Wat hadden we graag een vlieg geweest tijdens de vergadering waarop het Z1-project in 1988 werd goedgekeurd. Velen vragen zich af wat de besluitvormers bij BMW had gemotiveerd om zo’n frivool model te valideren, waarvan het concept mijlenver verwijderd lag van dat de andere producten van het gamma. De Z1, die in 1986 voor het eerst aan het publiek werd voorgesteld, was in feite de eerste creatie van BMW Technik, een kleine afdeling met 100 werknemers in dienst, die als doel had nieuwe trends te lanceren. Moet gezegd dat het toen al lang geleden was dat de fabrikant uit München nog een roadster had verkocht. De laatste was de sublieme 507, waarvan er tussen 1955 en 1959 slechts 254 zijn gebouwd.
In tegenstelling tot die 507 was de Z1 wigvormig en eerder hoekig van vorm, met lijnen die perfect bij de jaren tachtig pasten. BMW Technik kreeg carte blanche om een futuristisch en origineel project te creëren. Vandaar ook zijn naam: de Z staat voor “Zukunft”, “toekomst” in het Duits. Verschillende configuraties kwamen in aanmerking, maar uiteindelijk werd beslist om de motor centraal achter de vooras te plaatsen.
Het idee van de dag
Het Z1-team liet zich inspireren door roadsters met uitneembare canvasdeuren uit het eerste deel van de 20ste eeuw. Dit idee werd meteen van tafel geveegd vanwege het gebrek aan comfort. Vervolgens stelde iemand voor om intrekbare deuren te ontwerpen. Dat bleek wel het idee van de dag (zeg maar het jaar) waarmee dus automobielgeschiedenis werd geschreven.
De carrosseriepanelen van plastic kwamen van General Electric Plastics in de VS en werden rond een gegalvaniseerde stalen monocoque van Baur geplaatst (je weet wel, het bedrijf dat 3 Reeks cabrio’s maakte voordat BMW dat deed). Als klap op de vuurpijl kreeg de Z1 een beschermende plaat onderaan, met een zeer interessante Cx-waarde als resultaat.
Advertentie – lees hieronder verder
Jammer genoeg vond men een straffe aandrijving blijkbaar minder prioritair: BMW nam genoegen met de motor en de versnellingsbak van een E30 325i, zonder dat daar bijzondere aanpassingen aan werden gedaan. De 2,5-liter zes-in-lijn ontwikkelde een magere 170 pk bij 5.800 toeren per minuut, wat gerust een pak meer had mogen zijn, zelfs rekening houdend met de tijdsgeest.
Fragiel
Wie zichzelf vandaag een BMW Z1 cadeau doet, mag zichzelf als een liefhebber omschrijven. BMW bouwde er amper 8.000 exemplaren van tussen 1988 en 1991, dus veel keuze heb je niet. Tel tussen 40.000 en 70.000 euro voor een Z1 in goede staat. Dit laatste is trouwens essentieel omdat veel onderdelen niet meer verkrijgbaar zijn bij het merk zelf. Een nog groter probleem is de fragiliteit van deze cabrio. Er is vakkennis nodig om aan de portieren te werken en de aandrijfriemen moeten om de 7 jaar worden vervangen. Bovendien verouderen de koetswerkpanelen slecht in de zon. Meer nog: na verloop van tijd kunnen ze barsten vertonen. Weet ook dat de Z1 niet geschikt is als dagelijks vervoermiddel vanwege de onpraktische deuren en het gebrek aan kofferruimte. Een lichtpuntje: de meeste Z1’s hebben weinig gereden aangezien de meeste klanten hem als tweede wagen voor de weekends kochten.
Laat de zon maar schijnen
De Z1 van lezer Benoît werd voor het eerst geregistreerd in maart 1991. Hij werd indertijd nieuw in België gekocht en was uitgerust met merkwaardige lederen zetels in “militaire” stijl. Gepassioneerd door oldtimers, kocht onze man deze BMW in 2012 met iets meer dan 33.000 km op de teller. Da’s de wagen waarmee wij een proefrit mochten maken, onder een stralende zon dan nog.
Een simpele druk op de vergrendelknop aan de rechterzijde van het deurtje volstaat om deze in de zijkant van de auto te laten verdwijnen. De rest van het manoeuvre ligt iets minder voor de hand, aangezien je over een serieuze drempel moet. Vervolgens moet je je rechterbeen onder het stuurwiel plaatsen, je laten glijden en om uiteindelijk je linkerbeen erbij te halen. Lastig allemaal, maar eens je gesetteld bent, voel je je wel behoorlijk goed in deze Z1. Zijn interieur bevat trouwens veel elementen van andere BMW-modellen van dezelfde periode.
Hoewel zeer soepel en muzikaal, maakt de zescilinder geen kanonskogel van de Z1, verre van zelfs. De fout ligt bij de versnellingsbak die over een veel te lange overbrengingsverhouding beschikt. De verzetswissels verlopen weliswaar zeer soepel, veel meer dan verwacht, maar deze auto is duidelijk ontworpen om te cruisen en niet om aan te vallen. Want hoewel dit best een koppelrijke machine is, kan zijn stijve chassis duidelijk een pak meer vermogen aan. Weet dat Alpina destijds een 200 pk sterke versie heeft ontwikkeld, waarvan slechts 66 stuks werden geproduceerd.
Te onthouden…
De Z1 was BMW’s minder geslaagde uitstapje naar de wereld van de roadsters, ook al had hij bepaalde kwaliteiten. Hij effende vooral de weg voor de veel minder complexe – en veel succesvollere – Z3 en Z4.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be