De automarkt en -industrie werd al door elkaar geschud door covid en zit nu weer in een storm. De door Europa opgelegde verschuiving naar elektrische auto’s blijkt veel moeilijker te realiseren dan verwacht. De daling van de verkoop van auto’s op batterijen dwingt fabrikanten om hun strategie te herzien. Zelfs sterke merken zoals Porsche, maar dan om andere redenen.
Volgens een onderzoek van het Duitse vakblad Automobilwoche zal het merk uit Zuffenhausen zijn strategie voor elektrische auto’s helemaal herzien. Ter herinnering: volgens de planning zou in 2025 de nieuwe 718 verschijnen, die volledig elektrisch is. Maar Porsche kampt met problemen, en niet alleen vanwege het faillissement van de Europese batterijleverancier Northvolt.
Niet sportief genoeg
Een van de belangrijkste redenen voor de vertraging van de 718 zijn de moeilijkheden die de ontwikkelaars ondervinden bij het afstemmen van de rijeigenschappen van een elektrisch model op die van een verbrandingsmodel. Porsche-klanten kopen auto's vooral om hun rijgedrag en prestaties. En als die niet in orde zijn, dan dreigt het model te mislukken.
Advertentie – lees hieronder verder
De batterij zou één van de hindernissen zijn voor de rijkwaliteiten. Daarom heeft Porsche talrijke aanpassingen gevraagd aan zijn leverancier Valmet Automotive. Dit heeft geleid tot meningsverschillen: Valmet wil betaald worden voor het extra werk – wat logisch lijkt – maar Porsche weigert. Of toch gedeeltelijk. Ze komen dus niet overeen. De 718 Boxster en Cayman met verbrandingsmotor zouden in 2025 van de markt gehaald worden, maar mogelijk gebeurt dat niet en kunnen ze hun carrière nog wat langer voortzetten dan gepland.
Andere veranderingen
Dat is nog niet alles: door de dalende verkoopcijfers overweegt Porsche ook andere, even radicale maatregelen. De constructeur overweegt om het platform waarop de Cayenne gebaseerd is volledig te vernieuwen, terwijl het eerst de bedoeling was om een paar kleine correcties aan te brengen. De ontwikkeling van een nieuw platform zegt veel over de aangepaste strategie van Porsche: verbrandings- en hybride modellen worden mogelijk veel langer verkocht dan verwacht. Eerst stond de elektrische Cayenne gepland voor 2026, maar alles wijst erop dat die datum uitgesteld wordt. Er is zelfs sprake van een volledige generatie vertraging, of ongeveer acht jaar. De elektrische zevenzitter op basis van de Cayenne (bekend als de K1) die gepland staat voor China en de Verenigde Staten, wordt mogelijk gebouwd op een ander platform dat ook geschikt is voor verbrandingsmotoren.
En de Panamera zit in hetzelfde schuitje. Mogelijk wordt zijn carrière nog sterk verlengd en krijgt hij pas na 2030 een opvolger.
Comeback van verbrandingsmotoren?
Maar waarom zou Porsche terugkeren naar verbrandingsmotoren? Het voor de hand liggende antwoord: voor de inkomsten. Een premiumauto met verbrandingsmotor wordt in China immers verkocht voor ongeveer 70.000 of 80.000 euro, terwijl een lokale elektrische auto met zeer geavanceerde functies 30.000 euro minder kost. Er is dus een grote kloof. Door terug te keren naar de verbrandingsmotor, zou Porsche ook een prijzenoorlog kunnen aangaan die minder schadelijk is dan met een elektrisch model, waarvan de kosten veel minder goed onder controle zijn.
En er is nog een andere realiteit: in tegenstelling tot enkele jaren geleden zijn de voorkeuren van automobilisten veranderd. Prestaties telden vroeger, maar komen nu op de tweede plaats. Kopers geven voorrang aan functionaliteit en connectiviteit, twee parameters die Porsche, net als andere Europese topmerken, zal moeten omarmen om niet achterop te geraken. Als Porsche terugkeert naar verbrandingsmotoren, loopt het dan weer het risico achterop te raken bij de elektrische auto’s (vooral Chinese), die ondanks alles toch de toekomst van individuele mobiliteit vertegenwoordigen. De vraag is niet óf elektrische auto’s de norm worden, maar wanneer.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be