Dat elektrische auto’s niet goed verkopen, heeft een zeer goede reden: hun prijs. In enkele jaren tijd zijn de problemen rond rijbereik of laadmogelijkheden grotendeels opgelost, ook al is nog niet alles perfect. Maar één ding verandert niet of toch veel te weinig: de prijs. Merken als Renault (R5 E-Tech), Citroën (ë-C3) en Fiat (Grande Panda) komen wel met modellen onder 25.000 euro. Maar ze blijven te duur en vooral weinig bruikbaar voor klanten die een veelzijdige (gezins)wagen zoeken.
Gaat het de goede kant op? Voor de topman van Renault, Luca de Meo, is het antwoord verre van duidelijk, zo bevestigde hij aan onze collega’s van De Tijd. De Meo beaamt dat 2024 een historisch turbulent jaar was voor de autosector. Er waren de fabriekssluitingen in Europa in de jaren negentig en in de Verenigde Staten iets eerder. Maar deze donkere tijden zijn niets vergeleken met wat we nu meemaken.
Geen hulp
Luca de Meo maakt eerst de balans op voor de sector van de elektrische auto’s. En de noden waarmee rekening moest gehouden worden. Europa heeft volgens hem niets gedaan om de auto-industrie voldoende toegang tot grondstoffen en materialen te garanderen, vooral bij de productie van batterijen voor elektrische auto’s. Onze leiders dachten blijkbaar dat de wereld en zijn economisch model vastlagen. Maar ze rekenden natuurlijk niet op de wil van China om een leidende rol op te nemen. De realiteit vandaag is dat Chinese leveranciers van grondstoffen aan lokale fabrikanten verkopen tegen hun productiekosten, terwijl buitenlandse fabrikanten de volle prijs betalen.
Advertentie – lees hieronder verder
Volgens Luca de Meo is de ontwikkeling van de laadinfrastructuur voor elektrische auto’s nog altijd onvoldoende, ondanks de verbeteringen. De groei zou zes tot zeven keer sneller moeten. Maar hij heeft een oplossing: overheden en financiële instellingen moeten de uitrol ondersteunen, want laadpunten zijn winstgevend zodra ze in gebruik worden genomen.
Noodzakelijke samenwerkingen
Luca de Meo wijst op het probleem dat er op de Europese markten geen geld meer is om de auto-industrie te financieren. En daar is een goede reden voor: de Europese regelgeving is niet gericht op ondernemerschap en het ondersteunen van de economie, wat huidige en potentiële investeerders ontmoedigt.
Om China in te halen op het vlak van elektrische auto’s – wat volgens hem nog minstens tien jaar duurt – raadt Luca de Meo aan om meer samenwerkingen aan te gaan met Aziatische constructeurs. Zijn groep praat met Japanse, Chinese en Zuid-Koreaanse constructeurs, vooral voor batterijen. Voor Luca de Meo is er geen reden om niet samen te werken. Maar hij betreurt dat deze oplossing alleen bereikt kan worden met buitenlandse fabrikanten. In de Verenigde Staten financierde de Inflation Reduction Act of IRA (die Trump gaat afvoeren) de behoeften van Amerikaanse bedrijven. Hier kan de financiering alleen uit het buitenland komen.
Het is dus duidelijk dat Luca de Meo een nieuwe en positieve visie verdedigt voor de ‘strategische staat’. En terecht: de overheid moet strategische sectoren ondersteunen, de ontwikkeling van specifieke ecosystemen van de toekomst initiëren en bestaande posities en waarden consolideren. Maar dit is niet gebeurd. Of slechts in beperkte mate. Zoals hij onlangs zei: we moeten een Airbus voor elektrische auto’s creëren. Maar die weg wordt vandaag niet bewandeld.
Dure regelgeving
Hoe zit het nu met de goedkopere elektrische auto’s? Natuurlijk is er de R5 en binnenkort de Twingo, maar dit zijn kleine modellen die niet voor iedereen geschikt zijn. Bovendien zijn we nog ver verwijderd van de prijzen die je enkele jaren geleden betaalde voor veelzijdige stadswagens (rond de 10.000 euro).
Voor Luca de Meo is het een maatschappelijk probleem: de auto-industrie kan alleen goed draaien als de middenklasse het goed doet. Maar de koopkracht van de middenklasse is ingestort. En ook de middenklasse zelf stuikt in elkaar. Renault kan dit probleem zelf niet oplossen. Geen enkele andere autoconstructeur kan dat. Wat de industrie wel kan doen, is proberen concurrerende modellen op de markt te brengen.
Vreemd genoeg blijft Europa de transitie naar elektrische auto’s zelf belemmeren, ook al legt het een deadline op van 1 januari 2035. Waarom? De Meo heeft het uitgerekend: tot 2030 komen er elk jaar tussen de acht en twaalf nieuwe Europese reglementen voor auto’s bij. Dit betekent dat een kwart van het R&D-budget van de groep besteed moet worden aan het aanpassen van auto’s aan deze nieuwe regels. Nog erger is dat de productiekosten met 40% stijgen om aan deze voorschriften te voldoen. Dat zal de prijzen ongetwijfeld niet doen dalen, al kan de massale overschakeling op de LFP-batterij de schade beperken.
De toekomst ziet er dus niet rooskleurig uit. Het is tijd dat Europa zijn fouten op het vlak van vervelende en vaak vergezochte regelgeving inziet. Eén ding is in ieder geval duidelijk: als Europa het niet begrijpt, blijven consumenten bij hun auto’s met verbrandingsmotor of kopen ze allemaal de nieuwste hybrides. Moeten we echt met ons hoofd tegen de muur lopen voor Brussel het begrepen heeft?
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be