In 1965 bracht Lancia de Fulvia coupé uit, een compacte en zeer elegante wagen met een V4-motor. Die kende meteen een groot succes, maar bepaalde klanten vonden hem niet sportief genoeg. In datzelfde jaar klopte Lancia aan bij koetswerkbouwer Zagato om een mooiere versie van de coupé te creëren. Designer Ercole Spada kreeg de opdracht om een sportief kleedje te ontwerpen. Het resultaat was erg eigenzinnig, maar verrassend aangenaam om naar te kijken.
De Fulvia verloor zijn twee krappe achterzitjes en kreeg een achterklep. Hij werd aerodynamischer én lichter (915 kg tegenover 950 voor de ‘gewone’ Fulvia). Tot de bijzonderheden van Spada behoren onder meer de bolle motorkap die opzij opent zoals de klep van een vleugelpiano, en de aflopende achterkant met onderaan twee amandelvormige, verzonken achterlichten.

Evolutie
Eerst was de Fulvia Sport uitgerust met een V-vormige viercilinder van 1,2 liter die 80 pk leverde. Ondergemotoriseerd dus. Er werden dan ook maar net iets meer dan 200 exemplaren gebouwd, waarna de motor plaatsmaakte voor een 1.3 met 87 pk. Terwijl de eerste exemplaren een volledig aluminium koetswerk hadden, werd beslist dat alleen bepaalde delen nog uit dat materiaal zouden bestaan, terwijl de rest voortaan van staal was. Die beslissing werd naar verluidt genomen wegens de hoge kosten van die technische oplossing.
Advertentie – lees hieronder verder
In 1968 kreeg de Fulvia Sport de 1.3 S-motor, die hem 3 pk extra gaf. Twee jaar later kwam de Series II, herkenbaar aan de nu volledig stalen carrosserie en een minuscuul achterbankje dat alleen geschikt was voor spullen of een hondje. In 1971 kwam de bekroning voor de kleine coupé, met het 1.6 S-blok uit de Fulvia, 115 pk sterk. Helaas werd de productie van de Fulvia Sport al in 1972 stopgezet, na amper 800 exemplaren met deze krachtige motor. Met iets meer dan 7.000 gebouwde stuks in zeven jaar blijft de Lancia Fulvia Sport een behoorlijk zeldzaam model. Nog opmerkelijker: er werd slechts één cabrioletversie gebouwd door Zagato, maar Lancia keurde dit model af voor verkoop.

Sixties-sfeer
Het exemplaar van Jean Helsen dateert uit 1972 en is een oude bekende, want hij werd in 1975 tweedehands gekocht door een familielid. Het gaat om een van de laatste Fulvia Sport 1.6-modellen. Aan de lak is te zien dat de auto regelmatig gebruikt werd. Hij werd een kleine twintig jaar geleden gerestaureerd en komt nog geregeld uit de garage, tot groot genoegen van zijn eigenaar. Voor een 1,86 m grote bestuurder zoals ik, is instappen niet evident aangezien de zetels vlak bij de vloer staan.
Het interieur ademt pure sixties: een fraai houten dashboard, centraal geplaatste verwarmingshendels en een reeks klassieke ronde meters. Zoals bij veel Alfa Romeo’s uit die tijd staat de versnellingspook vrij hoog en schuin op de middenconsole, waardoor de pookknop als vanzelf in de hand valt.

Pittig
De kleine 1.6-motor heeft een ongelooflijke levendigheid en klinkt helemaal anders dan de steriele motoren van vandaag. Dankzij de twee Solex-carburators klimt hij vlot in de toeren. Door zijn lage gewicht versnelt de Fulvia Sport erg vlot en voelt hij bijzonder sensationeel aan. Het rijplezier wordt nog vergroot door de lichte bediening, al vergt de versnellingspook met zijn lange slag wel wat gewenning. Dankzij de vijfversnellingsbak rijdt deze Italiaan soepel en laat de motor zich nauwelijks horen – zolang je het gaspedaal niet te diep intrapt. Met zo’n heerlijk klinkende viercilinder is het moeilijk om aan die lokroep te weerstaan.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be