Hoewel het aantal elektrische auto’s in de catalogi toeneemt, gaat het voornamelijk om dure modellen die voor de gemiddelde automobilist financieel niet haalbaar zijn. Meestal beginnen elektrische auto’s bij 35.000 euro, terwijl een gelijkwaardig model met verbrandingsmotor 10.000 euro goedkoper is. Het verschil is dus zeer groot. Met de huidige elektriciteitsprijzen valt het concept van de elektrische auto moeilijk te verdedigen bij particulieren die, in tegenstelling tot bedrijven, geen fiscale voordelen genieten.
Binnen deze context is het essentieel dat de autofabrikanten de elektrische auto betaalbaarder maken. Momenteel bieden alleen Renault (Twingo) en Dacia (Spring) modellen aan onder de 25.000 euro, maar uiteraard kunnen deze compacte voertuigen niet aan alle behoeften voldoen en zeker niet aan die van gezinnen.
Te duur
Maar wat willen de Belgen? FEBIAC deed een enquête over de aankoopintenties bij meer dan 4.700 Belgen. De resultaten zijn gemengd: terwijl bijna 2.000 deelnemers interesse tonen in een benzineauto, kiezen 1.700 deelnemers voor een 100 procent elektrische auto. De intentie om een elektrische auto te kopen, neemt dus toe tot ongeveer 30 procent. Volgens FEBIAC zijn de Belgen bereid om gemiddeld tot 35.000 euro uit te geven voor een auto, wat de mogelijkheden voor elektrische modellen uiteraard beperkt, aangezien een Peugeot e-208 al zo veel kost.
Advertentie – lees hieronder verder
Toevallig komt Touring op hetzelfde moment met een andere enquête over elektrische wagens. En daaruit blijkt dat een op de drie Belgen nogal afkerig blijft tegenover de elektrische wagen. Slechts 25 procent van de ondervraagden zou bereid zijn de sprong te wagen. Het probleem is opnieuw de aankoopprijs. Natuurlijk weten de Belgen dat een elektrische auto meer kost, maar volgens Touring ligt hun gemiddelde budget rond de 27.000 euro.
Binnenkort goedkopere elektrische auto’s?
Voor een echte doorbraak van de elektrische auto moeten de prijzen dus dalen. Bij de constructeurs lijken de zaken stilaan te veranderen. Ze lijken eindelijk begrepen te hebben dat een diversificatie van het aanbod noodzakelijk is. Tot nu toe is de enige constructeur die een elektrische break aanbiedt Chinees. De omgekeerde wereld.
Hoewel er al lang over gesproken wordt, is achter de schermen een wedloop aan de gang voor modellen die rond de 25.000 euro kosten. Tesla heeft er al veel over gesproken, maar tot nu toe heeft niemand de hypothetische Model 2 gezien. Hetzelfde geldt voor Volkswagen, dat binnenkort een ID.2 All voor 25.000 euro belooft, en waarschijnlijk een nog toegankelijker model dat voor ongeveer 20.000 euro verkocht zou worden.
Tesla en Volkswagen zijn niet de enige merken met de ambitie om een elektrische auto ‘voor iedereen’ te lanceren. Citroën verkoopt in India al een ë-C3 voor … 13.000 euro. Wordt die binnenkort ook bij ons beschikbaar? Waarschijnlijk niet, want onze technische eisen (vooral qua veiligheid) zijn heel anders. Bij de andere Franse constructeurs belooft Renault de nieuwe 100 procent elektrische Renault 5 voor 2024. Eerst werd een prijs van 20.000 euro genoemd, maar die zal waarschijnlijk hoger liggen want de inflatie is intussen toegenomen.
Overheidssteun?
Het is duidelijk dat de automerken inspanningen leveren om de elektrische auto betaalbaarder en dus toegankelijker te maken voor zo veel mogelijk mensen. Dat is uiteraard voor hen ook voordelig, want het volume drukt de productiekosten. Maar wat doet de Belgische overheid voor de particulieren? Het voor de hand liggende antwoord: niets, aangezien alle steun momenteel bestemd is voor bedrijven (via de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens). Wellicht een vergissing, want deze aanpak vertraagt de overgang alleen maar. De overgang naar elektrische mobiliteit is niet alleen een technologische maar ook een maatschappelijke verandering. En in dit geval is er een rol voor de overheid weggelegd, een rol die tot nu toe helemaal niet werd ingevuld.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be