd om de 24 Uren van Le Mans te winnen. Die buit was trouwens al binnen bij de eerste deelname (in de GT klasse in 2016) en zijn roemrijke roots komen overal sterk tot uiting. De uitdrukking “van het racecircuit naar de weg” werd vaak misbruikt in de recente autogeschiedenis. Maar hier is het nochtans de zuivere waarheid. Aanvankelijk had Ford één objectief: de 24 Uren van Le Mans 2016 winnen om de 50e verjaardag van de eerste zege van de originele GT40 te vieren. Toen was er nog helemaal geen sprake van de productie van een nieuwe GT. Gedurende een jaar onderzochten de Amerikanen de mogelijkheden om dit project te realiseren op basis van de Mustang. Maar al snel kwamen ze tot de conclusie dat de noodzakelijke aanpassingen aan een eenvoudige « muscle car » te groot waren, zodat het beter was meteen van een schone lei te vertrekken.
Zo ontstond het idee voor deze GT van de derde generatie, meer dan 10 jaar na de lancering van zijn voorganger. De obsessie van Ford? Een zo kleine mogelijk frontaal oppervlak creëren om een minimale luchtweerstand te bekomen, die zo belangrijk is in de autosport en vooral op het circuit van Le Mans met zijn lange rechte stukken. Vandaar ook de zeer beperkte hoogte van de nieuwe GT. Een echte ranke hinde waartegen een Ferrari zowaar een olifant lijkt!
Advertentie – lees hieronder verder
Race tegen de tijd
Het racereglement voor Grand Tourisme wagens is duidelijk: elke wagen die in deze klasse wil deelnemen moet afgeleid zijn van een seriemodel. Ford heeft dat idee een beetje omzeild door eerst de gepaste racebolide om de 24 Uren van Le Mans 2016 te winnen te ontwikkelen, alvorens er een wegversie van af te leiden. Dat werd toegestaan, op voorwaarde dat er in 2016 minstens twee wegexemplaren werden geleverd. Dat lukte in extremis met een ‘bestelling’ van Bill Ford en zijn nummer 2. Zij zouden natuurlijk niet (publiekelijk) klagen over de eventuele mankementen van deze “testwagens”.
Het werd dus een race tegen de tijd om de productie voor het eind van vorig jaar te lanceren. Met als gevolg dat de eerste reeks voertuigen door enkele kleine technische mankementen werden geplaagd, waaronder ook twee van de drie wagens die we begin mei in Salt Lake City konden testen. Zo kreeg de eerste GT af te rekenen met een probleem aan de hydraulische ophanging die toelaat de rijhoogte in te stellen in functie van het gekozen rijprogramma. In de Track modus zakt het koetswerk meteen 5 cm en de voorkant kan in een fractie van een seconde gelift worden voor een verkeersdrempel. De tweede wagen waarmee we op circuit reden vertoonde een gebrek aan remvermogen.
De toekomstige GT-eigenaars moeten zich echter geen zorgen maken. Ford zal deze kinderziekten gauw de wereld uithelpen. Net zoals in de goede oude tijd, toen de eerste klanten van supercars ook de laatste “testrijders” waren. Vraag dat maar in de eerste eigenaars van een Lamborghini Miura of een Ferrari GTO : hun feedback was voor de constructeur cruciaal voor de verfijning van hun bolides. In mijn ogen maakt dit het Ford GT project nog mooier en passioneler want het gaat hier echt om prototypes die werden omgevormd tot Grand Tourisme wagens, om Ford toe te laten Le Mans te winnen.
Het is zeker deze filosofie en de winst in Sarthe in juni 2016 die het Amerikaanse merk heeft toegelaten de voorziene 1.000 exemplaren nog voor de perstesten te verkopen. Het is een beetje de wereld op zijn kop, want tegenwoordig is een Ferrari of een Lamborghini nagenoeg perfect! Dan moest ik alleen nog even checken of de wegversie van de Ford GT niet te “gortig” was. Stel u maar even in de plaats van de zeven Belgen die reeds een cheque van een half miljoen euro hebben getekend: aangezien ik de enige landgenoot ben die al met deze wagen heeft gereden, zullen ze waarschijnlijk dit artikel zeer aandachtig lezen. Spannend!
