“Vijf à zes modellen”, oftewel een halvering van het gamma: zo ziet Thierry Koskas, directeur van Citroën, de toekomst van zijn merk. In een interview met de Britse tijdschrift Autocar gaf de Fransman aan dat het merk met de dubbele chevron vandaag te veel verschillende auto’s maakt, en dat dat niet noodzakelijk goed is voor het zakencijfer.
“Citroën moet in het B- en het C-segment aanwezig zijn, want dat is het hart van het merk”, aldus Koskas. Dat betekent dat het gamma over enkele jaren zal openen met de C3 en reiken tot aan de C5 Aircross. Voor de modellen die daarbuiten vallen, zoals de C5 X, ziet hij geen toekomst meer. “Dat is een segment dat bijna niet meer bestaat.” Hij bevestigde ook dat er geen opvolger meer komt voor de C1-stadswagen.
Wel maakt hij een uitzondering voor de Ami, een elektrische tweezitter van 7.990 euro die echter gelimiteerd is tot 45 km/u. Deze staat niet ter discussie.
Advertentie – lees hieronder verder
Weinig kopers voor C5 X
Als onderdeel van de Stellantis-groep, hoeft Citroën niet in zijn eentje de ganse markt af te dekken. In Europa heeft de Frans-Italiaanse groep immers ook nog andere volumemerken als Opel, Peugeot, Jeep en Fiat in de portefeuille, die alle hun eigen accent kunnen leggen. De multinationale autobouwer voert bovendien een rigoureus lagekostenbeleid, om in deze turbulente autotijden het hoofd boven water te houden. Dan heeft het geen zin producten aan te bieden waar nauwelijks wat mee te verdienen valt.
De C5 X is er zo een. In 2023, het eerste volledige verkoopsjaar van Citroëns grootste model, gingen er over heel Europa net geen 12.000 stuks over de toonbank. Ter vergelijking: Skoda verkocht in die periode meer dan 160.000 Octavia’s. De berlines en breaks van de Tsjechische autobouwer zijn in die categorie de enige die nog gewild zijn, samen met de Passat van moederhuis Volkswagen. Ook Citroëns zustermerken Peugeot en Opel, bijvoorbeeld, vinden nauwelijks nog afnemers voor hun 508 en Insignia.
Lagekostenauto’s
Koskas bevestigde daarnaast ook dat er geen opvolger komt voor de C1, de stadswagen die al twee jaar uit de handel is. Het model maakte deel uit van een drieling, met ook de Peugeot 108 en Toyota Aygo. Enkel de Japanners zijn daarmee doorgegaan, met de Aygo X, die ze in hun eentje ontwikkelden.
Ook dat kadert in een bredere markttendens, waarin het aanbod aan kleine en betaalbare stadswagentjes gevoelig verschraalt. Zustermerk Fiat heeft de Panda, en verder is er enkel nog de Renault Twingo, Hyundai i10 en Kia Picanto. Die krimp staat al enkele jaren in de sterren geschreven. Door de steeds strengere technische voorschriften rond veiligheid en uitstoot, zijn de productiekosten in de autobouw fors omhoog gegaan deze eeuw, waardoor het nog moeilijk is om een budgetauto met winst te verkopen.
Daardoor is bovendien het prijsverschil tussen het A- en B-segment verkleind, waardoor veel autokopers dan voor het iets grotere model opteren, aan een kleine meerprijs. Er werd lang gevreesd dat de toekomstige Euro 7-uitstootnorm de finale doodsteek zou zijn voor budgetauto’s. Nu die voor verbrandingsmotoren niet zo streng zijn als eerst gedacht, gaat dat effect echter kleiner zijn.
Over lagekostenauto’s gesproken: recent nog noemde Thierry Koskas openlijk Dacia als concurrent voor Citroën, waarmee hij duidelijk op het statuut van budgetmerk binnen de Stellantis-groep mikt. In de schoot van Renault heeft die strategie Dacia geen windeieren gelegd. In Europa werden in 2023 bijna net zoveel Dacia’s als Renaults gekocht: 555.000 tegenover 681.000 auto’s.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be