Eind jaren zestig werd de 356 uit de catalogus geschrapt en bleef alleen de 911 overeind. Het merk wilde daarop een instap-Porsche creëren maar de ontwikkeling van dat model mocht zeker niet te veel kosten. Dus werd naar een partner gezocht. En gevonden, natuurlijk, in Volkswagen.
Voor de gelegenheid werd zelfs een nieuwe ‘groep’ opgericht (Volkswagen-Porsche), in het bijzonder om de viercilinderversies van de 914 (914-4) te laten verdelen door VW-garages en de zespitters (914-6) door Porsche-dealers. De 914, gebouwd bij Karmann in Osnabrück, was ofwel voorzien van een centraal geplaatste, luchtgekoelde 1,7-liter viercilinder (80 pk), ofwel van de 2-liter zescilinder die ook in de 911T te vinden was (110 pk). Dit laatste blok werd door Porsche in Zuffenhausen vervaardigd.
In de VS werd de 914 verkocht als een Porsche en ginds was de cabrio redelijk succesvol. In Europa verliep de verkoop een pak moeizamer, al kreeg de viercilinderversie indertijd wel de titel van de meest geproduceerde sportwagen-met-middenmotor. Van 1969 tot 1976 werden 115.000 exemplaren van dit type verkocht. De 914 met Porsche-motor deed het veel minder goed, met een oplage van amper 3.500 stuks. Niet verwonderlijk is zo’n 914-6 nu veel geld waard (reken op 70.000 euro en meer), in tegenstelling tot zijn VW-broer met twee cilinders minder.
Advertentie – lees hieronder verder
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be