Steeds meer bestuurders rijden met een elektrische bedrijfswagen. Meer dan 80 procent van de nieuwe bedrijfswagens in ons land is zelfs helemaal elektrisch. Wanneer ze die wagen thuis opladen dan willen ze natuurlijk door hun werkgever vergoed worden voor de elektriciteitskosten. Wettelijk gezien is de werkgever verplicht om de ‘werkelijke elektriciteitskosten’ terug te betalen, die bewezen moeten worden. Maar het is een zware administratieve last om die correct te berekenen.
Elke werknemer heeft een ander energiecontract. De prijs kan verschillen van het moment waarop geladen wordt. Bepaalde werknemers hebben thuis zonnepanelen, waardoor ze soms gratis kunnen opladen. Kortom, het is een hele klus om te bepalen wat nu juist die ‘werkelijke elektriciteitskosten’ zijn. Daarom baseren veel werkgevers zich op een forfait, meer bepaald het CREG-tarief (Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas). Een eenvoudige oplossing.
Juridisch is deze manier van werken helaas niet helemaal sluitend, waardoor honderden euro’s aan extra belastingen dreigden bij een fiscale controle. Met een omzendbrief die de fiscus op zijn vraag opstelde, zorgt ontslagnemend minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) nu voor rechtszekerheid. Vanaf 1 januari 2025 is het toegelaten om een vast tarief te gebruiken voor de terugbetaling van het thuisladen.
Vast tarief op twee manieren
Werkgevers mogen nog altijd de werkelijke elektriciteitskosten terugbetalen als ze dat willen, maar ze kunnen ook kiezen voor een vast tarief per kWh. Hierbij hebben ze twee mogelijkheden. Ofwel gebruiken ze het CREG-tarief van het gewest, afhankelijk van de woonplaats van de werknemer. Dit CREG-tarief wordt vier keer per jaar bepaald. Voor het eerste kwartaal van 2025 zijn dit de gemiddelde prijzen van augustus, september en oktober. In Vlaanderen gaat het om 28,22 cent/kWh, Brussel 32,94 cent/kWh en in Wallonië 32,56 cent/kWh.
Advertentie – lees hieronder verder
De tweede mogelijkheid is een ‘nationaal’ tarief, waarbij de werkgever één vast tarief gebruikt zonder rekening te houden met de woonplaats van de werknemer, gebaseerd op het referentietarief in de omzendbrief. In dat geval is het maximaal vast tarief per kWh gelijk aan het laagste tarief dat geldt in één van de gewesten voor het betrokken kwartaal. Deze keuze geldt voor het gehele kalenderjaar. Let wel: de CREG-tarieven zijn een maximum. In beide systemen mag een werkgever dus ook minder betalen.
Tijdelijke regeling
Is alles dan definitief opgelost? Nee, want dit systeem is slechts tijdelijk. De minister hoopt namelijk op technische ontwikkelingen die het eenvoudiger maken om de werkelijke elektriciteitskosten terug te betalen en dit systeem overbodig maken. De regeling treedt in werking op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2025. Wat er daarna gebeurt, is nog niet duidelijk. Mogelijk wordt het systeem dan verlengd. En wat met kosten van voor 2025? Die worden met een zekere soepelheid beoordeeld, “als ze te goeder trouw is uitgevoerd met de boordtabel van de CREG”, staat in de omzendbrief.
Positieve reacties
Onder meer werkgeversorganisatie VBO en e-mobilityfederatie EV Belgium hadden al meermaals opgeroepen tot actie. “We zijn tevreden dat de omzendbrief nu een duidelijk kader schept voor werkgevers en werknemers. Daarnaast zijn we verheugd dat de administratie is ingegaan op ons verzoek om de terugbetalingen die vóór de inwerkingtreding te goeder trouw plaatsvonden met een zekere soepelheid te beoordelen”, reageert Pieter Timmermans, CEO van het VBO.
“Met deze circulaire nemen we elke onzekerheid weg die zou bestaan bij werkgevers en werknemers over de fiscale behandeling van thuisladen van elektrische bedrijfswagens. Ons bedrijfswagenpark is razendsnel aan het verduurzamen, dat is goed nieuws en dat zullen we blijven aanmoedigen”, besluit minister Vincent Van Peteghem.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be