Deze agressieve nieuwe interpretatie van de Chevrolet Chevelle SS is het werk van de Amerikaanse specialist Trans Am Worldwide, die niet minder dan zeven jaar (!) aan de ontwikkeling ervan heeft besteed. Het bedrijf maakte naam met creaties als de Trans Am Bandit (een lieveling van de in 2018 overleden acteur Burt Reynolds) en de Trans Am 455 Super Duty. Ditmaal heeft de firma zich toegespitst op de Chevelle Super Sport, door liefhebbers ook wel 70/SS genoemd.
Drie pittige versies
Deze Chevelle zal effectief te koop worden aangeboden, meer bepaald met een keuze uit drie motoren: het instapmodel, voorzien van een 6,2-liter V8 van General Motors, ontwikkelt 450 pk. Hoger op de ladder staat de versie met een door Magnuson geprepareerde, drukgevoede 6,5-litermotor (met uiteraard meer vermogen, al weten we nog niet exact hoeveel). Last but certainly not least, zullen 25 van deze nieuwe SS’en worden uitgerust met een 7,5-liter V8-motor van de hand van Trans Am Worldwide, goed voor meer dan 1.500 pk (!!), paarden die allemaal op de achteras worden gedropt. Eén ding is zeker, er zal sowieso een geur van brandend rubber in de lucht hangen.
De Amerikaanse tuner baseerde zijn Chevelle zoals gezegd op de Camaro cabriolet, waarvan tal van koetswerkpanelen werden gewisseld. Het interieur is wel gelijk aan dat van de donorauto, op enkele details na.
Advertentie – lees hieronder verder
Wat dit ding moet kosten? Wel, de prijs van deze krachtpatser begint bij 150.000 dollar (140.000 euro) maar loopt op afhankelijk van de gekozen opties en natuurlijk de versie.
Over de originele Chevelle SS..
De Chevelle Super Sport werd in 1964 geïntroduceerd en gaf Chevrolet de kans om zich in de strijd van de muscle cars te mengen (om modellen zoals de Ford Mustang te kunnen verslaan). Het recept was hetzelfde als dat van de concurrenten: een mooi uiterlijk, talrijke aanpassingsmogelijkheden en vooral dikke V8-motoren die in 1964 al 253 tot 304 pk leverden. In de loop der jaren werd het ontwerp verder verfijnd en steeg het vermogen tot bijna 400 pk.
Amerikaanse muscle cars verschilden qua filosofie nogal behoorlijk van Europese wagens (om het zacht uit te drukken). Ze dienden vooral om hevig te accelereren – om de snelste te zijn op de quarter mile – en stonden niet bepaald bekend om hun deftig bochtenwerk. In die tijd was gulzig zijn ook geen probleem: het gemiddelde brandstofverbruik van zulke modellen overschreed soms 30l/100km. Enorm, uiteraard, maar nog altijd 20 liter minder dan erdoor gejaagd door de Chrysler Turbine, die over een zéér bijzondere motorisatie beschikte.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be