Verkeersboetes zijn een mooie inkomstenbron voor de Belgische staat. Over een heel jaar (zonder pandemie) vloeit er namelijk meer dan 500 miljoen euro naar de staatskas. Een fors bedrag als je weet dat de totale federale inkomsten zo’n 80 miljard euro per jaar bedragen.
Naar verwachting zullen de boetes de komende maanden en jaren nog meer opleveren voor de Belgische staat. Enerzijds omdat het aantal automatische flitspalen en trajectcontroles komend jaar zal toenemen, maar ook omdat de prijs van de boetes blijft stijgen. Daarnaast zijn sinds augustus 2021 de administratieve kosten voor rekening van de overtreder, wat op zich al 43 miljoen euro extra inkomsten voor de staat betekent.
Geen instrument voor repressie
De autoriteiten beweren dat de snelheidscontroles niet dienen om de burgers langs de kassa te laten passeren, maar wel om te sensibiliseren en de veiligheid van weggebruikers te vergroten. De autoriteiten wijzen er vaak op dat de burgers zelf om meer controles vragen, vooral op gevaarlijke plaatsen.
Controles zouden dus op geen enkele manier ingegeven zijn door financiële behoeften. En terecht: de politiezones ontvangen eigenlijk maar een klein deel van de ingezamelde bedragen, en dan nog op een indirecte manier. Maar waar gaat het geld dan wel naartoe?
Advertentie – lees hieronder verder
In werkelijkheid vloeien de meeste inkomsten uit boetes terug naar de federale staat, die een substantieel deel afdraagt aan het zogenaamde verkeersveiligheidsfonds. Dit geld wordt vervolgens opnieuw geïnvesteerd in verkeersveiligheid. Het bedrag dat niet door de federale staat wordt ingehouden, wordt herverdeeld tussen de federale en lokale politie, de justitie en de administratie bevoegd voor mobiliteit.
Over hoeveel geld praten we? Het is moeilijk om de exacte cijfers te pakken te krijgen.
Op basis van de verdeelsleutel van de laatste gegevens uit 2015, zou vandaag ongeveer 190 miljoen euro gestort worden aan het verkeersveiligheidsfonds, waarvan een groot deel (ongeveer 130 miljoen euro, volgens onze schattingen) voor de lokale en federale politie. Het zijn echter de lokale politiezones die profiteren van het grootste deel van deze pot van zo’n 130 miljoen (ongeveer 95 procent).
Dit bedrag dient voor nieuwe investeringen in de verkeersveiligheid, zoals radarsystemen, personeel dat de overtredingen registreert en doorstuurt, specifieke inrichtingen voor zones 30 enzovoort.
En de rest? De overige inkomsten gaan naar de federale begroting om de rekening daar te spijzen en wordt dus helemaal niet besteed aan mobiliteit of verkeersveiligheid. Een verrassing? Niet echt.
Sinds 2015 krijgen de regio’s ook een deel van de taart van de verkeersboetes. Dit heeft echter geen invloed op het bedrag dat wordt toegekend aan het verkeersveiligheidsfonds. Wel moet worden opgemerkt dat 2020 en 2021 qua inkomsten uit verkeersovertredingen minder gunstige jaren waren voor de staat omdat er uiteraard minder verkeer was tijdens de pandemie. Alleen al in 2020 zag het verkeersveiligheidsfonds zijn inkomsten bijvoorbeeld met bijna 40 procent dalen.
Lang zal dit wellicht niet blijven duren, want alles wordt in gereedheid gebracht om deze kleine achterstand snel in te halen …
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be