Het aantal elektrische auto’s in België blijft gestaag groeien, ook in steden. Maar juist daar is opladen vaak lastiger. Het vinden van een beschikbaar oplaadpunt is een uitdaging. In Vlaanderen kunnen burgers een aanvraag indienen om binnen 250 meter van hun woning een oplaadpunt te laten plaatsen als er nog geen is. In Wallonië bestaat deze mogelijkheid nog niet, maar in Brussel wel, via Electrify Brussels. Brussel streeft ernaar om binnen 150 meter van elke woning minstens één oplaadpunt beschikbaar te hebben. Hoewel het netwerk langzaam uitbreidt, blijft het aanbod beperkt en worden laadpunten vaak nog onsystematisch geplaatst.
Steden zijn daarnaast een ware jungle als het gaat om oplaadmogelijkheden. Sommige gebruikers leggen een kabel dwars naar hun voordeur, wat hinderlijk en zelfs gevaarlijk kan zijn voor voetgangers. Hoewel sommige steden al speciale bestrating inzetten om dit probleem aan te pakken, is dat verre van de standaard.
Nieuwe aanpak?
Tot nu toe werden oplaadpunten geplaatst waar de vraag ontstond, met extra locaties toegevoegd zodra de capaciteit onvoldoende bleek. Dit “pole follows car”-principe heeft echter zijn beperkingen. Het resulteert vaak in een onsamenhangende verdeling van laadpunten en meerdere aansluitingen op het netwerk, wat de stabiliteit van dat netwerk kan verzwakken. Om dit probleem aan te pakken, zal Vlaanderen naar verwachting overstappen op een beter georganiseerd model met slimme laadpunten of centrale laadhubs.
Advertentie – lees hieronder verder
In dit model worden oplaadpunten niet meer verspreid geplaatst, maar geconcentreerd op centrale locaties. Dat is het voorstel in een studie van Fluvius en Bond Beter Leefmilieu (BBL). Volgens de VRT roept het document de Vlaamse overheid op om dergelijke oplaadpunten te ontwikkelen, wat niet alleen de bouw- en onderhoudskosten, maar uiteindelijk ook de laadkosten voor gebruikers zal verlagen.
Goedkoper
Het onderzoek benadrukt dat deze nieuwe aanpak grote voordelen biedt voor het publiek. De laadhubs zouden worden gevestigd op strategische openbare locaties of op semi-openbare en private plekken die ’s nachts vaak leegstaan, zoals parkeerterreinen van supermarkten (die er ook baat bij hebben omdat het voor hen een extra inkomstenbron betekent). Fluvius stelt dat één netaansluiting voldoende is om zes snellaadstations van stroom te voorzien. Volgens de studie kan dit de benodigde aansluitcapaciteit met 37% verminderen, de aansluitkosten met 37% verlagen en de terugkerende netwerkkosten met 13% omlaag brengen.
Deze besparingen kunnen worden doorgegeven aan de gebruiker in de vorm van lagere laadprijzen, een aantrekkelijk vooruitzicht gezien de vaak hoge kosten van opladen bij openbare punten. Bovendien zou dit meer automobilisten kunnen stimuleren om over te stappen op elektrische voertuigen.
Dynamische prijzen
Maar perfectie is niet van deze wereld. Als elke werknemer om 18.00 uur zijn auto aansluit bij een hub en vervolgens naar huis gaat, zou dat een ongewenste piek in de vraag veroorzaken die lastig te beheersen is. Om dit te voorkomen, beveelt de studie dynamische prijsstellingen aan, waarbij automobilisten worden gestimuleerd om hun laadmomenten te verschuiven naar goedkopere daluren. Volgens het onderzoek zou deze aanpak echter in staat zijn om aan 80% van de oplaadbehoeften te voldoen.
De aanpak is zeker interessant en logisch vanuit organisatorisch oogpunt. Toch blijft de vraag hoe de toestroom van voertuigen naar de hubs wordt beheerd en in hoeverre auto’s na het opladen aangesloten blijven. Niemand kruipt tenslotte om twee uur ’s nachts uit de veren om plek te maken voor de buurman. Er is dus nog werk aan de winkel ...
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be