Wanneer is de auto precies ontstaan? De versies lopen uiteen. Sommigen beweren dat Benz hem in 1886 uitvond met zijn eerste driewieler die slechts honderd meter afgelegde en het toen voor bekeken hield… Dit was inderdaad de eerste gepatenteerde auto met een verbrandingsmotor. Maar voorheen waren er wel al andere tests uitgevoerd: in 1801 stelde de Engelsman Richard Trevithick het eerste Britse wegvoertuig voor, genaamd “London Carriage Steam”, dat drie wielen had, 9 passagiers kon vervoeren en door stoom werd aangedreven. Hij legde 10 mijl af door de straten van Londen.
Toch claimt ook Frankrijk het auteurschap van dit concept met le Fardier de Cugnot, die al in 1769 reed en geen mensen, maar wapens vervoerde.
Over de ware oorsprong van de auto kan dus lange tijd gepalaverd worden. Wat echter zeker is, is dat pas in 1890 de eerste min of meer interessante of veelbelovende realisaties opdoken, terwijl in 1890 ook in de luchtvaart de eerste zeer korte vlucht door Clément Adler werd uitgevoerd. Pas in 1903 maakten de gebroeders Wright een echte vlucht die naam waardig. Maar vanaf toen was het duidelijk: deze twee werelden zouden samen groeien, maar ook elkaar observeren.
Advertentie – lees hieronder verder
Bliksemsnel
Het is bekend dat voor een nieuwe technologie de vooruitgang vaak bliksemsnel gaat. Dat gold zowel voor de auto als voor de luchtvaart, die echter snel de bovenhand zou nemen. In zoverre dat ze inspiratie leverde voor de ontwikkelaars in de autosector. Al in 1914 waren de eerste effecten te merken, zoals bij de Alfa 40 Aerodinamico Castagna die met een echte romp uitpakte om de lucht te doorklieven. Of in 1921 met de Helica van de Fransman Marcel Leyat. Andere initiatieven in de andere richting kwamen er eveneens: in 1934 bouwde de Fransman Voisin, een kleinschalige vliegtuigfabrikant, de Aerodyne, die uiteraard was voorbehouden aan een elite. Het volgende jaar stelde Skoda zijn unieke 935 Dynamic met een door de luchtvaart geïnspireerd koetswerk voor. De luchtweerstandcoëfficiënt bedroeg slechts 0,37. Het zou 25 jaar duren vooraleer een andere auto deze waarde kon evenaren.
Ook Saab en Citroën
De autocreaties die de luchtvaart als voorbeeld namen werden na de Tweede Wereldoorlog nog talrijker. In 1947 lanceerde Saab de verbazingwekkende 92, die ontworpen was als een vliegtuigvleugel. Het moet gezegd worden dat Saab in die tijd op beide fronten actief was en in de eerste plaats een vliegtuigspecialist was.
Saab was trouwens niet de enige die zich door de luchtvaart liet inspireren. Ook Citroën nam de Junkers Ju 52 in 1948 als voorbeeld om de beroemde Type H bestelwagen h te ontwerpen, een model dat veel navolging zou krijgen, onder andere met de 2PK bestelwagen.
De Amerikanen nemen het voortouw
Niet alleen in Europa inspireert de autosector zich op de luchtvaart. In de Verenigde Staten lanceren grote merken zoals GM een reeks verrassende realisaties, allemaal geïnspireerd door de Lockheed P38 Lightning. Het idee was de staartvleugels van het vliegtuig over te zetten op auto’s. Zo werd in 1948 de Cadillac Series 62 geboren, die verder evolueerde tot het begin van de jaren 60, waarbij telkens iets meer van deze elementen werd ontwikkeld.
Deze aanpak inspireerde ook Peugeot (404), Fiat (1800) en Mercedes (W111) die als voorbeeld de Amerikaanse technologische vooruitgang van die tijd namen.
Tijdelijke afscheiding
Rond de jaren ’70 nam de auto meer afstand van de luchtvaartsector. De toenmalige Boeings en andere vliegtuigen inspireerden niet meer, terwijl de verovering van de ruimte die volgde op de ontwikkeling van de luchtvaart niet zoveel aan het dromen bracht. Bovendien zijn de vormen van die toestellen te speciaal om aangewend te worden in een auto.
Toch bleven tradities bestaan en zorgde de luchtvaart nog steeds voor inspiratie, maar dan voor het niet zichtbare gedeelte van de auto. De directe injectie (geïntroduceerd door Messerschmitt) werd voor het eerst gebruikt in de Gutbrod Superior in 1952 en natuurlijk in de Mercedes-Benz 300 SL uit 1954. Hetzelfde gold voor druklading en het gebruik van turbocompressoren die eveneens uit de wereld van de luchtvaart kwamen. Ook ABS kwam uit die sector. De primeur was voor de Jensen FF in 1966 die gebruik maakte van de technologie van het Avro CF-100 jachtvliegtuig uit 1952.
High-tech
Weet je waar de koolstofceramische remmen vandaan komen? Van de Concorde uit de jaren ’70. Het duurde 20 jaar om zijn eerste autotoepassing op de Venturi 400 GT (foto onder) te zien, maar uiteindelijk drong ook deze technologie door naar de wereld van de vierwielers. Net zoals koolstofvezel of verlijming lassen al enige tijd verdringen (bijvoorbeeld met de Lotus Elise uit 1996). Of de elektronica die nu volop in onze auto’s aanwezig is.
Op automatische piloot
Als we het over luchtvaart hebben, denken we natuurlijk ook aan de automatische piloot. Op dit gebied staat de luchtvaartsector duidelijk aan de top. Noteer meteen dat het veel gemakkelijker is om een toestel automatisch te besturen in de lucht omdat het daar over de nodige ruimte beschikt. In tegenstelling tot een auto die wordt geconfronteerd met weinig ruimte, slecht aangeduide wegen, en erger nog met elementen die plotseling van alle kanten kunnen opduiken. Toch schakelt ook de auto steeds vaker over op automatisering, zelfs voor het rijden. Tesla en zijn befaamde AutoPilot zijn de bekendste vertegenwoordigers, zelfs al zijn vele andere auto’s ook al een tijdje uitgerust met radars om voetgangers en obstakels of wegmarkeringen te detecteren en zo het traject te behouden. De zelfrijdende auto is vandaag echter nog steeds een droom. Zal die ooit bereikt worden? Waarschijnlijk wel, maar het zal wellicht nog een paar decennia duren vooraleer het zover is. En dan zal de auto weer wat dichter bij de luchtvaart staan…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be