Over exact 10 jaar, eind 2034, zitten we in de laatste dagen waarop je een nieuwe auto met verbrandingsmotor kan kopen. Vanaf 1 januari 2035 mogen autobouwers die niet meer verkopen, tenzij althans de EU dat plan nog op de schop gooit. De facto kan je dan enkel nog voor een elektrische wagen, eventueel op waterstof, een nummerplaat krijgen.
Noorwegen, dat geen deel uitmaakt van de Europese Unie en zijn eigen koers vaart, zit vandaag al in die fase. Het is te zeggen: je kan er na 1 januari nog wel een benzine- of dieselwagen inschrijven, maar de verkeersbelasting zal zodanig hoog zijn dan, dat in de praktijk niemand dit nog zal doen.
Het Scandinavische land was het eerste in Europa waar elektrische auto’s echt omarmd werden. Het is geen geheim dat dit initieel kon dankzij forse overheidssubsidies, gefinancierd door de export van olie uit de Noordzee, wat jaarlijks grote begrotingsoverschotten genereert. Terzelfdertijd investeerde het land in de productie van hernieuwbare energie, wat nu de voornaamste bron van elektriciteit is, waardoor het in de toekomst nog meer kan genieten van de opbrengst van de verkoop van fossiele brandstof.
Moreel kan dat als dubieus beschouwd worden, maar zakelijk is het in elk geval slim. En het leert ons daarnaast ook enkele lessen over de automobiele energietransitie die in de EU is ingezet.
Advertentie – lees hieronder verder
Trage transitie
Bijvoorbeeld dat driekwart van het huidige Noorse wagenpark nog op een verbrandingsmotor draait, terwijl vandaag toch al ongeveer 95% van de nieuw gekochte auto’s in Noorwegen volledig elektrisch is.
Dat illustreert hoe traag die transitie ook bij ons zal verlopen. Net als Noorwegen is België een mature markt, wat betekent dat er niet zozeer nieuwe consumenten bij komen, maar dat de bestaande consumenten hun product vervangen door een nieuw. Op dit moment is een kwart van de nieuwe Belgische auto’s een EV, terwijl hun totaal op ons volledige wagenpark nog steeds slechts zo’n 280.000 is op een totaal van liefst 6 miljoen auto’s, oftewel een kleine 5%.
De tweedehandsmarkt speelt een grote rol in de elektrische vloot. Een gebruikte Nissan Leaf heb je er bijvoorbeeld gemakkelijk voor zo’n 10.000 euro. “Er is veel keuze, omdat mensen al hun tweede of derde elektrische auto kopen”, vertelt filmmaakster Marte Vold daarover aan het Duitse weekblad Die Zeit.
In België zijn tweedehandse elektrische auto’s duurder. Al valt het te verwachten dat de prijs snel gaat dalen. Vorige week liet de vlootsector nog weten dat ze met een overaanbod aan gebruikte EV’s kampt. Voor Belgische particulieren die elektrisch willen rijden is dat een uitstekende zaak.
Minder laadpunten dan België
Momenteel hebben de Noren genoeg aan 30 publieke laadpunten per 1.000 elektrische auto’s, waarvan een aanzienlijk deel snelladers. In België is de verhouding spectaculair beter, met liefst 250 publieke oplaadpunten per 1.000 elektrische auto’s. Daarmee is ons land bij de beste leerlingen van de Europese klas, al is er wel een grote onbalans tussen het noorden en het zuiden.
Wat de Noren wel veel beter voor elkaar hebben, is de stroomprijs. Doordat ze zoveel hernieuwbare energie produceren, betalen ze gemiddeld amper 0,14 euro per kWh (in 2023). In België is dat bijna het drievoudige.
In Noorwegen hebben uitbaters van tankstations en garages hun strategie ook moeten herdenken. Bij herstellers ligt de werkdruk hoger, omdat reparaties bij elektrische auto’s minder tijd in beslag nemen en er dus meer opdrachten moeten afgehandeld worden.
Tesla marktleider
In de Noorse inschrijvingscijfers staat Tesla afgetekend op kop, met een marktaandeel van 20%. De nummer twee is Toyota, dat Volkswagen heeft ingehaald. Beide zijn goed voor meer dan 10% van de Noorse personenwagenmarkt. BMW zit op de 6e plaats van de hitlijst. In België zijn zij de marktleider.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be