Zo’n twintig jaar geleden waren low cost-supermarkten zoals Aldi of Lidl slechts populair bij een klein deel van de bevolking. Aanvankelijk werden deze winkels genegeerd en als minderwaardig beschouwd. We weten hoe dat is afgelopen: het goedkope imago van deze ketens is niet langer overheersend en ze hebben een aanzienlijk deel van de markt veroverd. De vraag is nu of dit ook voor auto’s zal gelden. De cijfers van Dacia, die in de eerste vijf maanden van dit jaar een stijging van 25% vertonen, suggereren dat dit wel eens het geval zou kunnen zijn.
De situatie is onverwacht, want Dacia staat voor op het moedermerk Renault, met een marktaandeel van 5,61% in ons land (5% in de hele EU). Dit betekent dat het goedkope merk blijft groeien: volgens onze collega’s van L’Écho is één op de achttien verkochte auto’s in België een Dacia.
Verdubbeling tegen 2030
En het is nog niet alles. Dacia’s plan is om te blijven groeien en tegen 2030 jaarlijks 1 miljoen auto’s te verkopen (tegenover 650.000 nu). In deze context zou Dacia ook zijn omzet verdubbelen, met een operationele marge van ongeveer 15%. Een uitzonderlijk hoge winstgevendheid dus.
Advertentie – lees hieronder verder
Om dit te bereiken, zet Dacia natuurlijk in op nieuwe modellen, zoals de grote Bigster SUV die in 2025 op de markt komt en twee andere modellen. Dat zullen niet langer B-segmentmodellen zijn zoals de Sandero. Dacia wil grotere auto’s bouwen en andere segmenten betreden, wat betekent dat de prijzen zullen stijgen.
Natuurlijk zullen er ook elektrische modellen zijn, maar het tempo zal onvermijdelijk lager liggen dan elders. Renault wil ook dat het aanbod van Dacia als vangnet voor de groep fungeert in deze context van gedwongen en zeer onzekere elektrificatie. Als de markt terugkeert naar verbrandingsmotoren, zou Dacia zich met andere woorden als redder kunnen profileren.
De concurrentie neemt toe
Sinds Renault Dacia in 1999 overnam, op initiatief van de toenmalige CEO Louis Schweitzer, is het merk in 20 jaar tijd (de lancering van de Logan dateert van 2004) een merk geworden dat niet meer weg te denken is. En een zeer winstgevend merk. Het is dan ook moeilijk te begrijpen hoe Dacia er zo lang alleen voor heeft gestaan. Maar dat is nu voorbij, want de concurrentie neemt toe.
En de eerste bedreiging komt niet uit China, maar uit Frankrijk (of Frans-Amerikaans-Italiaans) met de Stellantis-groep, die ook heeft besloten Citroën als goedkoop merk te herpositioneren. Het bewijs is de nieuwe Citroën C3 (vanaf 14.990 euro) en de elektrische versie, de ë-C3 (23.300 euro). Dacia heeft dus concurrentie en zal moeten reageren, vooral omdat de Spring ouder wordt en binnenkort zal worden getroffen door de nieuwe Europese douanerechten op auto’s die in China zijn gemaakt.
Los van de cijfers is er duidelijk één iets om te onthouden: de meerderheid van de automobilisten wil niet langer te veel geld uitgeven aan hun auto. Ze kiezen dus voor een compromis: een zeer betaalbare prijs, behoorlijke uitrusting en veelzijdigheid. Deze rationalisatie bij kopers leidt tot een rationalisatie bij fabrikanten, die een “design to cost“-strategie toepassen, wat betekent dat ze alle overbodige elementen of kosten elimineren.
De strategie van Dacia wordt zo de norm voor de hele auto-industrie. Een paar maanden geleden interviewde Gocar.be, tijdens een presentatie van een Daciamodel, een van de merkverantwoordelijken. Hij gaf aan dat de dikte van het schuim in de stoelen constant wordt verminderd totdat een klant het merkt of klaagt. Een winstgevende techniek die op alle niveaus wordt toegepast… Nu Chinese fabrikanten zich voorbereiden om goedkope modellen op onze markten te brengen, lijkt Dacia het best voorbereid om weerstand te bieden. Een model om te volgen, vooral omdat het merk tegenwoordig auto’s produceert met een bijzonder succesvol ontwerp. Wie had dit twintig jaar geleden kunnen voorspellen?
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be