“De reddingsstrook is de ruimte die men altijd en op voorhand moet vrijlaten, zodat hulpdiensten snel doorheen de file geraken”, aldus mobiliteitsorganisatie Touring. “Er zal allicht wat tijd over gaan vooraleer de voertuigbestuurders aan deze maatregel gewoon raken. Het is dus belangrijk om vanuit de overheid daarrond te informeren en te sensibiliseren”.
Tot voor kort was het zo dat, wanneer er een voertuig van de hulpdiensten, met geactiveerde sirene en zwaailichten, in aantocht was, men allerhande manoeuvres deed om een doorgang vrij te maken. “Het ging dus alle richtingen uit, met het gevolg dat het vaak tot een nog moeilijker situatie leidde”, legt Touring uit. Het staat ook niet goed omschreven in de verkeerscode, die gewoon meldt dat men een doorgang moet vrijmaken van zodra men sirenes hoort. Hoe dat moet gebeuren staat er niet bij. Hulpdiensten maken dan maar vaak gebruik van de pechstrook, maar daar zijn er ook obstakels en er is niet overal een pechstrook langs onze wegen.
Vanaf 1 oktober veranderen de regels dus en is het zo dat men altijd, ook wanneer er geen hulpdienst-voertuig nadert, sowieso een ruimte moet vrijhouden van zodra het verkeer vastloopt. Dat betekent dat chauffeurs die op de linkerrijstrook staan zoveel mogelijk naar links moeten rijden en de anderen zoveel mogelijk naar rechts. Op die manier ontstaat er steeds een vrije doorgang voor het geval de hulpdiensten door moeten. Bij een weg met twee rijstroken in elke richting is dat tussen de linker- en de rechterrijstrook, en bij drie rijstroken in elke richting is dat tussen de linker- en de middenrijstrook. “Dat wordt nu al succesvol toegepast in enkele Europese landen zoals Duitsland. Voorwaarde is natuurlijk dat iedereen dit doet, want van zodra er ook maar één voertuig niet uitwijkt, blijft de reddingsstrook ijdele hoop”, besluit Touring.
Advertentie – lees hieronder verder
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be