Onlangs heeft de ministerraad een wetsontwerp bekrachtigd dat biobrandstoffen uit de landbouw verbiedt. Gezien de mogelijke dreiging van een voedselcrisis en de algemene prijsstijgingen, is deze praktijk niet meer van deze tijd. Volgens FIAN, een organisatie die ijvert voor het recht op voedsel, heeft een onderzoeker van UCLouvain zelfs aangetoond dat 30 procent van de granen in Wallonië gebruikt wordt voor de productie van biobrandstoffen.
Het is de bedoeling dat het aandeel van biobrandstoffen aan de pomp geleidelijk daalt: minder dan 4,5 procent bio-ethanol in 2030 en minder dan 2,5 procent biodiesel. De producten op basis van palmolie en soja worden vanaf 2024 verboden.
Hoewel België zich dus voorbereidt om biobrandstoffen uit de landbouw te verbieden, hebben de autoriteiten nog geen standpunt ingenomen over de biobrandstoffen van de tweede of derde generatie, afkomstig uit de recyclage van afval, gebruikte oliën, dierlijke vetstoffen en binnenkort ook bosresiduen, cellulose, algen en zelfs CO2. Die stoffen hebben niets meer te maken met de granen op ons bord. Maar ze kunnen een belangrijke troef zijn, zo blijkt in landen die traditioneel wat verder staan dan ons land op dit vlak.
Tweede generatie biobrandstoffen
Advertentie – lees hieronder verder
De sector van de biobrandstoffen van de tweede generatie is in volle ontwikkeling. Ga maar eens kijken in de haven van Rotterdam, waar het Finse oliebedrijf Neste (dat biobrandstoffen produceert) recent enorme investeringen heeft gedaan in een raffinaderij en verwerkingsterminal voor biobrandstoffen uit afval. Oorspronkelijk werd dit product gebruikt om diesel van slechte kwaliteit te verbeteren, maar de zaken zijn geëvolueerd. Vandaag weten we dat biobrandstoffen van de tweede generatie nodig zullen zijn. De elektrische transitie is in volle gang, maar het spreekt voor zich dat in 2040 nog maar een klein deel van het Europese wagenpark elektrisch zal zijn. Wellicht bedraagt het aandeel van de elektrische wagens in België maar 27 procent in 2035.
Europa heeft op dit vlak al stappen gezet. Sinds 2018 is er de Europese richtlijn RED II over het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, inclusief biobrandstoffen. Minister van Energie Tine Van der Straeten (Groen) heeft nu een wetsontwerp gemaakt dat deze richtlijn omzet in Belgische wetgeving. Dat is nog niet voor meteen, want het duurt nog zeker zes maanden voor de wettekst de hele weg heeft afgelegd. Dit is rijkelijk laat. Misschien wel te laat, want Europa werkt intussen al aan de RED III-richtlijn …
Enorm potentieel
Het potentieel voor biobrandstoffen van de tweede generatie is enorm, al was het maar om ze te mengen met conventionele brandstof. Andere Europese landen hebben niet gewacht om maatregelen in die zin te nemen. In de Scandinavische landen ligt het wettelijke percentage al op 20 procent en Zweden streeft ernaar dit aandeel te verhogen tot 66 procent in 2030. Zelfs bepaalde Amerikaanse staten zoals Californië willen graag een mix van 20 procent halen, terwijl Nederland en Spanje streven naar een aandeel van 28 procent.
België is helaas niet zo ambitieus, omdat er hier geen stimulans bestaat om deze hernieuwbare en duurzame producten te gebruiken. De voormalige minister van Energie, Marie-Christine Marghem (MR), wou het percentage biobrandstof verhogen tot 13,9 procent in 2030, maar de huidige minister Tinne Van der Straeten (Groen) houdt dit voorstel tegen. Ze blokkeert ook het gebruik biobrandstoffen van de nieuwe generatie. Het doel van Groen is zoals bekend inzetten op elektriciteit of waterstof, niet het tijdperk van de verbrandingsmotoren verlengen, hoe zuiver die ook mogen zijn.
Nog te duur
Biobrandstoffen van de tweede generatie, zoals HVO100-diesel van Neste, zijn ook beschikbaar als ‘zuiver’ product of anders gezegd als 100 procent synthetische brandstof zonder de minste druppel aardolie. Het probleem is de prijs. Je betaalt namelijk meer dan 3,7 euro per liter in de tankstations die deze brandstof verdelen, namelijk TotalEnergies, Maes en Q8. Aangezien klassieke diesel iets meer dan 2 euro kost, wordt het moeilijk om automobilisten te overtuigen. Het prijsverschil is te wijten aan het productieproces, dat vandaag nog veel duurder is dan dat van de traditionele olie-industrie.
Toch heeft deze formule veel voordelen. Aan de uitlaat daalt de uitstoot van stikstofoxiden met 10 procent en die van roet met 30 procent. In de volledige cyclus zakt de CO2-uitstoot met 90 procent tegenover klassieke diesel aangezien het gebruikte organische afval tijdens zijn levensduur al CO2 heeft opgenomen.
Synthetische diesel is momenteel te duur, maar toch is het een goede oplossing om het autogebruik koolstofarm te maken. Oliemaatschappijen willen het prijsverschil tussen conventionele en synthetische brandstof terugbrengen tot 15 cent per liter, wat redelijk lijkt. Ook op dit vlak zien we geen enkele beweging bij de Belgische overheid, die weinig ambitie toont voor deze hernieuwbare brandstoffen, noch om hun gebruik te stimuleren, noch om ze fiscaal aantrekkelijker te maken. Momenteel zijn de accijnzen even hoog als bij conventionele brandstoffen, wat helemaal geen steek houdt nu we in een energietransitie zitten.
Het valt nog te bezien of België in de voor- of achterhoede zal meespelen. Bij de huidige onderhandelingen voor de RED III-richtlijn op Europees niveau is sprake van een verplicht aandeel van 29 procent biobrandstoffen van de tweede generatie. We zullen in september zien of dit bevestigd wordt…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be