De Porsche Boxster, die zijn naam ontleent aan de samentrekking van de woorden “boxer” en “speedster” (hoewel altijd “roadster” wordt geweerd), werd gelanceerd op een moment dat alleen de 911 in de catalogus stond. Zowel de 928 als de 968 waren immers al uit het gamma verdwenen. Tijdens die “lege” periode in het begin van de jaren ’90 had de autobouwer uit Stuttgart een studie van een klein doch krachtig en relatief toegankelijk cabriomodel laten uitvoeren. Het resultaat hiervan was de conceptuele Boxster die 1993 op de Detroit Motor Show werd tentoongesteld. Ontworpen door Harm Lagaay (de geestelijke vader van de BMW Z1), was deze Boxster duidelijk geïnspireerd op enkele legendarische modellen van het merk.
De respons was meteen goed en Porsche besloot hem vanaf 1996 in serieproductie te produceren. Naast het feit dat de Boxster de verkoop van Porsche aanzienlijk heeft gestimuleerd en hij heel wat geld heeft opgebracht, zorgde het model voor tal van nieuwigheden voor de fabrikant. De productieprocessen van het bedrijf werden volledig herzien en de technieken gestroomlijnd. De voorkant van de cabriolet werd zelfs bijna integraal overgenomen door de 911 type 996 die het jaar daarop arriveerde.
Ingetogen start
De Porsche-ingenieurs hadden gezondigd door de Boxster als het ware té toegankelijk te maken. De eerste modellen waren dan ook uitgerust met een 2,5-liter 6-cilinder boxermotor die maar 204 pk produceerde. Door het beperkte vermogen en koppel werd al snel neergekeken op deze Porsche, die nochtans voorbeeldige rijeigenschappen bezat en ontworpen was om met veel meer vermogen om te kunnen gaan. In 1999 zag Porsche het licht en werd de situatie op twee manieren rechtgetrokken: enerzijds door een 220 pk sterke 2,7-liter als basis te nemen, anderzijds door de Boxster S op de markt te brengen, voorzien van een 3,2-liter met 252 pk in de aanslag. Niet alleen overtuigden deze krachtcentrales veel meer, de verkoop van de Boxster ontplofte…
Advertentie – lees hieronder verder
Nog steeds verliefd
Valère, de eigenaar van deze Boxster S uit 2001, kent zijn wagen door en door. Hij rijdt er dan ook al sinds 2003 mee en heeft zo meer dan 130.000 km afgelegd. Hoewel de man nog andere, meer recente en krachtigere auto’s bezit, blijft hij verliefd op zijn oranje Boxster. Op 17 jaar tijd werd hij er niet één keer door in de steek gelaten; een bewijs van de immense betrouwbaarheid van het model. Onderdelen die gevoelig zijn voor slijtage werden natuurlijk wel vervangen. Denk bijvoorbeeld aan remblokken.
Dociel
Bij het instappen, is er geen twijfel mogelijk: dit is een échte Porsche. Bepaalde details zijn onmiskenbaar, zoals de contactsleutel aan de linkerzijde van het stuurwiel of de drie in elkaar vallende meters. De tand des tijds werd goed doorstaan, ook al is de kwaliteit van sommige kunststoffen onwaardig in vergelijking met andere producten van het merk. Dit vergeet je echter als je de motor start. De flat-six klinkt heerlijk metaalachtig, zeker als je het blok in toeren jaagt. Van dit geluid krijg je nooit genoeg!
De zescilinder ligt trouwens centraal tussen de stoelen en de koffer. Hem aanschouwen, kan niet: je ziet nauwelijks twee vulopeningen (olie en koelvloeistof) en de oliepeilstok achteraan. De middenmotor zorgt voor een fantastisch evenwicht. Bovendien is de motor dankzij de grote cilinderinhoud zeer flexibel en verlopen de acceleraties erg lineair. Zonder je agressief tegen de rugleuning te duwen, is de Boxster S zeer dociel, maar ook erg snel én gemakkelijk om mee te rijden. Een Boxster S of een 911 uit dezelfde periode? Een moeilijke keuze…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be