Al maandenlang is er getouwtrek aan de gang in de wandelgangen van de hoogste Europese instanties. Dit getouwtrek (uiteraard niet het enige) gaat tussen enerzijds de Europese autoriteiten, die een strenge Euro 7-norm willen opleggen, vooral voor de uitstoot van fijne deeltjes, en anderzijds de autoconstructeurs, die een zo soepel mogelijke regelgeving willen, gezien de grote investeringen die ze nu al doen in elektrische auto’s.
De fabrikanten beweren dat er niet genoeg tijd overblijft voor de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën tegen vervuiling, terwijl dit ook zou leiden tot een aanzienlijke prijsstijging (in sommige gevallen 3.000 euro). Dat zou vooral de kleine auto’s treffen, die vaak gekocht worden door de minder bevoorrechte sociale categorieën. Volgens de constructeurs zou een strenge Euro 7-norm de sociale ongelijkheid binnen de maatschappij alleen maar vergroten.
T&E klaagt aan
Dit zou allemaal een rookgordijn zijn om een drastische Euro 7-norm te vermijden. Volgens de onafhankelijke milieuorganisatie Transport & Environment overdrijven de constructeurs, omdat ze de prijzen van kleine auto’s de afgelopen maanden al aanzienlijk hebben verhoogd, veel sneller dan de inflatie. “De vijf grootste Europese autofabrikanten hebben de prijzen van hun goedkoopste modellen sinds 2019 met gemiddeld 41 procent verhoogd”, meldt T&E. “Dit is bijna het dubbele van de cumulatieve inflatie over deze periode.”
De ngo heeft de prijzen onderzocht en noemt enkele modellen, zoals de Peugeot 208, Seat Ibiza of Renault Twingo, waarvan de prijs met 6.000 euro gestegen zou zijn, wat neerkomt op “een stijging van 37 tot 56 procent”. En dat is nog niet alles: modellen zoals de Mercedes A-Klasse en B-Klasse zouden meer dan 10.000 euro duurder geworden zijn, opnieuw een stijging van ongeveer 38 procent.
Advertentie – lees hieronder verder
Vooral grote winsten
Volgens T&E hebben deze prijsstijgingen “autofabrikanten in staat gesteld om vorig jaar een recordwinst van 64 miljard euro te boeken en dit jaar een recorddividend van 27 miljard uit te keren”. Natuurlijk komt deze studie van T&E niet zomaar uit de lucht gevallen. Op 8 november debatteert Europa over het al dan niet versoepelen van de Euro 7-norm, opnieuw met constructeurs die aangeven dat de prijzen onvermijdelijk zullen stijgen als de norm wordt aangescherpt. Dit onderzoek is dus ook een geval van lobbyen, maar dan in de andere richting.
T&E stelt dat fabrikanten zich “met hand en tand verzetten tegen technologie die vervuiling vermindert en levens redt en maar 200 euro per auto kost”. Ter herinnering: 200 euro is het bedrag dat Europa geraamd had als extra kosten voor het invoeren van deze nieuwe technologieën tegen vervuiling. De constructeurs wuiven dat bedrag weg.
“Als er niets gedaan wordt om deze trend te keren, worden er vóór 2035 nog eens 100 miljoen vervuilende auto’s verkocht, die nog tientallen jaren op de Europese wegen blijven rijden. […] Het Europees Parlement heeft nog één laatste kans om een einde te maken aan dit flagrante onrecht. Het moet handelen in het belang van alle Europeanen, niet alleen van de auto-industrie”, stelt T&E. Het valt nog te bezien of de Europese autoriteiten deze verrassende studie over prijsstijgingen grondig zullen bekijken…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
