De voorstellen van de Commissie zijn “met elkaar verbonden en vullen elkaar aan”, aldus de Europese uitvoerende macht woensdag. Elk voorstel zal nu worden bestudeerd door leden van het Europees Parlement en de lidstaten, die zullen proberen om er hun eigen stempel op te drukken. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste voorstellen die werden ingediend:
Wegvervoer
Ursula von der Leyen heeft woensdag herhaald dat de EU op veel gebieden vooruitgang boekt op het gebied van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (BKG), maar niet op het gebied van transport. Wegvervoer alleen al is verantwoordelijk voor bijna een vijfde van de totale uitstoot in de EU.
Om deze trend te keren, stelt de Commissie voor de CO2-emissienormen voor nieuwe auto’s en bestelwagens aan te scherpen. Momenteel bedraagt het aan de fabrikanten opgelegde gemiddelde (met variaties van fabrikant tot fabrikant) 95g CO2/km, met geplande verlagingen in 2025 en 2030. Deze verlagingen zouden nog ambitieuzer worden: respectievelijk -55 en -50% voor auto’s en bestelwagens die in 2030 op de weg worden gebracht, en vervolgens een verlaging met 100% tegen 2035, wat betekent dat nieuwe personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen in dat jaar “zero emission” moeten zijn. Dit betekent geen nieuwe benzine- of dieselauto’s meer, maar ook geen hybrides, iets waar Frankrijk zich al openlijk tegen heeft verzet.
De afwijking voor kleine fabrikanten zou in 2030 worden afgeschaft.
Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de noodzakelijke infrastructuur. De Commissie wil de lidstaten daarom verplichten het aantal laadpalen en waterstofstations uit te breiden. De doelstellingen zouden worden gekoppeld aan de evolutie van het wagenpark (voor elke elektrische auto die in een lidstaat wordt geregistreerd, zou deze lidstaat 1kW oplaadcapaciteit moeten installeren).
Advertentie – lees hieronder verder
Daarnaast stelt de Commissie voor een nieuwe regeling voor de handel in emissierechten in het leven te roepen die betrekking zou hebben op de levering van brandstoffen voor het wegvervoer, alsook op brandstoffen voor de verwarming van gebouwen. Deze zou vanaf 2026 operationeel zijn, met een emissieplafond, dat vervolgens elk jaar geleidelijk zou worden verlaagd.
Lucht- en zeetransport
De regeling zou worden uitgebreid tot de emissies van grote schepen op reizen binnen de EU of die een Europese haven aandoen, en ook voor de luchtvaart zal men strenger worden. De intra-EU-luchtvaart valt al onder de wet rond de handel in emissierechten (ETS), maar met weinig effect. Op het menu staat dus een geleidelijke vermindering van de totale emissierechten (-4,2% per jaar) voor de luchtvaart en het einde van de zogenaamde gratis emissierechten in 2026. De EU wil ook bepaalde vluchten buiten de grenzen van Europa aanpakken, via het CORSIA (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation).
De Commissie stelt ook een verordening voor die voorschrijft dat vliegtuigen en schepen in grote havens en luchthavens ‘groene’ elektriciteit moeten kunnen gebruiken. Leveranciers van brandstoffen voor schepen en vliegtuigen moeten eveneens hun aandeel van de aangeboden duurzame brandstoffen vergroten.
Specifieke doelstellingen per land
De Commissie stelt voor om de wetgeving waarin het aandeel van elk land inzake de inspanningen om de broeikasgassen terug te dringen is vastgelegd, te wijzigen. Deze landenspecifieke doelstellingen hebben betrekking op niet-ETS-sectoren, zoals landbouw, bouw en industrie, goed voor ruwweg 60% van de broeikasgasemissies van de EU.
Voor België zal de reductiedoelstelling voor 2030 (ten opzichte van 2005) naar verwachting stijgen van -35% tot -47%. Er wordt rekening gehouden met het BBP per hoofd van de bevolking (een rijk land moet meer inspanningen leveren), maar ook met de kosteneffectiviteit van de mogelijke maatregelen, aangezien een zekere soepelheid wordt gehandhaafd.
