Naar jaarlijkse gewoonte moet elke Belgische burger zijn belastingaangifte indienen: ten laatste op 30 juni 2023 op papier of 15 juli 2023 elektronisch. Elk jaar houdt de Belgische overheid vooraf belasting in. In 2022 werd 163 miljard euro ingehouden, een nieuw record. Toch betaalt de staat jaarlijks ook enkele miljarden euro’s belasting terug aan de belastingbetaler, omdat de Belgen soms te veel vooraf betaald hebben. Dat komt omdat de voorheffing berekend wordt op basis van de verwachte inkomsten. Maar het inkomen van veel mensen verandert natuurlijk.
In dat verband heeft elke burger het recht om op het belastingformulier bepaalde vakjes in te vullen om meer (of minder) belasting terug te vorderen, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. Er bestaan dus manieren om te genieten van voordelen of aftrekposten, maar alleen als je goed op de hoogte bent van je belastingaangifte (en die correct invult). Dit is wat je kunt aftrekken voor het gedeelte mobiliteit.
Woon-werkverplaatsingen
Sommige werkgevers betalen hun werknemers vergoedingen voor woon-werkverkeer. Dat hangt af van de afspraken binnen de sector of het bedrijf (paritair comité). Vanuit fiscaal oogpunt worden woon-werkverplaatsingen echter beschouwd als privéverplaatsingen, die fiscaal geoptimaliseerd kunnen worden.
Advertentie – lees hieronder verder
Wanneer je een privéauto gebruikt en van je werkgever een kilometervergoeding ontvangt, moet je als belastingplichtige de vergoeding invullen in het vak 1254/2254 van de aangifte, aangezien die als belastbaar loon wordt beschouwd. De regering voorziet evenwel een gedeeltelijke vrijstelling van maximaal 430 euro voor de inkomsten van 2022 en 470 euro voor de inkomsten van 2023. Deze vrijstelling moet vermeld worden in het vak 1255/2255 voor werknemers die kiezen voor forfaitaire kosten (dus niet op basis van de werkelijke kosten).
Werkelijke kosten
Als de werknemer ervoor kiest om de werkelijke kosten aan te geven, dan mag hij of zij een vast bedrag van 0,15 eurocent per afgelegde kilometer tussen de woon- en werkplaats aftrekken. Dit betekent niet noodzakelijk de kortste weg, maar je moet wel in staat zijn om de afgelegde afstand te bewijzen (bijvoorbeeld met een onderhoudsfactuur). Dit forfaitair bedrag per kilometer moet, samen met alle andere beroepskosten, vermeld worden in vak 1258/2258 van de belastingaangifte. Een belangrijk detail: voor veelrijders is er een speciaal vak gereserveerd als het traject meer dan 75 km bedraagt. In dat geval moet vak 1256/2256 ingevuld worden.
De werkelijke kosten en het gebruik van je eigen auto omvatten een aantal kostenposten: de afschrijving van je auto (vijf jaar), verzekeringspremies, brandstofkosten, onderhoudskosten, belastingen en aanverwante kosten zoals parkeren, technische keuring, carwash en dergelijke. Merk op dat er een plafond is voor deze aftrekbaarheid, behalve voor de betaalde rente op een lening of de kosten van een mobiele telefoon (100 procent aftrekbaar). In alle andere gevallen bepaalt de CO2-uitstoot van de auto die de mate van aftrekbaarheid van deze kosten.
Sinds 1 januari 2020 is de aftrekbaarheid van autokosten (inclusief brandstof) gebaseerd op een wiskundige formule: 120 procent – (0,5 procent x coëfficiënt x gram CO2/km). De coëfficiënt bedraagt 1 voor dieselauto’s, 0,9 voor aardgasauto’s en 0,95 voor andere motortypes.
De laatste jaren is het forfaitaire systeem populairder geworden, vooral omdat het plafond verhoogd werd tot 4.920 euro. Bovendien zijn de werkelijke kosten moeilijker bij te houden, omdat premies voor telewerk belastbaar geworden zijn, terwijl de prijzen van verbruiksgoederen en energie de laatste maanden aanzienlijk gestegen zijn. Iets om te bekijken voor jouw situatie dus.
Voor bedrijfswagens
Werknemers die over een bedrijfswagen beschikken en een Voordeel Alle Aard (VAA) betalen, kunnen hun belasting deels compenseren via de gedeeltelijke vrijstelling van 430 euro (zie hierboven) als je kiest voor een forfaitaire aangifte. In het geval van een aangifte op basis van de werkelijke kosten, is een vaste aftrek van 0,15 eurocent/km van toepassing, hoewel het totale bedrag niet hoger mag zijn dan het bedrag van het Voordeel Alle Aard, dat wil zeggen het forfaitaire bedrag waarop de belasting op het privégebruik van de auto wordt berekend.
En de andere vervoermiddelen?
Natuurlijk zijn ook andere vervoermiddelen aftrekbaar. Motorrijders kunnen bijvoorbeeld 15 eurocent/km aftrekken, met een maximum van 100 kilometer per enkele rit. Er moet ook rekening worden gehouden met het totale bedrag van de financieringskosten. Belastingplichtigen kunnen er ook voor kiezen om alle werkelijke beroepskosten (brandstof, belasting, verzekering, beschermende kleding enzovoort) aan te geven.
De kosten van het openbaar vervoer zijn ook aftrekbaar, ofwel als werkelijke uitgaven met de kosten van het abonnement (trein, tram of bus), ofwel met een forfait van 0,15 eurocent/km, beperkt tot 100 km per enkele rit.
Fiets, te voet of taxi
De fietsvergoeding (0,25 eurocent/km) is volledig vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen (ook al wordt ze betaald door de werkgever), zelfs al geef je ze aan als werkelijke beroepskosten. Deze regel geldt ook voor een bedrijfsfiets die door de werkgever of jouw onderneming ter beschikking wordt gesteld, op voorwaarde dat de werkgever niet instaat voor het onderhoud.
Wie te voet gaat, kan 15 eurocent/km aftrekken. Het lijkt misschien vreemd, maar je kunt hiervoor 100 procent van je werkelijke uitgaven aftrekken: schoenen, kleding enzovoort. Als je ten slotte een taxi gebruikt, kun je tot 75 procent van de kosten inbrengen.
Zoals je ziet, bestaan er veel verschillende manieren om te optimaliseren. Natuurlijk wil je niets over het hoofd zien. Aarzel dus niet om advies in te winnen bij een professionele boekhouder om er zeker van te zijn dat je de juiste keuzes maakt. Op het einde van de rit verdient zo’n (kleine) uitgave zichzelf meestal terug.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be