DUOTEST Toyota GR Yaris vs Yaris GRMN: Heter, heet...

Akio Toyoda, de grote baas van Toyota, sprak in 2017 de gevleugelde woorden “geen saaie auto’s meer”. Een citaat die is blijven hangen, want amper een jaar later mocht ondergetekende achter het stuur van een Yaris GRMN kruipen, de strafste Yaris tot dan toe.

Yaris GRMN?

GRMN staat voor ‘Gazoo Racing Masters of the Nürburgring‘ en de Yaris GRMN, links op de foto, was in feite de eerste van de GR-lijn, vandaag bekend als de sportieve tak van Toyota die zich maar wat te graag wil laten vergelijken met BMW M, Nismo en AMG.

Er is de fantastische GR Supra, verkrijgbaar met een viercilinder of een zes-in-lijn, de GR Yaris waar ik het zo meteen over ga hebben, en binnenkort wordt de GR 86 aan het gamma toegevoegd, de opvolger van de GT86. Er is zelfs sprake van de komst van een GR Corolla die moet kunnen concurreren met kleppers als de VW Golf GTI en de BMW 128ti. Dat belooft!

Advertentie – lees hieronder verder

Snel-snel

De Yaris GRMN kwam op de markt omdat de marketingafdeling van Toyota Motor Europe de terugkeer van het merk naar de rallysport wilde vieren. Een team van Belgische (jaja!) ingenieurs kreeg twee jaar de tijd om dit productiemodel klaar te krijgen.

Men nam een driedeurs Yaris als basis, voorzag hem van een 212 pk en 250 Nm sterke 1.8 met compressor (die ook de Lotus Elise aandrijft) en verving zowat alles wat men kon vervangen: de ophanging, de remmen, het stuur, de zetels…

Daarnaast werd het chassis verstevigd en kwam er een spoiler op het dak om de stabiliteit te verhogen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de Yaris GRMN geen achterbank zou hebben (gewichtsbesparing, weet je wel), al besliste het hoofd van de marketing daar op de valreep anders over.

Vlak voor de presentatie werd er een bank van een doodgewone Yaris in geplaatst, wat verklaart waarom er achteraan geen sportieve accenten zoals rode stiksels aanwezig zijn. Daar was simpelweg… geen tijd meer voor.

GR Yaris?

De GR Yaris vertelt een compleet ander verhaal dan de GRMN. Voor dit hete scheurijzer, uitgerust met een 261 pk en 360 Nm opwekkende 1.6 turbo met amper drie cilinders, werd niet snel-snel een team bijeengeraapt. Neen, voor dit model was het van in het begin de bedoeling om een vierwielaangedreven WRC-auto voor de openbare weg te maken die weinig gemeen zou hebben met een gewone Yaris.

Sterker nog: de enige onderdelen die echt 100% overeenkomen, zijn de lichten, de spiegels en de antenne, en dat is het. De GR valt dus onder de noemer ‘Yaris’ maar is veel meer dan dat. Zelfs de assen komen van andere Toyota-modellen, meer bepaald van de Corolla en de C-HR.

De tegenstelling met de Yaris GRMN, in feite niets anders dan een opgefokte versie van het origineel, is gigantisch. In de GR Yaris werd ook gewoon een pak meer werk gestoken dan in de GRMN, wat er duidelijk aan te merken is. Zelfs Tommi Mäkinen, de succesvolle ex-rallypiloot, heeft zich met de ontwikkeling ervan gemoeid.

De Fin had een lijst met specificaties opgesteld die hij graag op de productiewagen wou. Maar liefst 90% van zijn wensen heeft het eindstadium gehaald. Een speciale turbo en een handrem die het achterste differentieel blokkeert, zijn daar slechts enkele voorbeelden van.

Nog een leuk weetje: inmiddels heeft Toyota de motor van de GR Yaris al laten aanpassen om in competitieverband op waterstof te rijden, net zoals de Mirai die je in België kan kopen en waarmee je in Zaventem en Halle kan tanken (en vanaf oktober 2021 in Haasrode en in principe volgend jaar ook in Erpe-Mere, in Wilrijk en in Herve).

Hoe rijden ze?

Het eerste dat tijdens de testritten opviel, is dat beide motoren een gelijkaardig geluid produceren. Da’s in zekere zin vreemd omdat de GR Yaris een cilinder minder telt en geen compressor maar een turbo bezit. Noem dit trouwens gerust de enige gelijkenis tussen deze twee Toyota’s, want ze rijden echt volledig anders.

De GRMN vergt een zeer geoefende hand. Geef je fel gas of rem je hevig, kiest deze auto als het ware een kant en moet je moeite doen om hem op het juiste spoor te houden. Wat dat betreft is de GR Yaris veel volwassener. Zijn 4×4-systeem is dan ook niet het eerste het beste.

De bestuurder kan de krachtverdeling zelf kiezen middels een knop in het interieur (60/40, 30/70 of 50/50) al is het technisch gezien ook mogelijk om 100% naar één van beide assen te sturen. De GR Yaris is zo extreem goed gebouwd dat je niet heel goed moet kunnen rijden om er heel hard mee te gaan, terwijl voor de GRMN het omgekeerde geldt.

Ook qua stuur- en remgedrag zijn de verschillen tussen de GR en de GRMN bijzonder groot. De eerste laat zich als een fluitje van een cent in de moeilijkste bochten wringen, stopt supersnel én bijzonder goed gedoseerd en is zeer vergevingsgezind. Wie hetzelfde traject met een GRMN aflegt, moet meer werken, beter anticiperen en meer rekening houden met de wetten van de fysica, die de GR Yaris zonder moeite tart.

Kort gezegd: de nieuweling is een pak technologischer en houdt beter de baan dan zijn voorganger. Een minpuntje echter: zijn binnenspiegel hangt zo laag dat deze het zicht belemmert en hoewel veiliger, kan zijn rijkere veiligheidsuitrusting op de zenuwen werken. Denk maar aan het gepiep van de ‘lane assist’ als je een bocht iets te ‘ruim’ neemt.

Veel sneller?

We hebben de GR Yaris en de Yaris GRMN effectief tegen elkaar laten ‘dragracen’ om na te gaan welke van de twee het snelst optrekt. De GR won deze strijd (zijn opgegeven 0-100 km/u-sprinttijd is 5,5 seconden, tegenover 6,3 voor de GRMN, die 150 kg minder weegt), maar het moet gezegd dat het verschil kleiner was dan dat we op voorhand hadden gedacht. De eerste meters zijn ze elkaar waard, pas nadien toont de GR Yaris wie de baas is. Voor wat het waard is: de topsnelheid bedraagt voor beide modellen een ronde 230 km/u.

Conclusie

De GR Yaris en de oude Yaris GRMN vallen maar moeilijk met elkaar te vergelijken, ook al behoren ze tot hetzelfde segment. Wat Toyota vooral bewezen heeft, is dat je als constructeur op een relatief korte periode bokkensprongen kan nemen inzake sportiviteit én imago. Een serieuze bank vooruit. – foto’s: Pix by Sam