Moto

TEST Triumph Speed Triple: Hooligan of Huisvader?

In 1994 kwam Triumph op de proppen met de Speed Triple. De motor stond synoniem voor hooliganisme, terwijl zijn looks duidelijk verwezen naar de cafe racers uit de sixties en seventies. Voor 2016 is Triumph al toe aan de zesde generatie Speed Triples en nu het design van de ‘Speed’ gelikter dan ooit is, lijkt het er ook op dat hij wat van zijn wilde haren heeft verloren.

Arno jaspers | Gepubliceerd op 26 mei 2017 | Leestijd: 15 min

Hooligan of Huisvader?

Maar 140 pk” is zo ongeveer het enige wat ik kon denken toen Triumph enkele maanden geleden zijn nieuwe Speed Triple van onder het doek haalde. Jawel, ik behoor tot een select groepje rotverwende motorjournalisten, maar eigenlijk werd iedereen de laatste jaren verwend. Zowel de BMW S1000R als Ducati Monster 1200R leveren 160 pk en KTM’s Superduke spant de kroon in Supernaked-land met 172 pk. De originele hooligan is dus omsingeld door vechtersbazen die stuk voor stuk meer spierkracht hebben, al leren we tijdens de presentatie van de Speed Triple in de buurt van Tarragona, dat minder power daarom niet minder leuk hoeft te zijn.

Advertentie – lees hieronder verder

Subtiliteit is troef

De Triumph ontwikkelaars willen immers dat de Speed Triple een goede balans biedt tussen sportief rijplezier en alledaagse inzetbaarheid. Net zoals hij er modern moet uitzien, maar ook trouw moet blijven aan zijn cafe racer roots. Wat betreft dat laatste, mag ik wel zeggen dat de opdracht van de ontwerpers geslaagd is. De nieuwe, rondere koplampen zien er goed uit en met een beetje verbeelding doen ze je terugdenken aan de ronde lampjes van zijn voorvader, de T509. Verder zijn de aanpassingen aan het design erg subtiel, al werd de zithouding herzien en ook de metalen tank werd een stuk lager en twee liter kleiner.

Nee, vanop een afstand kan je weinig grote veranderingen zien aan de 2016 Speed Triple, maar dat wil niet zeggen dat ze niet aanwezig zijn. Zo werd het motorblok grondig hertekend om aan de Euro4-norm te voldoen. Tegelijkertijd slaagden de ingenieurs erin om een klein beetje meer vermogen en koppel uit het blok te puren. Daar stopt het niet, want ook de koppeling, versnellingsbak en het volledige uitlaatsysteem werden aangepast. Alsof dat alles niet volstond, ruilde de Britse relschopper zijn boksbeugel in voor een iPhone en beschikt hij voortaan over een elektronicapakket met vier vooringestelde rijmodi naast een Rider-modus waarin je de tractiecontrole, het ABS en het Ride-by-wire naar eigen goeddunken kan instellen.

Nieuwe elektronica, oldschool spirit

Of het resultaat er mag wezen? Maar één manier om dat te achterhalen, dus ik hijs me in m’n dode koe en vertrek in het kielzog van voorrijder Kevin Carmichael – voormalig wereldkampioen stuntrijden. Met een druk op de startknop begint de driepitter mooi te ronken en het dashboard licht op. De layout herkennen we van op andere Triumphs, dus we zien rechts een grote analoge toerenteller met verklikkerlichtjes en links op een digitaal schermpje worden de tijd, rijmodus, tripmeters, snelheid, benzinepeil, olietemperatuur en de versnelling waarin we zitten getoond. Vreemd genoeg zien we links naast het dashboard ook nog twee knopjes om de klok, tripmeter en instelbare Rider-modus te regelen. Dit had ongetwijfeld ook in een stuurknop verwerkt kunnen worden, de andere functies bedien je tenslotte al met je duimen. Maar genoeg gezaagd over pietluttigheden, tijd om een stukje te rijden.

Nuja, rijden… zeg maar gerust vlammen. De samenvatting van de eerste bochtensectie in vijf stappen: 1) Vanaf de eerste (blinde) bocht die onze voorrijder zonder verpinken insteekt wordt het duidelijk dat hij deze route op z’n duimpje kent. 2) Na amper drie snelle draaiers is de rest van de groep niet meer in m’n spiegels te bespeuren en ik moet me reppen om de voorrijder bij te houden. 3) We passeren een verkeersbordje met de indicatie 70. Ik rij te snel om nog op m’n dashboard te durven kijken. 4) De voorrijder beseft dat we de rest van de groep kwijt zijn en viert dat met een rolling stoppie. 5) Terwijl ik vol in de rem het achterwiel van onze voorrijder nader, merk ik met enige verbazing dat de beste man niet op een Speed, maar op een Street Triple 675RX onderweg is… Om maar aan te geven dat de sfeer vanaf de eerste meters goed zat.

