In de autosector ontstaat een grote kloof. Enerzijds zien we dat auto’s alsmaar groeien en steeds grotere, zwaardere koetswerken krijgen (denk maar aan de SUV’s). Anderzijds verdwijnen de kleine stadswagens zoals de Renault Twingo, Citroën C1 of Peugeot 108. Officieel zouden deze stadsauto’s verdwijnen omdat ze niet langer populair zijn bij het publiek en door de dalende verkoop niet meer rendabel zijn. Dit komt omdat deze modellen (net als grotere auto’s) aan allerhande veiligheidseisen moeten voldoen. De ontwikkeling is dus duur, maar winst maak je er niet meer mee. De transitie naar elektrische auto’s helpt op dat vlak natuurlijk ook niet.
Maar terwijl het aanbod van stadsauto’s zienderogen slinkt, is een ander autotype in opmars: de microcars. Het zijn vierwielers, maar de meeste worden niet als volwaardige auto’s beschouwd.
Nieuwe mode van vierwielers
Het begon jaren geleden al met de Renault Twizy, maar nu lijkt het concept van de elektrische brommobielen door de komst van veel nieuwe spelers echt tot bloei te komen. Er is natuurlijk de Citroën Ami, maar die kreeg onlangs het gezelschap van de Microlino, een soort reïncarnatie van de BMW Isetta, en binnenkort volgt de Silence O, een soort gekrompen elektrische Smart. En dat zijn maar enkele voorbeelden.
Advertentie – lees hieronder verder
De constructeurs hebben eigenlijk niets nieuws uitgevonden en lieten zich inspireren door de merken van auto’s zonder rijbewijs, zoals Ligier of Aixam. Die kennen de laatste jaren succes bij ouders en jongeren die de veiligheid van een koetswerk verkiezen boven een scooter. Deze pioniers op het vlak van auto’s zonder rijbewijs, die vroeger aangedreven werden door een dieselmotor, schakelen over op elektriciteit. Goedkoop zijn ze trouwens niet: de Ligier Myli kost 12.500 euro in de versie met klein rijbereik (4,14 kWh en 63 km) en 16.199 euro in de versie met groter rijbereik (8,28 kWh en 123 km).
Regelgeving omzeilen?
Je kunt je afvragen waarom constructeurs steeds meer dergelijke ‘vierwielers’ bouwen, terwijl die niet als auto beschouwd worden wanneer ze niet sneller dan 45 km/u rijden. Het antwoord ligt voor de hand: deze modellen worden niet onderworpen aan dezelfde regelgeving als echte auto’s, waardoor de constructeurs de kosten (en dus ook de verkoopprijs) kunnen drukken, zoals de krant L’Echo terecht opmerkt. Het bewijs is de Citroën Ami, waarvan de basisprijs onder de 8.000 euro ligt.
Niet alleen trage modellen
De opkomst van deze voertuigen roept een vraag op: had Smart (veel) te vroeg gelijk? En heeft het merk zich vergist door te stoppen met de Fortwo? Misschien… Feit blijft dat op onze straten niet alleen elektrische vierwielers rondrijden die je kunt vergelijken met fietsen. Sommige microcars zijn, net als de Smart Fortwo destijds, perfect geschikt voor dagelijks gebruik, ook buiten de stad. De Microlino of de duurdere Silence O kunnen bijvoorbeeld tot 90 km/u rijden (84 km/u met de Silence S04), waarvoor uiteraard een rijbewijs nodig is.
Worden deze voertuigen onze mobiliteitsinstrumenten van de toekomst? Voor een deel wel. Ze zitten tussen de fiets en de auto, maar kunnen natuurlijk niet aan alle behoeften voldoen. Toch verwachten we, zoals L’Echo aangeeft, dat dit type voertuig zich de komende jaren doorzet, vooral omdat de wetgever een nieuwe voertuigcategorie zou kunnen toevoegen boven de huidige grens van 450 kg. Dan zouden elektrische microcars met vier zitplaatsen kunnen verschijnen die misschien een comfortabeler rijbereik halen. In Duitsland wordt deze zachte mobiliteit aangemoedigd met een premie tot 6.000 euro voor elektrische voertuigen. Maar bij ons is er helemaal geen stimulans.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be