In 1954 stond de Deutsche Bundesbahn (Duitse Federale Spoorwegen) voor de uitdaging om nieuwe compacte dienstvoertuigen voor haar spoorwegen aan te schaffen. In plaats van een nieuw voertuig te ontwikkelen, besloten de technische diensten vreemd genoeg om de Volkswagen combi te combineren met een spoorwegchassis. Twee bedrijven kregen de opdracht om dit vreemde voertuig te bouwen, uitgerust met een 4-cilinder boxermotor, die de aanduiding Klv-20 kreeg. Op een jaar tijd transformeerden de bedrijven Martin Beilhack (Rosenheim) en Waggon- und Maschinenbau GmbH Donauwörth 15 T1 combi’s voor spoorweggebruik.
Deze “spoorwegcombi’s” werden voornamelijk gebruikt in onderhoudsdepots voor spoorwegen en signalen om inspecties en reparaties uit te voeren. De Klv-20 bleven zeer lang in dienst: pas in de jaren 1970 werden ze grotendeels buiten dienst gesteld. Vandaag de dag zijn er nog maar een handvol van deze voertuigen in werkende staat en in zo’n goede staat als de Klv-20 die onlangs door Volkswagen werd aangeschaft, met het voertuignummer 20-5011.
Flexibel
De Klv-20 bestaat voornamelijk uit drie elementen: de carrosserie van een T1 “Barndoor” bestelwagen, herkenbaar aan zijn grote achterklep, een industriële Volkswagen motor van 21 kW/28 pk en een chassis met een hydraulisch hef-/kantelmechanisme. Dit voertuig kan dus door één persoon worden opgetild, gekanteld en weer op de rails gezet, in plaats van achteruit naar het beginpunt te moeten rijden. Om te voldoen aan de regelgeving voor hulpspoorvoertuigen, werden de lichten aan de voor- en achterkant verwijderd en deze zones bedekt met metalen panelen. De standaardlichten voor spoorvoertuigen werden vervolgens op de nieuwe locaties geïnstalleerd: twee witte koplampen aan de voorkant en één rode aan de achterkant.
Advertentie – lees hieronder verder
De Klv-20 van Volkswagen begon zijn carrière in het spoorwegdepot van Plattling in Beieren en werd later gebruikt in het onderhoudsdepot voor signalen van Plattling. Hij werd buiten dienst gesteld in de jaren 1970, waarna hij een nieuw thuis vond in de regio Palts, in het zuidwesten van Duitsland. In 1988 werd hij verworven door een spoorwegverzamelaar uit de deelstaat Hessen voordat hij in de collectie van Volkswagen Commercial Vehicles terechtkwam.
Ingenieuze montage
Hoewel de combi nog steeds zijn handgeschakelde versnellingsbak heeft, is zijn carrosserie gemonteerd op een chassis dat is gelast uit robuuste stalen profielen. De wielen zijn van staal en hebben een diameter van 550 mm. Ze zijn opgehangen en geleid, zoals bij een spoorwagon. Rubberen elementen zijn gemonteerd tussen de velg en de kern van het wiel volgens het “Bochumer Verein” systeem, wat het geluid van het voertuig op een zeer effectieve manier dempt. De vier wielen zijn uitgerust met interne remschoenen, die worden geactiveerd door het rempedaal via een oleo-hydraulisch systeem. Een paar wielen kan ook mechanisch worden geremd met de handremhendel.
De carrosserie is verbonden met het chassis door rubberen elementen. Het heeft drie banken: één in het bestuurderscompartiment met twee zitplaatsen, twee in het passagierscompartiment met elk drie zitplaatsen. Het is ook mogelijk om het laadgedeelte te reserveren voor het transport van materiaal door de verwijderbare stoelen weg te halen. Zonder spiegels en stuur, wordt deze zeer speciale Volkswagen combi tentoongesteld tijdens evenementen gewijd aan oude bedrijfswagens van het merk. Hij rijdt ook af en toe op oude spoorlijnen waar hij niet onopgemerkt blijft.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be