Vaste stoel
Na een uur technische uitleg, die ik u zal besparen, komt eindelijk het moment om het circuit op te gaan. Of toch bijna, want voor mij rijden eerst drie Engelse journalisten … en als het mijn beurt is, geeft de hydraulische ophanging er de brui aan. Daarop gaat men haastig op zoek naar een andere auto, wat gelukkig ook meteen gepiept is. Even vrees ik mijn 1,90 meter niet in de ultra-lage wagen te krijgen, zeker met de helm met HANS (het anti-whiplash systeem) op, maar het lukt als ik de rugleuning niet te verticaal zet.
Wat lengteregeling van de stoel betreft … die is er niet. Net zoals in de moderne GT-racewagens zijn enkel de pedalen en het stuur verstelbaar. Hiermee kan je de perfecte zitpositie vinden! Het opbergen van mijn persoonlijke spullen is iets moeilijker. Mijn portefeuille raak ik kwijt in het mini-opbergvakje onder de stoel, in een nis past net mijn GSM … maar mijn agenda moet ik ergens in een “opening” van de cockpit proppen. Het is allemaal wat krap, maar deze speurtocht liet me wel toe de afwerking van het interieur aan een inspectie te onderwerpen.
De cockpit van de GT ziet er prachtig met een overheersing van carbon (waaruit ook het chassis is opgetrokken) en enkele lederen accenten. Echt geslaagd en tegelijk modern, sober, elegant en « very racing ». Hetzelfde geldt voor het stuurwiel dat heel wat functies groepeert, (jammer genoeg) ook de bediening van de knipperlichten, zoals bij Ferrari. En zoals het hoort op een Amerikaanse wagen zijn er ook twee bekerhouders voorzien. De koffer valt dan weer piepklein uit, want ze is amper groter dan het handschoenkastje van een monovolume! En gezien de positionering ervan, net achter de motor, bewaar je er best geen chocoladereep in!
Geluid van steentjes…
De motor komt tot leven met een druk op de rode knop tussen de stoelen. Meteen valt me op dat de hoofdinstructeur van het circuit in Utah die me vergezelt wel erg dicht naast me zit, want onze ellebogen raken elkaar. Een beetje krap dus, maar anderzijds ideaal voor een romantisch uitje! Zo moet je bovendien ook niet te luid tegen elkaar praten om boven de stevige sound van de motor uit te komen. Het valt trouwens niet meteen op dat er een zescilinder in mijn rug gromt. Als men me had gezegd dat de krachtbron twee cilinders meer heeft, had ik het zeker geloofd! De motor produceert een fraai geluid, zowel stationair als bij acceleraties. Bovendien is de geluidsisolatie prima voor een dergelijke sportieveling, zoals ik later cruisend in 7e versnelling bij een gezapig tempo zou kunnen ondervinden. Wel hoor je het kleinste steentje tegen het carbon chassis tikken, zoals in een racewagen. Maar eens je weet wat dit voorstelt, vind ik die eigenschap zelfs leuk omdat ze bijdraagt tot het « racing » karakter van deze bolide.
En karakter heeft de Ford GT op elk vlak. Buiten het unieke exemplaar van de Gillet Vertigo Spirit, had ik nooit voorheen de gelegenheid om een auto gehomologeerd voor de weg te besturen die zo dicht bij een racewagen aanleunt. De enige bedenking is dat hier het ESP zelfs in de « Track » modus actief blijft, al is dat zeer discreet, en daardoor de bestuurder wel het nodige vertrouwen geeft om meteen zorgeloos het volle pond te geven.
Het indrukwekkendste aan deze wagen is zijn perfect evenwicht. Zijn limieten liggen uiteraard erg ver en je moet dan ook al heel wat GT-ervaring op circuit hebben om die te bereiken. Maar eens je daarin slaagt, kan je met deze auto echt doen wat je wil. Afhankelijk hoe je de bocht aansnijdt of uitkomt, reageert de Ford GT licht onderstuurd of overstuurd. Dat hangt van de piloot af! De actieve stroomlijn steekt een handje toe in de snelle bochten, al zou een grotere achterspoiler (zoals op de raceversie) welkom zijn om de bochten van meer dan 200 km/u nog sneller door te sjezen. Maar voor een seriemodel presteert hij al heel indrukwekkend. Audi zou er een voorbeeld aan mogen nemen voor zijn R8, die duidelijk neerwaartse druk mist bij zeer hoge snelheid.
