TEST Audi RS6 Performance: bruut geweld

Tegen de stroom van de energietransitie in houdt de Audi RS6 stand. Met uitzondering van de door AMG vernieuwde Mercedes E-klasse break heeft hij geen concurrentie. Hij is al op de markt sinds 2002, toen hij zijn eigen segment creëerde, dat van de grote, erg krachtig aangedreven breaks. In vier opeenvolgende generaties heeft hij de lat telkens hoger gelegd op het gebied van prestaties.

Onder de motorkap van de RS6 Performance ligt nog steeds een 4,0-liter V8 met dubbele turbo. Geholpen door een lichtgewicht 48V hybride systeem ontwikkelt de motor 630 pk en 850 Nm, genoeg om topprestaties te claimen met een 0-100 km/u tijd van 3,4 seconden en een topsnelheid van rond de 305 km/u. Deze versie is uitgerust met achterwielsturing om het manoeuvreren in de stad te vergemakkelijken en hem meer grip te geven bij hard rijden. Audi heeft kosten noch moeite gespaard om dit monster te laten stoppen, met 440 mm keramische remschijven voor en 370 mm achter! De remklauwen zijn net zo oversized, met maar liefst 10 zuigers.

Lees ook : TEST Audi RS6: Family Express

Advertentie – lees hieronder verder

Praktisch

En toch, ondanks een specificatieblad dat een supersportwagen waardig is, blijft de RS6 een praktische break voor dagelijks gebruik, met een grote bagageruimte die in inhoud varieert van 565 tot, met de achterbank neergelaten, 1.680 liter. De Duitse auto is zeer uitnodigend en ruim (logisch voor een auto van 5 meter lang!), en de afwerking is van een zeer hoog niveau. Vergeleken met een normale A6 Avant, is de RS6 anders doordat de voorstoelen zijn bekleed met leder met honingraatmotieven in het midden van de stoelen en rugleuningen.

Het dashboard is uitgerust met twee schermen die respectievelijk het multimediasysteem en de airconditioning bedienen en is een toonbeeld van design en blijft toch redelijk ergonomisch. Esthetisch volgt de RS6 het recept dat hem legendarisch maakte: hoewel hij werd ontwikkeld op basis van de A6 Avant, een vrij burgerlijke en verstandige stationwagen, verschilt hij daarvan door bredere spoorbreedtes, bumpers met grote luchtinlaten, zijskirts en enorme 22-inch wielen.

Groot hart!

Een druk op de startknop is genoeg om alle resterende twijfels over het uitzonderlijke karakter van de aandrijflijn van de RS6 weg te nemen. Als een bommenwerper snort het hart van de wagen, de V8, luidruchtig en gromt hij bij stilstand. De Audi is nog meer intimiderend als je hem op de weg ziet. De acceleratie is duivels, de snelheidsmeter slaat op hol, de versnellingen schakelen ongelooflijk snel en de stuwkracht is continu bij alle toerentallen. Voordat we achter het stuur van de RS6 kropen, konden we een proefrit maken met een RS4 die het einde van zijn commerciële leven nadert.

Terwijl die laatste bij vrijwel elke snelheid de moeite waard blijkt, is zijn grote broer verrassend gieriger op het gebied van sensatie. Toegegeven, de uitzonderlijke prestaties zijn er, maar het feit dat hij groot en zwaar is (2.025 kg) en dat hij ‘vastgeplakt’ zit aan de rails dankzij zijn Quattro-transmissie, die het koppel voorin tot 75% en achterin tot 85% varieert als dat nodig is, maakt hem nogal futloos. In feite moet je echt rijden met het gaspedaal aan de vloer vastgelast om de grote sensatie te voelen. Het probleem is dat je dan snelheden haalt die grotendeels door de politie worden tegengehouden en je rijbewijs aan een zijden draadje hangt!

Conclusie

De RS6 is een prachtig technisch uitstalraam van de Audi RS knowhow, maar het is een ietwat verontrustende auto: hij is extreem krachtig en levert hoge prestaties, maar is niet zo sensationeel als het specificatieblad doet vermoeden. Hij is ontworpen voor dagelijks gebruik en vereist een gezonde dosis zelfbeheersing om ‘als een goede huisvader’ te worden gebruikt. Voeg daar een budget aan toe dat de € 200.000 met opties benadert, en een brandstofverbruik dat gemakkelijk kan oplopen tot 20 l/100 km of meer, en je hebt een diva die gereserveerd is voor een veeleisend publiek dat de financiële middelen moet hebben om ervoor te betalen!