De auto-industrie ondergaat momenteel een snelle transformatie met de opkomst van elektrische voertuigen. Maar terwijl de meerderheid van de bedrijfsauto’s elektrisch wordt, worden kleine auto’s voornamelijk nog aangedreven door verbrandingsmotoren. Volgens Arval, een dochteronderneming van BNP Paribas gespecialiseerd in autoleasing, was slechts 13% van de kleine bedrijfsauto’s die in de eerste helft van 2024 werden besteld elektrisch. Dit percentage is aanzienlijk lager dan het algemene gemiddelde, waarbij 77% van de bedrijfsvoertuigen elektrisch is.
Waarom is er zo’n groot verschil tussen kleine en grotere auto’s? Yves Ceurstemont van Arval legde aan onze collega’s van de krant De Tijd uit dat dit specifieke segment, dat sowieso niet sterk vertegenwoordigd in bedrijfswagenparken, het enige is waar elektrificatie nog niet echt is doorgedrongen. De redenen hiervoor zijn talrijk en weerspiegelen zowel technologische als economische uitdagingen.
Einde van de diesel
Kleine auto’s, zoals de Kia Picanto of de Renault Twingo, zijn typische voorbeelden van dit moeilijke segment. De meeste elektrificatie-inspanningen concentreren zich op middelgrote auto’s die de bedrijfsvoertuigenmarkt domineren. Modellen zoals de Volkswagen Golf of de Peugeot 5008 vertegenwoordigen ongeveer 75% van de bedrijfsauto’s in België. In deze categorie vordert elektrificatie snel: bij 93% van de bestellingen bij Arval in de eerste helft van 2024 ging het om volledig elektrische voertuigen.
Advertentie – lees hieronder verder
Het is duidelijk dat de overgang voor kleine auto’s veel minder ver is gevorderd. Bedrijven geven nog steeds de voorkeur aan benzinevarianten voor deze voertuigen, terwijl diesel, ooit de koning, uit de wagenparken en catalogi is verdwenen vanwege strengere vervuilingsnormen die deze voertuigen te duur zouden maken met nieuwe zuiveringsapparatuur (zoals NOx-filters). Dit is een absoluut feit: in de eerste helft van 2024 was slechts 1% van de voertuigen die bij Arval werden besteld uitgerust met dieselmotoren.
Nog steeds te duur, zelfs voor particulieren
De situatie beperkt zich niet tot de bedrijfsautosector. Je zou denken dat elektrische kleine auto’s ook interessant kunnen zijn voor particulieren, gezien hun lagere prijs in vergelijking met grotere modellen, maar dat is niet het geval. Enerzijds blijven deze modellen nog steeds te duur. Enige jaren geleden kon men bijvoorbeeld een Citroën C3 (en andere vergelijkbare voertuigen) kopen voor ongeveer 10.000 euro (met speciale salonvoorwaarden, bijvoorbeeld). Voor de toekomstige ë-C3, die met enige vertraging op de markt komt, zal meer dan het dubbele moeten worden betaald.
Tenslotte speelt ook deze factor zijn rol in deze categorie: de autofabrikanten zelf geven kleine auto’s absoluut geen prioriteit, zoals blijkt uit het beperkte aanbod. Het traditionele economische model van deze auto’s, dat is ontworpen om de winstgevendheid te maximaliseren door op grote schaal goedkope voertuigen te produceren, is moeilijk te verenigen met de huidige productiekosten van elektrische auto’s. Kleine auto’s zijn meestal instapmodellen die tegen aantrekkelijke prijzen worden verkocht, maar de elektrische technologie brengt nog steeds hoge productiekosten met zich mee, die op dit moment moeilijk te verlagen zijn. Bovendien neemt de vraag naar deze kleine voertuigen af, vooral in stedelijke gebieden, waar jongeren steeds vaker kiezen voor alternatieven voor de privéauto, zoals het openbaar vervoer of gedeelde mobiliteitsdiensten. Deze dalende vraag maakt de overgang naar elektrisch rijden voor kleine auto’s nog moeilijker.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be