In New Jersey heeft democratische gouverneur Phil Murphy een nieuwe wet ondertekend die een jaarlijkse wegbelasting voor elektrische auto’s oplegt. Deze is bedoeld om het verlies aan belastinginkomsten op brandstof te compenseren, en wil EV’s mee laten betalen voor het onderhoud van wegen. Maar Murphy vliegt er stevig in. Het bedrag van 250 dollar is niet alleen de hoogste in zijn soort in de Verenigde Staten, maar moet ook nog eens vier jaar vooruit worden betaald. Daardoor wordt de aanschaf van een batterij-auto, inclusief registratiekosten, in één klap 1.060 dollar duurder vanaf juli.
Daar eindigt het niet. De wet is zo ontworpen dat de taks elk jaar 10 dollar stijgt, tot een plafond van 290 dollar in 2028. En de Verenigde Staten zijn China niet. Gemiddeld ligt de prijs voor een elektrische auto er dubbel zo hoog, en ook een kwart hoger dan in Europa, volgens datafirma JATO, door het grotere accent op SUV’s. Dat de taks uiteindelijk dubbel zo duur wordt vergeleken met auto’s met een verbrandingsmotor heeft te maken met dat verlies aan brandstofbelasting en het zwaardere gewicht van EV’s waardoor het wegennetwerk sneller zou slijten.
100 dollar is 10% minder verkoop
Dat laatste argument was ook de verdediging van de hoge ambtenaren in het Canadese Alberta. Deze kondigden vorige maand aan dat ze door hun hogere schade aan het wegennet een taks van 200 dollar op batterij-auto’s gaan heffen vanaf volgend jaar. In beide gevallen rijst de vraag naar de impact. Met een aandeel van 0,26% EV’s in Alberta en 1,8% in New Jersey is het eerder zaak om de overgang te bespoedigen dan af te remmen. Uit onderzoek blijkt dat een jaarlijkse belasting van 100 dollar al een verkoopdaling van 10% in de hand werkt. Toch wil New Jersey in 2035 de verbrandingsmotore bannen, net zoals Europa.
Advertentie – lees hieronder verder
De negatieve invloed op de verkoop is ook wat veel EV-eigenaren en lobbyisten in de ‘Garden State’ naar voren schuiven als voornaamste opwerping. Ze beschouwen de voorgestelde wegbelasting als buitensporig, zeker in vergelijking met die van bestuurders van voertuigen op benzine en diesel. Bovendien, argumenteren ze, betalen EV-bestuurders al een taks bij het opladen aan openbare snellaadstations.
Niet oneerlijk
Over de nefaste invloed van gewicht kan je uren debatteren, wat meer een aanname is dan een wetenschappelijk onderbouwde reden tot discriminatie in de klasse van personenwagens (studie wijzen alleen in de richting van zwaar vervoer). Zeker in een land waar de top-drie van best verkochte auto’s volledig uit obese pick-ups bestaat. Nu, niemand noemt zo’n taks oneerlijk, maar ze is volgens de tegenstand dus buiten proportie en – vooral – ze komt veel te vroeg. Een ingreep bij een marktaandeel van 10% voor EV’s wordt als veel redelijker beschouwd. Vandaag zou de taks niet meer dan 75 dollar mogen bedragen. Bovendien komt de maatregel op een moment dat de staat New Jersey zijn subsidieplan voor EV’s, die tot 4.000 dollar premie bedraagt, gaat uitfaseren. Daardoor werd de staat lange tijd als een promotor van elektrisch rijden beschouwd. Van een ongelukkige timing gesproken.
Toch weerspiegelt de discussie rond de nieuwe EV-wegbelasting in New Jersey bredere vraagstukken over hoe overheden de overgang naar elektrische voertuigen kunnen ondersteunen zonder bestaande inkomsten uit brandstofbelastingen te ondermijnen. Want subsidies dragen altijd een tijdelijk karakter. In Vlaanderen houdt de premie voor EV’s volgend jaar al op (nog onder voorbehoud), voor de bedrijfswagens (federale materie) wordt de volledige belastingaftrek stelselmatig afgebouwd vanaf 1 januari 2027.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be