De vergroening van het bedrijfswagenpark focust vooral op de beperking van de schadelijke uitstoot van de voertuigen. Een elektrische auto met een batterij (BEV) is in dat scenario de evidente keuze, maar ook de waterstofauto met een brandstofcel voldoet perfect aan de criteria. Wat staat dan een doorbraak in de weg?
1.000 km met één tank
Nochtans heeft de waterstofauto enkele belangrijke troeven tegenover de ‘gewone’ elektrische wagen (BEV). Ten eerste het rijbereik, dat nog een heikel punt is bij de BEV’s, al bereiken ze intussen al een aanvaardbare actieradius van gemiddeld 300 km. Nu heeft de Toyota Mirai, die op waterstof functioneert, een WLTP rijbereik van 650 km en onlangs slaagde men erin om zelfs meer dan 1.000 km met een volle tank af te leggen. Bovendien neemt het vullen van de tank slechts een goede vijf minuten in beslag, in tegenstelling tot een BEV die toch telkens minstens enkele uren aan de stekker moet hangen.
Deze actieradius en tankduur zijn dus vergelijkbaar met die van een klassiek voertuig op fossiele brandstof, zodat de bestuurder zijn rijgewoonten niet moet aanpassen. En aangezien een mens een gewoontebeestje is, is dat zeker een belangrijke troef.
Advertentie – lees hieronder verder
Maar…
Momenteel zijn er slechts een handvol publieke tankstations voor waterstof open in ons land, zodat er toch alweer een handicap opduikt die de doorbraak van de waterstofauto afremt. Ook hier heb je het verhaal van de kip en het ei. Er rijden amper waterstofauto’s, dus waarom meer (dure) tankstations bouwen? Het is duidelijk dat een verdere uitbouw van de tankfaciliteiten noodzakelijk is om de potentiële kopers te kunnen overtuigen.
Die kopers moeten ook diep in hun portemonnee tasten om zo’n schone waterstofauto aan te schaffen. En bovendien is het aanbod nog zeer beperkt. Je hebt vandaag de keuze tussen… twee modellen: de Toyota Mirai die 64.470 euro kost, en de Hyundai Nexo waarvoor maar liefst 81.999 euro wordt aangerekend! De sector wijt het aan de innovatieve technologie die op een doorbraak wacht. Maar weet dat de eerste prototypes van de waterstofauto al in de jaren 1960 werden ontwikkeld…
Niet altijd duurzaam
De waterstofauto’s die nu op de markt zijn maken gebruik van een zogenaamde ‘brandstofcel’, die de waterstof uit de tanks door hydrolyse omzet in elektriciteit. Die stroom drijft de elektromotor aan en wordt ook deels opgeslagen in een kleine batterij. De enige uitstoot is zuiver water. Perfect!
Alleen komt pure waterstof niet voor in de natuur. Je vindt het als restproduct in de chemische industrie of het kan aangemaakt worden met duurzame energie, maar in onvoldoende hoeveelheden voor massaal gebruik. En dan kom je tot een productie op basis van fossiele brandstoffen en ziet het totale plaatje er weer véél minder groen uit. Net zoals we onze elektrische auto’s moeten opladen met stroom afkomstig van gascentrales…
Conclusie…
In het gebruik is de waterstofauto even milieuvriendelijk als een BEV en biedt hij enkele extra troeven. Maar hij heeft ook met gelijkaardige handicaps af te rekenen: de laadinfrastructuur moet nog volledig worden uitgebouwd en de aankoopprijs ligt veel hoger dan een klassieke wagen met verbrandingsmotor.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be
