Robert Opron werd in 1932 geboren in Picardië. Al snel verhuisde hij met zijn ouders naar Afrika, waar hij een passie ontwikkelde voor auto’s, vooral de prachtige auto’s van de Europese kolonisten begin jaren ’40. Met zijn achitectendiploma in de hand ontwierp hij machines voor de suikerindustrie en, later, communicatiemiddelen voor ongeletterde arbeiders in een vliegtuigfabriek. Uiteindelijk sloot uit zich aan bij het ontwerpteam van het Franse automerk Simca. Vreemd genoeg was zijn eerste project het ontwikkelen van een auto in teken van het jaar 2000 in opdracht van… het tijdschrift Kuifje! Opron begon aan het ontwerp van de Fulgur, een voertuig dat meer leek op een vliegende schotel dan op een auto. De eerste schetsen werden in 1958 gemaakt, en een prototype werd in 1959 gebouwd en meteen tentoongesteld op het Autosalon van Genève. Uitgerust met een nucleair aangedreven reactor, zou het model met spraakbesturing werken en twee gyroscopen hebben om de stabiliteit te garanderen bij een topsnelheid van 150 km/u. Dit bizarre project maakte Simca bekend, terwijl Robert Opron naam maakte in de autowereld.
Citroën, het hoogtepunt
Simca kwam echter in ernstige financiële problemen en Opron werd in 1960 ontslagen. Hij ging toen werken voor de Franse fabrikant van huishoudelijke apparaten Arthur Martin. Niet helemaal op zijn gemak in zijn nieuwe functie, reageerde hij op een kleine advertentie in Le Figaro waarin een “grote industriële groep op zoek was naar een designer”. Citroën bleek hierachter te zijn, onder leiding van de beeldhouwer Flaminio Bertoni, de “vader” van de DS. Opron werkte onder Bertoni tot diens dood in 1964, waarna hij de leiding van het ontwerpteam van het merk overnam. Hij bedacht de AMI 6, de AMI 8, de experimentele M35 met Wankelmotor, de facelift van de DS en de SM met Maserati-motor. Samen met Jean Giret superviseerde hij ook het ontwerp van de GS en de CX, die naar verluidt sterk geïnspireerd waren door de BLMC 1100 en BMC 1800 projecten van Pininfarina, hoewel Opron deze beweringen altijd heeft ontkend.
Advertentie – lees hieronder verder
Moeilijke context
Hoe dan ook, Robert Opron leverde uitstekend werk bij Citroën voordat hij overstapte naar de concurrent, Renault. Hij arriveerde in een moeilijke context waarin de verschillende teams van het bedrijf in open conflict waren. Hij hield toezicht op het werk van Michel Jardin, die de Fuego, de R9 en de R11 ontwierp. Opron onderscheidde zich ook met de R25, een grote sedan met een gebogen achterruit, een stijlkenmerk dat op veel van zijn ontwerpen terug te vinden is. Terwijl twee ontwerpteams met elkaar concurreerden, genoot het team dat Opron steunde niet de voorkeur van de directie. Opron wilde een designstudio in de Verenigde Staten openen, maar kreeg hiervoor geen steun van de Renault-directie. In 1986 ging hij werken voor Fiat, waar hij vooral voor Alfa Romeo werkte en de SZ en RZ ontwierp. Vier jaar later ging Robert Opron met pensioen, maar hij bleef actief in de autodesignwereld. Hij richtte een onafhankelijk adviesbureau op en ontwierp de Dragon Fly, een kleine auto voor Ligier. Hij stierf op 21 maart 2021 op 89-jarige leeftijd. Het Luxemburgse Nationaal Conservatorium van Historische Voertuigen organiseert een tentoonstelling over het indrukwekkende werk van Robert Opron, tot 11 mei 2025 in Diekirch. Meer informatie: https://amicale-robert-opron.org/expo-diekirch/
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be