De waterstofauto is niet meteen nieuw. Reeds 20 jaar geleden deden Mercedes en GM (via Opel) hiernaar onderzoek en lieten respectievelijk een B Klasse en een Zafira op deze technologie functioneren. Toen namen de noodzakelijke systemen zowat de hele achterpartij van deze monovolumes in beslag, maar alles werkte, het moest alleen verder “geminiaturiseerd” worden. Er werd intussen meermaals overwogen om waterstof in auto’s te gebruiken. BMW en Mazda vervingen bijvoorbeeld de benzine door waterstof in klassieke motoren, die uiteraard enige aanpassingen ondergingen. Maar dat bleek toen niet de te volgen weg voor Mercedes en Opel, of nu voor Toyota en Hyundai.
Brandstofcel
De kenners mogen de volgende passage overslaan, de anderen kunnen nog iets bijleren. Bij Toyota, Hyundai of Honda wordt de waterstof gebruikt in een brandstofcel. Weet dat elektrolyse tot doel heeft waterstof en zuurstof te scheiden door een elektrische stroom door water te sturen. Een brandstofcel doet net het omgekeerde: door een chemische reactie wordt de zuurstof uit de lucht gebonden aan de waterstof uit de tank in de auto, waardoor er elektriciteit ontstaat en er verder enkele waterdamp uit de uitlaat komt. Kortom, een waterstofauto is eigenlijk een elektrisch voertuig dat zijn eigen stroom produceert.
Advertentie – lees hieronder verder
Voor- en nadelen
Het belangrijkste voordeel tegenover een elektrisch voertuig is dat de autonomie op waterstof veel groter is. En als de tank leeg is, duurt het slechts 5 minuten om ze weer helemaal te vullen, tegenover verscheidene uren voor een wagen op batterijen. Zijn er nadelen? Jazeker. Vooral het feit dat er nog zeer weinig tankstations voor waterstof zijn, zelfs nog minder dan elektrische laadpunten. In Frankrijk vind je er tussen 20 en 30. In Duitsland zal in 2021 de kaap van 200 stations doorbroken worden. Maar bij ons zijn er slechts 2 op dit moment, al kondigde de Colruyt Groep aan weldra 5 nieuwe tankstations te openen in zijn DATS 24 netwerk, die normaal operationeel zullen zijn tegen juni 2021. Er komt dus schot in de zaak.
Tweede generatie
Vandaag lanceert Toyota de tweede generatie van de Mirai. De eerste dateert van 2016 en was een echte pionier, want nooit voorheen was er een personenwagen met een brandstofcel op de markt. Sindsdien kwam er slechts één vergelijkbare concurrent bij: de SUV Hyundai Nexo, die in 2018 werd gelanceerd. Maar laten we eerlijk zijn, naast het bevoorradingsprobleem door een gebrek aan tankinfrastructuur, had de eerste Mirai nog een serieuze handicap: zijn zeer “bijzondere” look, om het beleefd uit te drukken. Desondanks wist dit model wereldwijd 11.000 kopers te overtuigen, maar toch besefte Toyota dat er voor de definitieve doorbraak van waterstof meer wagens verkocht moesten worden. En daarvoor moest de constructeur zijn product aantrekkelijker maken. Daarom breekt de nieuwe Mirai radicaal met zijn voorganger en neemt nu de trekken aan van een sportieve en stijlvolle berline. Die aanpak komt ook terug in het interieur: de “ruimteschip” look van de eerste Mirai maakte plaats voor een klassiekere en beduidend luxueuzere sfeer. Met uiteraard toptechnologie aan boord, want vind je hier alle mogelijke rijhulpmiddelen en geconnecteerde multimedia uitrusting.
Het enige minpunt hier is de zitruimte achterin. Want ook al werden de componenten van een brandstofcel compacter, toch nemen ze nog heel wat plaats in. Voor de installatie van de batterij (want die is hier ook nodig) bleef er maar één plek over: de ruimte tussen de achterbank en de koffer. Het gevolg: het koffervolume is slechts middelmatig en de zitplaatsen achteraan vallen zelfs krapper uit dan in een Yaris. Wat toch sneu is in een wagen van ruim 5 meter lang.
Avant-garde maar normaal
Dan de vraag van één miljoen: hoe rijdt zo’n « futuristisch » voertuig? Om eerlijk te zijn: heel normaal. De Mirai laat zich besturen als om het even welke elektrische wagen. Met 184 pk en 300 Nm zijn de prestaties behoorlijk (0-100 km/u in 9,2 seconden) en lost het comfort de verwachting in van deze wagen met de looks van een grote berline. Dit is inderdaad een fraaie cruiser waarin de reservoirs met 5,6 kg waterstof (of 142,2 liter) een rijbereik van 650 km toelaten. Als je weet dat in België waterstof iets minder dan 10 €/kg kost, valt een rit met de Mirai niet duurder uit dan een limousine op benzine van een vergelijkbaar formaat.
Te dure technologie?
Toyota veranderde de looks van zijn Mirai, verbeterde de prestaties, het verbruik en het rijbereik, maar dat is niet alles: ook de productiekost werd aanzienlijk teruggeschroefd. In zulke mate dat de nieuwe generatie 20% goedkoper is dan de eerste: ongeveer 63.000€ (de definitieve prijs is nog niet bekend). Dat is een stevige prijs, die echter wel veel lager is dan een Tesla Model S.
Conclusie
Het klopt inderdaad dat waterstof nog met een probleem zit: de milieubalans van zijn productie. Maar op dit vlak gebeurt er heel wat onderzoek en bereikt men stilaan een neutraal niveau. Eens dat het geval is, worden waterstofauto’s (zoals de Toyota Mirai) een veel realistischer en handiger alternatief dan de elektrische wagens met enkel een batterij. Afwachten maar.
De Toyota Mirai in cijfers
Motor: elektrisch, 184pk / 300Nm
Aandrijving: naar de achterwielen
Versnellingsbak: automaat 1 verhouding
Batterij: brandstofcel (waterstof)
Gem. Verbruik: n.b.
Tank H2: 5,6 kg (142,2 liter)
Gem. rijbereik: 650 km
L/b/h (mm): 4.975/1.885/1.480
Leeggewicht (kg): 1.900
Koffervolume (l): n.b.
Batterij (kWh): 50
0 tot 100 km/u (sec.): 9,2
Topsnelheid: 172 km/u
Prijs (BTWi): +/- € 63.920
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be