Het was alleen jammer dat mijn “vervangwagen” een probleem had met de remmen die niet goed aangrepen. Zelfs als ik het linkerpedaal met alle kracht intrapte (dus het rempedaal omdat het hier om een sequentiële versnellingsbak met peddels aan het stuur gaat), was het een goede seconde wachten vooraleer je het stopvermogen voelde dat je op een dergelijke bolide verwacht. Later kon ik echter op de wagen voor de wegtesten vaststellen dat mijn “circuitauto” een remprobleem had, zoals ik veronderstelde. Zoals ik zei: er wordt nog wat geëxperimenteerd!
Het is trouwens het bedrijf Multimatic, bekend uit de autosport, dat de 1.000 GT’s voor Ford zal bouwen … en dus zonder twijfel de volgende weken nog een flink tandje zal moeten bijsteken, zodat de volgende geleverde exemplaren aan de verwachte kwaliteitseisen zullen voldoen. Maar nogmaals, deze situatie is ontstaan omdat de eerste exemplaren van de GT klaar moesten zijn voor de 24 Uren van Le Mans 2016 … en dus ook de eerste exemplaren van de wegversies vorig jaar geleverd moesten worden.
Daarom mogen deze kleine schoonheidsfoutjes vergeven worden, zeker omdat het rijplezier op en top is verzekerd. Het samenspel tussen het verbluffende chassis, de subliem reagerende versnellingsbak (die echter wat hoger in de toeren zou mogen gaan bij het terugschakelen om nog meer motorrem te bieden) en de “kleine” 3.5 turbomotor die perfect werk levert, is grandioos! Hopelijk aarzelen de toekomstige eigenaars van deze bolides niet om af en toe eens op een circuit te gaan rijden, want daarvoor is deze wagen echt gemaakt. De Ford GT kreeg zelfs een rolkooi die in het voorruitkader werd geïntegreerd. Een intelligente en elegante oplossing! Het vijfpuntsharnas is daarentegen optioneel. Maar het is zeker aan te raden omdat je daarmee echt één wordt met de auto en uiteraard ook beter beschermd bent bij een crash.
Turbogat
Natuurlijk zal u na deze lovende beschrijving van de kwaliteiten van de Ford GT op een circuit denken dat hij zich op de weg als kruisraket zonder enige vorm van comfort zal gedragen. Wel dat is helemaal niet zo! Verrassend genoeg is het mogelijk lange trips zonder rugpijn te maken als de “comfort”-stand van de actieve ophanging is ingeschakeld. Ik durf zelfs te stellen dat de Ford GT comfortabeler is dan een Ferrari, ondanks zijn duidelijke superioriteit op de piste. Er is zelfs een cruise control aanwezig.
De enige teleurstelling vond ik de reactietijd van de turbo in de lagere regionen. Terwijl ik op het circuit (en dus in de hoge toeren) versteld stond van zijn onmiddellijke reactie bij het uitkomen van de bocht, was het op weg telkens even wachten vooraleer je de turbo in actie voelde komen. Dit fenomeen doet zich enkel onder 3.000 tr/min voor. Als je in 7e versnelling vanaf 2.000 toeren wil hernemen, word je dus losgereden door de eerste de beste pick-up. Dit is dus zeker nog een aandachtspuntje voor Ford. Maar verder niets veranderen aub!
Besluit
De waarde van een supercar is altijd een beetje subjectief. Het zou niet correct zijn te beweren dat deze Ford GT echt twee Ferrari’s 488 waard is. Maar hij biedt wel dat tikkeltje passie, historiek en opwinding, dat maakt dat wie er een half miljoen euro voor heeft neergeteld er geen spijt van zal krijgen!
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be