De auto-industrie is een speelveld dat de hele wereld beslaat, met toeleveringsketens en afzetmarkten die elk continent met elkaar verbindt. Verwonderlijk is het dus niet dat de huidige crisis niet tot één gebied beperkt blijft. Na de regen aan onheilsberichten uit Amerika en Europa is nu Japan aan de beurt. Dat de winst van Toyota met 20% afkalft kan de grootste autobouwer ter wereld nog wijten aan de kost van specifieke tegenvallers, zoals terugroepacties omwille van motorproblemen, en schandalen met betrekking tot dochtermerk Daihatsu en de commerciële afdeling Hino. Maar het kan niet verhullen dat er meer aan de hand is.
Overschakelen op noodloop
Het resultatenseizoen is zeker niet mals voor de andere grote namen uit Japan. Door tegenvallende verkopen in het thuisland (-10%) en Europa (-14%) schrijft de boekhouding van Mazda momenteel in het rood. Het verlies tijdens het laatste kwartaal bedraagt 102 miljoen dollar. Nochtans ging het merk wel vooruit in de Verenigde Staten (+28%), maar door de zwakke yen kon die prestatie de verliezen niet compenseren. Ook de tweede grootste autobouwer van Japan, Honda, zag voor het eerst in bijna twee jaar zijn winsten in de achteruitversnelling belanden (-15%) wat het bedrijf vooral wijt aan de tegenvallende verkopen op de Chinese markt.
De alarmbellen klinken echter het hardst bij Nissan. De grote baas van het merk, Makoto Uchida, heeft aangekondigd dat zijn merk naar noodloop is overgeschakeld. De verslechterende economische omstandigheden nopen het bedrijf tot drastische maatregelen. De meest opvallende is wellicht het feit dat Uchida heeft besloten een deel van zijn loon op te offeren en het zal halveren. Toch voor één maand, om te beginnen. Het telt dus vooral als symbool om de andere ingrepen te verzachten. Het merk gaat 9.000 mensen ontslaan (wereldwijd werkt er 133.850 man voor Nissan) wat overeenkomt met 7% van het personeelsbestand. Daarnaast zal het merk ook een deel van zijn belang in Mitsubishi, waarvan het de grootste aandeelhouder is, verkopen om zo noodzakelijke cash te genereren.
Advertentie – lees hieronder verder
Inkrimpen in plaats van groeien
Uchida had het nochtans helemaal anders voor ogen. Na de losser geworden relatie met alliantiepartner Renault (en ook Mitsubishi) ijverde hij voor een groeiplan, onder de naam The Arc, waarmee Nissan jaarlijks een miljoen auto’s meer zou verkopen. De bittere realiteit is nu dat de productiecapaciteit met 20% moet worden teruggeschroefd, in de hoop terug winstgevend te worden. Dat profijt is geslonken tot een verlies van 568 miljoen euro, een van de grootste dalingen van alle automerken. Net zoals bij Honda, en meerdere Duitse merken, loopt het helemaal niet lekker op de Chinese markt, waar de afzet met 13% is gedaald. In andere belangrijke markten zoals Noord-Amerika ziet de verkoop minder hard af, maar Nissan biedt zijn auto’s daar met zulke grote kortingen aan dat de rentabiliteit er onder lijdt. Voor het komende boekjaar, dat in Japan tot en met maart 2025 loopt, wordt geen heropleving verwacht.
Het merk plant wel om de banden met Renault en Mitsubishi weer dieper aan te halen voor de ontwikkeling en productie van gemeenschappelijke modellen. Nissan mist voorlopig hybride voertuigen om de slabakkende verkoop van elektrische voertuigen te compenseren, wat de conculega’s bij Honda en Toyota beter lukt. Maar het is duidelijk dat de Chinese automerken, die in eigen land hoe langer hoe meer het voortouw nemen, nu ook diepe sporen aan het trekken zijn in de boekhouding van de Japanse autofabrikanten.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be