Op 10 november 2022 heeft de Europese Commissie de inhoud van de nieuwe Euro 7-emissienorm vastgesteld, die de opvolger is van de Euro 6-norm die sinds 2014 van kracht is (inmiddels zijn enkele wijzigingen aangenomen). Niet alles staat echter vast, want net als bij de uitfasering van verbrandingsmotoren op 1 januari 2035 moet de maatregel nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. Maar dit alles zou een formaliteit moeten zijn. Na goedkeuring zal de tekst in werking treden op 1 juli 2025 voor personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen en op 1 juli 2027 voor vrachtwagens.
De automobielindustrie wacht al lang op de voorwaarden van deze norm. Aanvankelijk gingen ze in 2021 gecomuniceerd worden, maar er werd veelvuldig uitgesteld onder het voorwendsel van de Covid-crisis, wat helemaal niet naar de zin was van autofabrikanten die natuurlijk tijd en R&D nodig hebben om nieuwe technologieën te ontwikkelen en toe te passen.
De evoluties
Uiteraard – en dat is logisch – kondigt de Euro 7-norm enkele belangrijke evoluties aan ten opzichte van de Euro 6-norm. De eisen wat de uitstoot van verontreinigende stoffen betreft, worden strikter en er zullen ook regels gelden voor vervuilende stoffen die tot nu toe niet in aanmerking werden genomen.
Advertentie – lees hieronder verder
Andere aangenomen maatregelen zijn onder meer de toevoeging van nieuwe metingen in reële rijomstandigheden voor tests, een kader voor de duurzaamheid van accu’s voor elektrische voertuigen en de oprichting van een Europees platform voor de bewaking en verzameling van emissiegegevens.
En dat is nog niet alles: de Euro 7-norm zal voertuigen ook dwingen om langer aan de voorschriften te blijven voldoen. Tot nu toe moesten fabrikanten de naleving van de norm tot 100.000 of vijf jaar garanderen, maar met Euro 7 moet de conformiteit tot 200.000 km of 10 jaar worden gehandhaafd. In de nabije toekomst zal dit ook worden toegepast op zwaar transport.
Minder vervuiling
Volgens de prognoses van de Commissie moet de Euro 7-norm het mogelijk maken de uitstoot van stikstofoxide (NOx) tegen 2035 met 35% te verminderen (in vergelijking met de Euro 6-norm) en die van zware vrachtwagens en bussen met 56%. Tegelijkertijd zal de uitstoot van fijnstof door uitlaatpijpen naar verwachting met 13% dalen en die van zware voertuigen zelfs met 39%. Bovendien moeten de deeltjes die vrijkomen tijdens het remmen met 27% naar omlaag.
Een ander verschil is dat de Euro 7-norm geen onderscheid meer maakt tussen diesel- en benzinemotoren wat uitlaatemissies betreft. Dit is waarschijnlijk een goede zaak, aangezien het gebruik van directe injectie voor benzinemotoren soortgelijke vervuilingsproblemen veroorzaakte, die voorheen niet werden aangepakt. De vastgestelde grenswaarden zijn echter vrij tolerant, aangezien bijvoorbeeld de NOx-emissies, die voorheen op maximaal 80 mg/km waren vastgesteld, nu tot 60 mg/km zijn verlaagd. De uitstoot van kooldioxide (CO) wordt daarentegen verlaagd van 1.000 mg/km tot 500 mg/km voor benzinemotoren (voor dieselmotoren blijft de uitstoot 500 mg/km). Alle vereisten zijn opgenomen in een document dat online is gepubliceerd.
Ook remmen en banden
De Euro 7-norm pakt ook de deeltjesemissies van banden en remsystemen aan, die verantwoordelijk zijn voor het merendeel van de uitstoot van wegverkeer. Dit geldt voor alle voertuigen, zowel verbrandingsvoertuigen als elektrische voertuigen. Voorlopig kennen we alleen de details voor personenauto’s. Die zijn vastgesteld op 7 mg/km tot en met 31 december 2034. Daarna zal het dalen tot 3 mg/km. Aangenomen wordt dat dit de fabrikanten vrijstelt van het filteren van deze deeltjes. Te bevestigen.
Uiteraard is ook de Commissie getroffen door het Dieselgate-schandaal en zijn er maatregelen om de vervalsing van gegevens te bestraffen. Zo zullen er bijvoorbeeld nieuwe sensoren in auto’s moeten worden ingebouwd die gedurende de hele levensduur van het voertuig in real-time het niveau van de verontreinigende emissies moeten meten. Deze gegevens zullen uiteraard toegankelijk zijn voor de autoriteiten van de EU-landen, die ze op hun echtheid zullen controleren. En nog steeds met het idee om af te stappen van laboratoriumtests, die voor alle duidelijkheid niet representatief zijn voor echte rijomstandigheden, zal de Euro 7-norm extra voorwaarden stellen aan verbruikstests, zoals temperaturen tot 45°C en tot -10°C.
Ook elektrische auto’s en PHEV’s
De Commissie is elektrische wagens en plug-in hybrides niet vergeten. Voortaan moeten de batterijen van deze voertuigen stabiele prestaties leveren, met het oog op duurzaamheid. Voor een personenauto bijvoorbeeld (elektrisch of PHEV), moet de batterij een capaciteit van 80% hebben voor ten minste 5 jaar of 100.000 km. Daarna mag deze dalen tot 70% gedurende maximaal 8 jaar of 160.000 km. Voor lichte bedrijfsvoertuigen bedragen de waarden 75% voor 5 jaar of 100.000 km en 65% tot 8 jaar of 160.000 km.
Volgens de Europese commissaris voor de interne markt, Fransman Thierry Breton, moeten de kosten van de invoering van de Euro 7-norm draaglijk blijven voor de consument. Hij schat ze tussen 100 en 150 euro per auto en maximaal 2.700 euro voor vrachtwagens. Dat lijkt inderdaad draaglijk, maar het valt nog te bezien of de fabrikanten zich daaraan zullen kunnen houden.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be