Energie
Hernieuwbare energie moet worden gestimuleerd omdat “de energiesector verantwoordelijk is voor 75% van de uitstoot van broeikasgassen in de EU”, aldus de Commissie. Zij stelt een nieuw bindend gemeenschappelijk streefcijfer voor: een aandeel van 40% hernieuwbare energie in de EU als geheel tegen 2030 (tegenover 19,7% in 2019). Gebouwen zijn grote energieverbruikers en moeten tegen die tijd ten minste 49% hernieuwbare energie gebruiken.
Door verschillende richtlijnen te herzien, wil de Commissie schonere brandstoffen financieel aantrekkelijker maken, “de opkomende waterstofmarkt ondersteunen” en “de lidstaten verplichten er collectief voor te zorgen dat het energieverbruik tegen 2030 met ten minste 9% wordt verminderd ten opzichte van het referentiejaar 2020”.
Met de herziening van het EU-kader voor de belasting van energieproducten wil de Commissie er ook voor zorgen dat “verouderde vrijstellingen en stimulansen voor het gebruik van fossiele brandstoffen in de luchtvaart- en zeevaartsector van de EU worden afgeschaft, terwijl tegelijkertijd schone technologieën worden bevorderd”.
De bestaande regeling voor de handel in emissierechten, die in 2005 is ingevoerd, zal worden aangescherpt: de onder de regeling vallende sectoren moeten hun emissies tegen 2030 met 61% hebben teruggedrongen ten opzichte van het niveau van 2005, “wat neerkomt op een stijging met 18 procentpunten ten opzichte van de huidige bijdrage van de regeling aan de klimaatdoelstelling van de EU van -43%”. Het totale emissieplafond zou dus sneller moeten dalen, en de Commissie stelt ook voor het systeem te hervormen om het doeltreffender te maken. In het voorstel van de Commissie worden de gratis rechten voor energie-intensieve industrieën echter gehandhaafd, “ten minste tot 2030”.
Om te voorkomen dat inspanningen in de EU ertoe leiden dat vervuilende productie naar derde landen wordt verplaatst, wordt een koolstofaanpassingsmechanisme aan de grens ingevoerd. Zij moet geleidelijk worden ingevoerd, tegelijk met de geleidelijke afschaffing van de omstreden gratis emissierechten.
Bossen
De natuurlijke “koolstofputten” die door bossen worden gevormd, hebben de laatste jaren de neiging vertoond af te nemen. Deze trend moet worden omgebogen. De Commissie stelt voor bindende streefcijfers per land in te voeren om de netto koolstofabsorptie tussen 2026 en 2030 te verhogen, en “de desbetreffende nalevingsregels aanzienlijk te vereenvoudigen”. Dit zou moeten leiden tot een netto koolstofabsorptie van 310 miljoen ton CO2-equivalent in de EU in 2030, een stijging met ongeveer 15% ten opzichte van vandaag. De Commissie heeft het ook over een plan om tegen 2030 in heel Europa drie miljard bomen te planten.
Een rechtvaardige overgang
Sommige van de maatregelen zullen waarschijnlijk op de een of andere manier geld kosten voor de Europese burgers. De Commissie houdt echter vol dat men een groene overgang wil die “sociaal rechtvaardig” is. Daarom wordt voorgesteld om parallel daarmee een nieuw “Sociaal Klimaatfonds” op te richten. Voor de periode 2025-2032 zou 72,2 miljard euro uit de EU-begroting ter beschikking worden gesteld, waarbij de lidstaten hetzelfde bedrag zouden medefinancieren, zodat de actiemogelijkheden voor deze periode zouden oplopen tot 144,4 miljard euro.
Het fonds moet worden gebruikt om de meest kwetsbare burgers op het gebied van energie en mobiliteit te ondersteunen, bijvoorbeeld door de kosten van stijgende brandstofprijzen te verlichten. “Energiearmoede treft momenteel tot 34 miljoen mensen in de EU”, merkt de Commissie op.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be