De transitie naar elektrische auto’s krijgt geleidelijk vorm. Het gewenste niveau is nog niet gehaald, maar stap voor stap ontwikkelt het laadnetwerk zich. Dit maakt het gebruik van elektrische auto’s flexibeler en eenvoudiger. Steeds meer bestuurders hebben toegang tot een publiek laadpunt, in de stad, op een parking of langs de snelweg. Praktisch, maar doorgaans nogal duur, omdat de kosten per kWh erg hoog zijn. Dat het publieke netwerk duur is, komt ook omdat automobilisten vaak meer elektriciteit aangerekend krijgen dan ze daadwerkelijk in hun auto laden.
Dit probleem wordt terecht aangekaart door onze collega’s van Het Belang van Limburg en La Libre. Volgens het bedrijf Trescal, dat de conformiteit van meetapparatuur controleert (debietmeters in tankstations, zoals thermometers die gebruikt worden in industriële productie), zijn laadpunten niet onderworpen aan enige controlewetgeving. En het is onvermijdelijk dat een slechte afstelling grote financiële gevolgen heeft.
Geen wettelijk kader
Hoewel er wetgeving bestaat om de kwaliteit van benzine en diesel in tankstations en de correcte werking (en juiste hoeveelheid) van tankpistolen te controleren, ondergaan laadpunten geen enkele controle. Het gevolg is dat klanten geen idee hebben waarvoor ze betalen als ze hun batterij opladen. Betalen ze voor de elektriciteit die door het laadpunt wordt verbruikt, de elektriciteit die van het laadpunt naar de laadkabel gaat, of de elektriciteit die daadwerkelijk in de auto wordt opgeslagen? In feite is er geen antwoord, omdat er tot op heden geen wettelijk kader bestaat. Helaas.
Advertentie – lees hieronder verder
Nochtans is bekend dat de verliezen tijdens het opladen relatief hoog kunnen oplopen voor een elektrische auto, met name door de opwarming van de kabel en het batterijpakket. In 2022 toonde een ADAC-onderzoek aan dat tot 30% van de energie verloren kan gaan bij het gebruik van een adapter die in een gewoon stopcontact wordt gestoken. In 2021 toonde Autobest aan dat het verlies kan oplopen tot 27% voor bepaalde voertuigen.
Uit een recent onderzoek van het Belang van Limburg blijkt dat er bijna altijd een verschil van 10% zit tussen de elektriciteit die de automobilist aan het laadpunt betaalde en de elektriciteit die effectief aan de batterij werd geleverd.
Evolutie?
In werkelijkheid worden laadpunten afgesteld, maar slechts één keer: wanneer het laadstation in gebruik wordt genomen. Daarna zijn er geen verdere controles, hoewel de waarden na verloop van tijd zeker kunnen afwijken. Deze factor kan gebruikers van elektrische auto’s wantrouwig maken. Auto’s op batterijen worden immers geacht goedkoper te zijn precies door de lagere elektriciteitskosten. En een controle kost niet zo veel: ongeveer honderd euro. We hebben dus nog een lange weg te gaan.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be