Zoals elk jaar publiceert milieuorganisatie Greenpeace haar Auto Environmental Guide. Op basis van deze analyse vindt de milieu-organisatie dat de uitdagingen voor de auto-industrie enorm zijn en dat de getroffen maatregelen duidelijk niet volstaan als bijdrage om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C tegen het einde van de eeuw.
Volgens Greenpeace is de transportsector verantwoordelijk voor een vijfde van de wereldwijde CO2-uitstoot. Het goede nieuws is dat dit aandeel constant blijft, terwijl het aantal voertuigen op de weg wel jaarlijks toeneemt. Dit lijkt te bewijzen dat de technologische vooruitgang en de transitie naar de elektrische auto hun vruchten afwerpen. Positief is dat elektrische auto’s in opmars zijn. Vorig jaar verdubbelde hun verkoop en dat is voor het eerst. Ze vertegenwoordigen nu 5 procent van de wereldwijde verkoop, tegenover 2 procent in 2020.
Nog altijd meer verbrandingsmotoren
Hoewel er momenteel al meer dan tien miljoen elektrische auto’s verkocht zijn wereldwijd, blijven de auto’s met verbrandingsmotor in de meerderheid, benadrukt Greenpeace (99 procent). Volgens de organisatie is dat te veel en zouden sommige constructeurs langer dan noodzakelijk doorgaan met thermische modellen.
Advertentie – lees hieronder verder
Greenpeace heeft ook een klassement opgesteld dat rekening houdt met de CO2-reductie van de constructeurs. Volgens dit rapport is Toyota het slechtste merk op ecologisch vlak. Opzienbarend, want Toyota heeft net zijn hele strategie gericht op de ecologische transitie met zijn hybrides, waarin het een pionier is.
Wat verklaart deze slechte plaats? Volgens Greenpeace schuilt het probleem in de productstrategie. De milieuorganisatie vindt dat Toyota een grote achterstand heeft opgelopen in de wedloop van de elektrische wagen. Tegen 2029 zal slechts 14 procent van de wereldwijde Toyota-productie elektrisch zijn volgens de voorspellingen, terwijl Ford of de Volkswagen-groep dan al respectievelijk 36 en 43 procent elektrische wagens bereiken. Bij Toyota is 99 procent van de wagens uitgerust met een interne verbrandingsmotor.
Andere Japanners
Greenpeace wijst ook andere Japanse constructeurs met de vinger in zijn rapport, waaronder Nissan en Honda. Ook zij zouden te weinig inspanningen leveren voor de transitie. Opmerkelijk, want Nissan was een van de eerste constructeurs om een elektrische auto aan te bieden (de Leaf), terwijl Honda jarenlang zijn sportieve verleden heeft verwaarloosd door zich te richten op hybrides of auto’s op waterstof.
Resultaten nuanceren?
Wat moeten we denken van dit Greenpeace-onderzoek? Wellicht moeten we de resultaten nuanceren. Zeer waarschijnlijk zelfs. Het rapport houdt namelijk alleen rekening met de producten en niet met de volledige ecologische impact op het milieu. Een industrie is echter niet alleen een product, het gaat ook over de productiewijze, het recyclagepercentage en het gebruik van grondstoffen. Op dit laatste vlak scoort de elektrische auto niet bijster goed. Zeker wanneer de batterijen (of de cellen, al worden die soms in Europa geassembleerd) uit China komen en dit is meestal zo.
Reden genoeg om dit drastische klassement te relativeren en ook de productie van deze merken de afgelopen twintig jaar in perspectief te plaatsen. Toen al overspoelde Toyota de markt met zuinige hybrides, terwijl andere marken vasthielden aan 100 procent thermische auto’s. Ook dit is de werkelijkheid: de wereldwijde ongelijkheid in de transitie naar de elektrische auto.
Grote delen van Azië, Rusland, Zuid-Amerika en Afrika doen helemaal niet mee met deze transitie – omdat het technisch of financieel onmogelijk is. Dat zijn gebieden waar Japanse merken juist sterk aanwezig zijn. Ook dat moet je in overweging nemen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be