Britse Gentleman

Tot zover de patserige heldenverhalen, nu weer over naar de test van de Speed Triple want het totaalpakket valt in de smaak. Met de elektronica in Road-modus gedraagt de Triumph zich als een atleet in maatpak. Power bij de vleet, maar alles verloopt ontzettend soepel en beheerst. Het gashendel is perfect doseerbaar, de motor geeft zijn kracht mooi lineair af en zowel het koppel onderin als het vermogen in hoge toeren zijn aanwezig, maar nooit overdonderend. Komt daar nog bij dat de oude, redelijk zware versnellingsbak vervangen werd door een erg precies exemplaar dat perfect reageert op iedere input. Toegegeven, halverwege de rit was het schakelpedaaltje van m’n testmotor wel even losgetrild, al kan ik dat door de vingers zien omwille van het intense gebruik van deze persmotoren. Het merendeel van de tijd reden we trouwens lekker schakellui. Het koppelrijke blok is ideaal om te cruisen in derde versnelling op de glooiende Spaanse B-wegen en omdat de kracht zo mooi uitgespreid ligt over de toerenschaal kan je er toch een stevig tempo op nahouden. Veranderen we de rijmodus in Sport, dan is de motor meteen een stuk agressiever op het gas al blijven de instellingen van het ABS en de tractiecontrole onveranderd. Voor wheelies en écht laat remmen zijn we dus aangewezen op de Track-modus die ondanks zijn naam ook bij een stukje sportief sturen op de weg goed tot zijn recht komt. Het moet trouwens gezegd dat de route op de openbare weg tijdens de voormiddag op het lijf van de Speed Triple geschreven was. Veel langgerekte bochten op asfalt van wisselende kwaliteit, ideaal om te voelen hoe stabiel deze driecilinder blijft bij hoge snelheden.

’s Namiddags is het andere koek, want de jongens van Triumph waren zo vriendelijk om het Mickey Mouse-circuitje van Calafat af te huren. De ene haarspeld na de andere en verschillende kort opeenvolgende chicanes die het uiterste van de vering en het chassis vragen. Verrassend genoeg, verteert de Speed het zonder veel gemor. Als je echt met het mes tussen de tanden rijdt, dan durft de voorkant wel eens nerveus te worden in de korte chicanes, maar verder blijft hij steeds braaf. Net zoals de motor zijn kracht gedoseerd afgeeft, brengt het Brembo rempakket je beheerst tot stilstand. Aan stopkracht is er absoluut geen gebrek, maar alles gaat enorm soepel en je zal nooit verrast worden door de initiële bite. Misschien is de Speed Triple dus wel een tikkeltje té beschaafd voor een motor die gecatalogeerd wordt als supernaked. Ok, er speelt steeds een rockende driecilinder soundtrack op de achtergrond, maar slechts heel zelden werd m’n adrenalinedorst volledig gelest. En dan krijgt een testrijder tijd en begint hij op details te letten.

Muggenziften

Over de afwerking alleszinds geen slecht woord. Elk onderdeeltje ziet er strak uit, van de stuurknoppen, tot het dashboard en zelfs de zadelstiksels. Toch zijn er kleinigheden waar ik minder van onder de indruk ben. Te beginnen met de cafe racer spiegels op de stuuruiteinden die ik in België waarschijnlijk zal vervloeken vanaf de eerste meters filefilteren. Verder kunnen de kleine LED-knipperlichten me ook niet helemaal bekoren – een te hoog aftermarket gehalte – en dan is er nog de zithouding met een wel erg krappe kniehoek. Wat betreft het bovenlichaam heb je verder alle bewegingsruimte en vooral kleinere rijders zullen blij zijn dat het zadel vooraan een stukje smaller werd. (Makkelijker met de tenen aan de grond!) Anderzijds is het materiaal van de zitbank dan weer erg glad, waardoor ik teveel naar mijn zin over het zadel gleed. Zeker bij felle acceleraties begin je je dan vast te grijpen aan het stuur en dat is nooit goed. Dat laatste brengt ons grappig genoeg ook bij de oplossing om de 2016 Speed Triple beter te begrijpen en er ten volle van te genieten.

