Met een lengte van 4,18 m is de Bayon 2,5 cm korter dan de Kona. Beide modellen lijken dus op het eerste gezicht op hetzelfde terrein actief, met een duidelijk voordeel voor de nieuwkomer op vlak van interieurruimte. Naast een riante been- en hoofdruimte voor de achterpassagiers, biedt hij tot 422l aan kofferinhoud tegenover slechts 374l voor zijn grote broer. Maar is daarmee alles gezegd?

Lees ook : TEST Hyundai Santa Fe Hybrid 2021: Discrete vernieuwing

Andere rol

Neen, want om zijn twee kleine SUV’s te onderscheiden, wijst Hyundai hen verschillende rollen toe: de Kona wil diegenen bekoren die een kleine sprankelende SUV zonder noodzakelijk een groot interieurvolume wensen. De Bayon biedt dan weer het antwoord voor rationelere gebruikers en gezinnen die vooral ruimte en praktische aspecten zoeken. Als gevolg hiervan is alles in de positionering van de Bayon pragmatischer. Dit is vooral merkbaar aan boord, waar het interieur, dat identiek is aan de i20, degelijk is afgewerkt en eerder technologisch uitvalt met zijn 12” scherm als dashboard, maar tegelijk een triestige presentatie vertoont. Er is geen sprankeltje kleur te vinden in de zwarte basistint van de aankleding. Zonder bijzonder kleurrijk te zijn, is de interieursfeer van de Kona duidelijk frivoler.

Advertentie – lees hieronder verder

De Bayon neemt ook het platform en de motoren van de i20 over. Hij zal daarom alleen worden aangeboden met voorwielaandrijving en benzinemotoren: de 1.2l van 84 pk, de 1.0 T-GDI van 100 pk (met of zonder 48V microhybridisatie) en de 1.0 T-GDI 48V van 120 pk. De Kona staat dus een stapje hoger op technisch niveau omdat hij niet enkel leverbaar is met benzine- en dieselmotoren, maar ook als hybride en in een elektrische variant met vermogens tot 204 pk, en vierwielaandrijving op sommige versies. Hier spelen de twee concurrerende broers dus niet echt in dezelfde klasse. En dit verschil in positionering moet worden versterkt wanneer de nieuwe Kona over twee jaar arriveert, waarbij die laatste een maatje groter zal worden om de bestaande kloof tot de nieuwe Tucson te dichten, die zelf opschoof in het gamma.

Gretigheid

Dit pragmatisme is ook voelbaar op de weg, waar de Bayon zich gedraagt als een i20, niet meer en niet minder. Alleen de grotere bodemvrijheid resulteert in iets meer rol en minder goed gecontroleerde koetswerkbewegingen op verkeersdrempels. Maar verder vinden we dezelfde gretigheid terug als in de eerder geteste stadswagen met de 1.0 T-GDI 48V van 100 pk. Dit kleine blok produceert een geluid dat typisch is voor driecilindermotoren en is niet volledig trillingvrij bij een laag toerental en stationair draaien. Maar het vertoont wel een goede souplesse vanuit de laagste toeren, waarbij het koppel van 171 Nm wordt bereikt vanaf 1.500 tot 4.000 t/min. De handgeschakelde zesversnellingsbak is nauwkeurig, doch een beetje stroef, maar dat hindert niet zo in een gezinswagen als deze Bayon.

Zoals de ham

Wat zijn naam betreft, wel die heeft de Bayon gewoon… van de stad Bayonne. Omdat deze nieuweling bestemd is voor de Europese markt, wilde Hyundai hem naar een Europese stad vernoemen. Daarvoor werd de hoofdstad van Baskenland geselecteerd omdat “het een van de mooiste bestemmingen in het zuidwesten van Frankrijk is”, waardoor de SUV indirect wordt geassocieerd met een vakantiesfeer in de hoofden van klanten.

Conclusie

Hyundai’s tweede B-SUV, de Bayon, pakt uit met andere troeven dan de Kona om hem niet te kannibaliseren. Hij is meer “basic” en legt vooral de nadruk op de functionaliteit van het interieur, terwijl zijn grote broer meer inzet op het voorkomen, de motoren en het rijgedrag. Dan valt nog enkel af te wachten of het prijsverschil van € 1.500 tot € 1.700 in het voordeel van het nieuwe model bepalend zal zijn als de keuze wordt gemaakt.