Een eerste opvallend weetje is dat wij Belgen tussen een pure benzinedrinker en een 100% elektrische versie van de Omoda 5 zullen kunnen kiezen, met nog meer keuze in het verschiet, terwijl onze noorderburen enkel de EV op hun bord krijgen. De reden: Nederland heft te hoge autobelastingen om de marktintroductie van een Omoda op benzine te verantwoorden. Volgens de woordvoerder zal het merk volgend jaar vier tot zes modellen in België droppen, waaronder ook minstens één plug-in hybride. Men overweegt bovendien om de productie ook in Europa op te starten, een beslissing die in de loop van 2024 zal vallen.
Scherp design
Het exterieur van de Omoda 5 is een mix van Japanse en Zuid-Koreaanse designtaal geworden. Of het resultaat mooi is, laten we in het midden, maar we gaan ervan uit dat er aardig wat voorstanders zijn. Merk op dat de ICE (met interne verbrandingsmotor) en de BEV (elektrisch) er duidelijk anders uitzien. De laatste zit strakker in het pak dankzij de afwezigheid van een radiatorrooster en oogt daardoor een pak moderner.
Advertentie – lees hieronder verder
Zelfs het interieur van beide varianten is verschillend, met name de boordplank en de middentunnel. Daar waar de benzine gebruik maakt van traditionele knoppen, verkiest de EV de touchpad-stijl waar we zelf geen grote fan van zijn. Het plaatsaanbod aan boord is niet royaal, wat geldt voor de meeste wagens in deze klasse, zijnde het C-SUV-segment, maar achteraan is er toch meer beenruimte dan gedacht.
Qua design en materiaalkeuze is de Omoda 5 mee met zijn tijd. Qua technisch vernuft zal hij dat ook wel zijn, maar of alles naar behoren werkt, hebben we niet kunnen ervaren wegens het (veel) te strikte programma van de organisatie die deze user experience organiseerde. Pech dus, al vonden we wel meteen de juiste toetsen voor de meest courante functies, wat goede hoop gaf.
Belangrijk om te vermelden, is dat elke Omoda 5 full-option wordt geleverd. Dat wil zeggen: uitgerust met een dubbel 12,3″-scherm, geconnecteerde navigatie, vijf semi-autonome rijsystemen van niveau 2,5 en een HMI5.0 ‘mens-machine-interface’ die synoniem zou staan voor “een visuele interactie die een meeslepende technologische ervaring biedt”. Of die bewering volkomen terecht is, hebben we dus niet kunnen ontdekken…
Twee versies. Of nee, drie!
De Omoda 5 1.6 T wordt bediend door een zestienhonderd turbobenzine die 200 pk en 290 Nm koppel produceert. Jammer genoeg was dit model niet beschikbaar voor een rij-impressie. We mochten dus alleen maar – en ook maar even – de eveneens voorwielaangedreven Omoda 5 EV (of E5) testrijden. Deze elektrische SUV is voorzien van een 150 pk en 340 Nm sterke elektromotor en laat de klant de keuze uit twee batterijpakketten met een capaciteit van 40 kWh of 60 kWh, goed voor een maximaal opgegeven rijbereik van respectievelijk 300 of 450 km. Snelladen kan uiteraard, maar met maximaal 110 kW.
Hoe rijdt hij?
Op de Chinese openbare weg rijden, was geen optie en dus moesten we ons tevreden stellen met een miniparcours tussen kegels op het parkeerterrein van een op Disneyland geïnspireerd pretpark.
Het korte traject bestond uit een recht stuk gevolgd door enkele bochten en met als sluitstuk een aantal slalommen, wat ons meteen aan de beruchte elandtest deed denken. De 5 kon onze wilde rijstijl aan en voor zover we hebben kunnen ervaren, moet deze compacte cross-over niet onderdoen voor gelijkaardige modellen die al in Europa aan de man worden gebracht. Tijdens het accelereren vanuit stilstand moest hij weliswaar (lichtjes) naar tractie zoeken, maar de algemene grip was goed en hetzelfde geldt voor de remmen en de besturing, die erg licht maar ook precies is.
Alles samen genomen, is de balans positief voor deze Chinees, die ons op geen enkele onaangename verrassing heeft getrakteerd. Reken daarbij de vijf sterren uitergereikt door Euro NCAP, en je weet dat je veilig zit.
Onze grootste teleurstelling? Dat we geen zicht hebben gekregen op zijn werkelijke autonomie, naast de prijs het grootste criterium bij de aankoop van een elektrische auto.
Waar te koop en voor hoeveel?
Nog zo’n vragen die nog we niet beantwoord hebben gekregen. Er is namelijk nog geen zicht op het volledige dealernetwerk van de fabrikant in België, en evenmin op de prijzen. Er wordt gesproken van een basistarief onder de € 40.000, met een uitschieter van 46.000 voor het duurste model, en hopelijk gaat men daar niet over.
Tijdens ons bezoek – en specifieker tijdens een meeting met enkele Omoda-topmanagers – drukten we op het hart dat er twee zaken twee zaken hoog op de prioriteitenlijst moeten staan, wil het merk de Belgische markt succesvol bestormen: een concurrentieel prijskaartje (goedkoper dan een vergelijkbare Kia of Hyundai) én minstens vijf jaar garantie om vertrouwen te wekken. Afwachten op meer nieuws dus, al is de eerste goede indruk wel al binnen…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be