Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de elektrische Mini heeft de juiste look maar vooral ook de feel. In die zin dat hij heerlijk direct stuurt en dat zijn ophanging lekker stug is – volgens hetzelfde recept als de ‘gewone’ Mini dus. Het typische kartgevoel is er dus nog steeds, ook al weegt de elektrische variant 145 kg meer. Dat je die extra kilo’s niet gewaar wordt, heeft met de verdeling ervan te maken: lekker laag, met een laag zwaartepunt als gevolg, ook al is er bijna 2 cm meer bodemvrijheid dan gewoonlijk.
Wat zijn prestaties betreft: die kunnen ermee door, zonder sensationeel te zijn. Zijn elektrische motor leent hij van de BMW i3 en die centrale levert 184 pk en 270 Nm, goed voor een sprintsessie van 0 tot 100 km/u in 7,3 seconden (vlot, dus) en een eerder bescheiden – uiteraard begrensde – topsnelheid van 150 km/u. Klagen doen we niet, maar dit is geen Cooper S, laat dat duidelijk zijn. Bovendien heb ik het nog niet over de achilleshiel van deze Cooper SE gehad, en da’s niet zijn prijskaartje.
Om het eerst over die prijs te hebben: een Mini SE kost minstens 33.100 euro. Da’s 5.750 euro meer dan een Cooper S op benzine en 900 euro goedkoper dan een hevige John Cooper Works. Valt al bij al nog mee, wetende dat je helemaal geen schadelijke gassen uitstoot en dat je geen hete adem van de fiscus in de nek voelt.
Maar…
De autonomie van dit bakje is zeer teleurstellend. Het merk beweert dat je er met een volle batterij zo’n 230 km ver mee geraakt, wat al weinig is, maar in de praktijk ligt het rijbereik nog lager. Toen ik mijn volledig volgeladen testexemplaar ging ophalen, bedroeg het geschatte bereik amper 159 km. Dat zegt natuurlijk wat over de rijstijl van mijn voorganger, maar toch… Met een diesel en zelfs met een moderne benzine zijn zulke verschillen lang niet meer zo groot, ook al wordt er met een zware voet gereden. Reken met een normaal ritme op 170 tot 200 km, in het laatste geval als de temperatuur meezit.
Advertentie – lees hieronder verder
Hét grote probleem van deze Mini is dus niet dat hij minder praktisch is in de gewone zin van het woord (zijn koffer is met 211 tot 731 liter even groot als die van de andere versies), wel dat hij zo goed als nutteloos is als enige auto, behalve misschien voor zij die nooit lange afstanden afleggen, altijd een (snel)lader in de buurt hebben (50 kWh zorgt voor 80% na 35 minuten), elke kans benutten om bij te laden en en als het even kan over een Wallbox beschikken (met driefasige 11 kW-aansluiting duurt een oplaadsessie 3u30min).
Conclusie
De Mini Cooper SE rijdt en voelt als een échte Mini. Missie geslaagd, zou je kunnen zeggen, al is zijn autonomie absoluut ondermaats…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be