De Afrekening

Want de Triumph Speed Triple mag dan wel de originele Supernaked zijn, anno 2016 liggen zijn ambities anders. Stop met glijden over het zadel in je lederen overall, trek gewoon een jeans en lederen vest aan en geniet van het ritje in plaats van de adrenalinerush. Qua toegankelijkheid is de Speed Triple R een topper en aan zijn cool-factor kan geen andere supernaked tippen. De tijd dat de Speed Triple een strak afgetrainde hooligan was, ligt achter ons. Voortaan is het eerder een coole huisvader die de vriendjes van dochterlief op een veilige afstand houdt. Het prijskaartje? Voor 14.600 euro in België en 16.400 euro in Nederland haal je een Speed Triple R in huis. Neem je voldoening met Showa veerelementen i.p.v. Öhlins, een iets andere kleurstelling en enkele kleine downgrades, dan kan je al een Speed Triple S kopen vanaf 12.900 euro in België en 14.700 euro in Nederland. De motor is begin maart beschikbaar bij de dealer, ook voor een testrit. Hooligans en brave huisvaders weten dus waarheen.

Motorblok
Het 1050 cc, twaalfkleps DOHC driecilinder-in-lijn motorblok werd grondig hertekend. Zo heeft de Speed nu een andere zuiger, krukas, verbrandingskamer, nieuwe inlaatkleppen, een nieuw RBW-gashendel met bijhorende gasklepbehuizingen, een nieuwe ECU, aangepaste versnellingsbak en ga zo maar door.

Remmen en banden
De gietalu wielen zijn omschoeid met Pirelli Diablo Supercorsa banden, maat 120/70 ZR17 en 190/55 ZR17. Om te remmen, beschikt de Triumph over dubbele Brembo vierzuiger Monobloc remklauwen met 320mm zwevende remschijven. Achteraan wordt dat een 255mm schijf met Nissin tweezuiger.

Frame en vering
Het frame van de Speed Triple veranderde amper, we zien dus nog steeds een twin spar alu kader, al zit het verschil tussen de R en S uitvoering hem voornamelijk in de vering. De R is uitgerust met volledig instelbare Öhlins schokbrekers (NIX30 veerpoten en een TTX36 schokbreker achteraan). De S doet het met een Showa veerwinkel.

Uitrusting en opties
De Speed Triple R heeft een carbon voorspatbord en dito kuipdeeltjes aan de zijkant van de tank. Verder zijn de stuurverhogers en stuurklemmen uit gefreesd aluminium en krijgt hij een belly pan in dezelfde kleur als de tankkleur. Daarnaast krijgt de R rode zadelbiezen, rode pinstripes op de wielen en een rood subframe. De S stelt het zonder deze opties, maar Triumph biedt wel meteen 50 accessoires aan op maat voor de Speed Triple. Niet in het minst een niet gehomologeerde Low Boy uitlaat die 6,5 kilo lichter (en een heel stuk luider) is.

 

Technische fiche
Triumph Speed Triple R

Motor: 1.050 cc driecilinder-in-lijn, 4 kl./cil., dubbele bovenliggende nokkenassen

Max. vermogen: 140 pk/9.500 o.p.m

Max. koppel: 112 Nm/7.850 o.p.m

Transmissie: zesbak, ketting

Frame: alu twinspar frame

Voorvering: Öhlins NIX30 43mm, volledig instelbaar, 120 mm veerweg

Achtervering: Öhlins TTX36, volledig instelbaar, 130 mm veerweg

Voorrem: 320 mm schijven met Brembo Monobloc radiale vierzuigerremklauwen

Achterrem: 255 mm schijf met Nissin tweezuigerremklauw

Banden voor/achter: 120/70 ZR17, 190/55 ZR17

Drooggewicht: 192 kg

Zithoogte: 825 mm

Tankinhoud: 15,5 l

Kleuren: Crystal white, Matt Graphite

Prijs België: € 14.600,00

Prijs Nederland: € 16.400,00

Wat wordt uw volgende voertuig?

Lees het artikel

Deel dit artikel

Lees meer over


In het nieuws

Advertentie – lees hieronder verder

Gocar, da's ook meer dan 40.000 voertuigen in voorraad!

Ontdek al de actualiteit

Artikels over hetzelfde onderwerp

Nieuwsbrief

Of het nu gaat om het laatste autonieuws of actuele mobiliteitsonderwerpen.

Wagens voor u

Auto's

In het nieuws

Advertentie – lees hieronder verder

Advertentie

Close icon